Rijk moet de werkelijkheid meer geweld aan doen

Waarover moet je beschikken om in Nederland een boek te schrijven? Potlood en papier, natuurlijk. En, als het even mogelijk is: een gereformeerde jeugd. Het gezegde: een slechte jeugd is des schrijvers goudmijn, dat universeel geldigheid bezit, gaat in Nederland alleen op als „slechte” wordt gelezen als „gereformeerd”, wat overigens niet wil zeggen dat beide begrippen voor hetzelfde staan, want er wordt ondanks alles toch heel wat afgelachen door gereformeerde jongeren.

Dat blijkt ook weer eens uit de nieuwe [1981] verhalenbundel van Rijk de Gooyer, die, om misverstanden te voorkomen, de titel Gereformeerd en andere verhalen draagt.

Het titelverhaal behandelt in kort bestek — twaalf pagina’s — de eerste vijf levensjaren van de auteur. Wordt hij op bladzijde 7 nog geboren als de helft van een tweeling, op bladzijde acht staat hij al voor de keuze of hij voor een dubbeltje een pakje shag zal kopen of een fiets huren.

De zondag was in huize De Gooyer de dag des Heren. De kleine Rijk mocht naast zijn vader in het ouderlingen.bankje zitten. In dit verband wordt een anekdote verteld, die model staat voor de opbouw van het hele boek:

Een keer had ik ’t koperen knopje niet goed dichtgeschoven en toen ik ‘r tegenaan leunde viel ik met een klap uit de bank. Ik schaamde me dood en tijdens de gehele preek dorst ik niet meer op te kijken.

Alle verhalen die Rijk de Gooyer in dit boek oplepelt zijn doorspekt met anekdotes van deze soort. Het gereformeerde toneel wordt al snel verlaten: via een anekdote over zijn optreden als radioyerslaggever bij de inhuldiging van koningin Juliana — hij
was toen in dienst van de NCRV — komt De Gooyer op verhalen over collega-artiesten. Op bladzijde 37 begint, hoewel niet met zoveel woorden aangegeven, de afdeling „en andere verhalen”.

Rijk de Gooyer heeft een hoop te vertellen, maar hij komt nooit boven het anekdotische uit Elk verhaaltje staat op zichzelf en de aanleiding om het op te schrijven is meestal een soms aardige, soms volstrekt onbenullige frappe.

In deze stijl schreef. De Gooyer al eerder het boek Krentenbollen, kogels en klatergoud, zodat de verrassing er, voor wie die verhalen kent, wel af. is. „Een fel-realistische levensroman” luidde toen de ondertitel, omdat dat toen — Jan Cremer had nog niet zoveel eerder opzien gebaard — in de mode was. Nu door ’t Hart, Biesheuvel, Wolkers en anderen het geloof der mannenbroeders in de literatuur niet minder dan een trend is geworden, publiceert Rijk de Gooyer onder de titel Gereformeerd soortgelijke vertellingen.

Hoe grappig een bepaalde anekdote ook is — er valt wel degelijk te lachen —, wanneer de hoofdrolspelers van een tragische nietszeggendheid zijn, verliest de anekdote zijn kracht, en doet hij in nietszeggendheid niet onder voor de gemiddelde cafébabbel. Het woord babbel gebruik ik niet voor niets: het zou me niet verbazen als de schrijver zijn memoires op een cassettebandje heeft ingesproken en door een secretaresse heeft laten uittikken. Er staan zinnen in die twee tegenovergestelde dingen kunnen betekenen, er is met regelmaat sprake van „een aantal zijn” in plaats van „een aantal is” enz.

Zelfs als we geen literaire maatstaven aanleggen (wat we ook niet doen) is Gereformeerd geen ijzersterk boek. Het is bijvoorbeeld minder leuk dan de brieven die De Gooyer, Eelke de Jong en Peter van Straaten elkaar wekelijks in de Haagse Post schrijven onder de noemer ‘Beste jongens’. Daarin wordt ook vrijelijk gefantaseerd.

Dat lijkt me ook het geval in het stukje over Eelke de Jong, waarin verslag wordt gedaan van een interview dat deze met een debuterende auteur houdt. De Jong is pen en papier vergeten en vraagt de geïnterviewde om deze attributen. Met diens dure
vulpen bekrast hij een papieren servetje, waarin hij vervolgens zijn neus snuit om het tenslotte over zijn rug te werpen. Tegen Rijk de Gooyer, die hij heeft voorgesteld als zijn fotograaf (hoewel hij geen camera bij zich heeft), zegt hij: „Kom, ik heb nog meer te
doen.”

Hier is De Gooyer op zijn best. Hij moet niet proberen de werkelijkheid getrouw weer te geven, maar hij moet integendeel de werkelijkheid geweld aan doen.

Frank van Dijl

Rijk de Gooyer – Gereformeerd en andere verhalen. Elsevier.

Deze recensie stond op 27 februari 1981 in Het Vrije Volk.