Recensie: Pierre Lemaitre – Het serpent
Een onwaarschijnlijke huurmoordenaar
Het serpent is een opmerkelijk boek in het (chronologische) oeuvre van de Franse schrijver Pierre Lemaitre (1951). Thrillerliefhebbers herinneren zich wellicht nog de inktzwarte romans die hij tussen 2006 en 2012 schreef rond commissaris Camille Verhoeven. Zij betreuren mogelijk tot op de dag van vandaag Lemaitres besluit uit 2013 om te stoppen met het genre. Andere (of dezelfde) francofielen kennen de auteur weer van zijn Interbellum-trilogie. Voor het eerste deel, Tot ziens daarboven, ontving hij in 2013 de prestigieuze Prix Goncourt.
Voor beide categorieën fans was het verschijnen in 2021 van Het serpent (Le serpent majuscule) ongetwijfeld een verrassing. Lemaitre schreef het boek in 1985, zo’n twee decennia vóór zijn debuut. Hij heeft Het serpent destijds niet ingestuurd naar uitgevers en beperkt de toelichting bij zijn twintig jaar lange literaire stilte daarna in het korte voorwoord tot ‘een moeilijke periode in mijn leven’.
Maar goed, nu is het boek er dan. We maken kennis met een wel heel bijzondere hoofdpersoon: Mathilde is een 63-jarige, goed verzorgde en elegant geklede weduwe. Ze is met de jaren wel wat dikker geworden en wat moelijker ter been, maar je kunt goed zien dat zij vroeger een mooie vrouw moet zijn geweest. Nu kennen de buurtbewoners in die chique buitenwijk haar vooral van de wandelingetjes die zij dagelijks met haar goedmoedige dalmatiër maakt. Wat ze niet weten, is dat Mathilde nog steeds werkt. Haar beroep? Huurmoordenaar.
In de Tweede Wereldoorlog is zij als negentienjarige bij het verzet gekomen, waar ze al snel uitblonk door haar meedogenloze manier van handelen. Zij en haar ‘commandant’ Henri besluiten na de oorlog hun illegale, lucratieve acties voort te zetten, Henri als brein, Mathilde als uitvoerder. De twee voelen zich ook amoureus tot elkaar aangetrokken, maar hun zakelijke beslommeringen staan een liefdesrelatie in de weg. De laatste tijd raakt Mathilde evenwel wat aan de sukkel. Ze wordt eigenzinniger in de uitvoering van haar opdrachten en is ook op andere terreinen wat minder scherp.
Mathilde heeft sardientjes gegeten. Dat zou ze natuurlijk niet moeten doen, maar het is de beloning die ze zichzelf gunt na een succesvolle opdracht. Haar opdrachten zijn altijd succesvol geweest. Terwijl ze tv zit te kijken, dept ze met een stuk brood de laatste olie op. Ze vindt dat de man er in het echt beter uitzag dan op de foto in het tv-journaal. Tenminste, tot op het moment dat zij zich ermee had bemoeid. Ze vindt het jammer dat ze het zo weinig over zijn teckel hebben gehad, blijkbaar zijn ze niet geïnteresseerd in honden. Ze staat moeizaam op, en terwijl de camera het bloedspoor op de straat uitvergroot, ruimt ze de hoek van de tafel af.
Nadat ze de Avenue Foch had verlaten, is ze over de Pont Sully gereden, haar favoriete brug. Ze kent alle bruggen van Parijs, er is er niet één waar ze de afgelopen dertig jaar geen pistool of revolver vanaf heeft gegooid. Zelfs na opdrachten buiten de stad, maar dat heeft ze Henri nooit verteld. Het heeft iets dwangmatigs. Glimlachend schudt ze haar hoofd. Ze is iemand die snel vertederd raakt over haar kleine eigenaardigheden, het lijkt wel of ze die koestert.
Het gevolg van haar steeds frequentere zwakke momenten is dat ze niet alleen de politie, maar ook haar opdrachtgever achter zich aan krijgt, want het is duidelijk: Mathilde moet uitgeschakeld worden. Maar misschien onderschatten zowel politie-inspecteur Vassiliev, als Mathildes commandant Henri Latournelle toch haar vakmanschap, ervaring en scherpte een beetje.
In Het serpent vinden we veel terug van de latere Lemaitre, met name zijn humor, de spanning en de meedogenloze wijze waarmee hij met zijn personages omspringt. Het achterplat maakt terecht een vergelijking met het werk van Quentin Tarantino. Hoewel tegen het eind het verhaal iets van een hyperbool van zichzelf dreigt te krijgen, valt er voor liefhebbers van het genre tot aan de laatste bladzijden toe met volle teugen te genieten. Ook al omdat het boek, uit 1985 immers, een verademende afwezigheid etaleert van zaken als DNA, gps, mobiele telefonie, sociale media en wat er verder aan onromantisch het genre is komen binnenwandelen, en moordopdrachten nog gewoon via ansichtkaarten en in telefooncellen verstopte briefjes worden doorgegeven. De schrijver is zich daar blijkens zijn voorwoord ook terdege van bewust. Niet toegeven aan de aanvechting om dit oude werk te herschrijven, is een verstandig en goed besluit geweest.
Jan de Jong
Pierre Lemaitre – Het serpent. Xander, Haarlem. 256 blz. € 21,99.