Recensie: Maarten Asscher – De schaduw van een vriend
Hollandse old boys en hun troetelfascist
De schaduw van een vriend is de jongste roman van Maarten Asscher. Een boek van vrij bescheiden omvang (net geen 300 pagina’s) vol ideeën en discussies, geschreven in een strakke, niet opdringerige stijl. Klassiek. Beschaafd. Soms wat droog, misschien. Dat zijn ook de vijf vrienden van wie Asscher het verhaal vertelt. Het gaat om mannen met een vooraanstaande maatschappelijke positie: een bedrijfsleider, een advocaat, een diplomaat, een academicus en een politicus. Stuk voor stuk stammen ze uit de bovenlaag van de Nederlandse samenleving. Ze zijn met elkaar bevriend sedert hun studententijd in Leiden en komen nog geregeld samen met hun studentenjaarclub. Maar de politicus, oud-staatssecretaris en Tweede Kamerlid van een niet bij name genoemde politieke partij, verkondigt steeds rechtsere standpunten en schuwt zelfs het de term ‘omvolking’ niet. Zijn vrienden vinden dat niet allemaal even prettig – het strengst oordeelt de academicus, een Assyrioloog – maar hun bezwaren wegen niet op tegen hun ‘old boys’-solidariteit.
Dat een linkse journaliste een kritisch artikel over de politicus wil schrijven, is op zichzelf niet bijzonder. Maar ze is goed geïnformeerd en wil ook uitvissen in welke mate zijn vriendenkring mee verantwoordelijk is voor zijn identitaire opvattingen. De meest ‘spectaculaire’ verwikkelingen van de plot zijn dat de journaliste toevallig aanwezig is bij een lustrumviering van de jaarclub en dat ze omstreeks dezelfde tijd in contact komt met de zoon van de advocaat. Die heeft ervoor gekozen om niet in het voetspoor van zijn vader te lopen en komt aan de kost als klarinettist in een band.
Asscher vertelt dit verhaal vanuit het standpunt van de verschillende personages, doorgaans in de hij- maar soms ook in de ik-vorm. Dat levert interessante perspectiefwisselingen op en nodigt de lezer uit om begrip op te brengen voor elk van hen. Tegelijk illustreert het hoe verleidelijk en gemakkelijk het voor keurige heren is om geen standpunten in te nemen tegen een populist met fascistische trekjes. Doorgaans denken ze er zelfs niet serieus over na.
Wat De schaduw van een vriend tot een waarlijk ‘juist’ boek maakt, is de aandacht die Asscher besteedt aan wat de vijf vrienden (of toch vier van hen) met elkaar verbindt. En dat is niet alleen hun afkomst of hun lidmaatschap van dezelfde studentenclub. Het zijn ook ‘echt’ vrienden: mensen tussen wie een grote affiniteit bestaat en die samen belangrijke dingen hebben beleefd. Er wordt in de roman ook veel over vriendschap nagedacht en gesproken. Asscher maakt daarbij intelligent gebruik van de diplomaat, die verzot is op Franse literatuur en graag Montaigne citeert.
Asscher beklimt dus geen barricaden en bezondigt zich niet aan slogans, maar dat maakt zijn analyse niet minder scherp. Uiteindelijk blijkt dat de politicus geen tegenspraak duldt en de vriendschap opzegt wanneer hij oordeelt dat de anderen niet loyaal genoeg zijn. Voor hem komen de politiek en zijn rechtste standpunten in ieder geval eerst. Wie terugbladert naar de eerste bladzijde van de roman leest daar nog eens hoe de advocaat van het gezelschap koppig blijft weigeren om de waarheid onder ogen te zien. Kortom, De schaduw van een vriend is een subtiele roman die mildheid paart aan politieke alertheid. Het is ongetwijfeld een ‘Hollands’ boek, maar ook lezers uit Vlaanderen herkennen er veel in.
Jan Lampo
Maarten Asscher – De schaduw van een vriend. De Bezige Bij, Amsterdam. 286 blz. € 24,99.