Recensie: Helle Helle – BOB
Kleine Bob in de grote stad
In de Twittersamenleving draait alles om impulsieve reacties. Ultrakort, weinig doordacht: gooi het er maar uit. Om er later misschien met enige gêne op terug te kijken. Ook in de romans van de Deense schrijfster Helle Helle zijn de zinnen nooit lang, de hoofdpersonen gemakkelijk afgeleid en de impulsieve reacties aan de orde van de dag. Maar wat een verschil. Helle laat via haar personages een wereld aan onuitgesproken gedachten en gevoelens doorklinken.
Helle Helles benadering is minimalistisch en realistisch, maar daarmee niet minder intiem. De vertellende ik in haar nieuwste roman BOB heeft het niet over zichzelf, zoals doorgaans het geval is, maar over haar vriendje Bob. Ook nauwelijks over wat ze samen beleven en voelen. Bob is de verpersoonlijking van wat waarschijnlijk iedereen kent tijdens een vroege verliefdheid: hij is alles. De drie kapitalen in de titel zijn wat dat betreft veelzeggend. Alles wat Bob doet en deed is dus van belang, al blijft onduidelijk hoe ze zo veel van hem te weten is gekomen. Speelt mogelijk ook haar fantasie een rol? Hun relatie brengt niet alleen geluksgevoelens, maar ook grote en soms juist heel kleine zorgen en twijfels met zich mee:
De pan kwam op tafel, dat was iets waarover we het vaak hadden, of de pan dat mocht. Of hij beschadigingen achterliet en of het weekblad de placemat mocht zijn.
Het moderne bestaan is meer dan ooit een eindeloze rij incidentjes zonder begin of eind. Bob, duidelijk jong, want nog bezig met studiegedachten en eerste baantjes, wil een aardige vent zijn, die zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij bekommert zich om daklozen en collega’s, wil trouw zijn aan zijn door studie veelal afwezige vriendin, ook al proberen andere jonge vrouwen hem geregeld te versieren, en doet zonder morren het kleine huishouden.
Maar Bob loopt ook, zoals zovelen, tegen uiteenlopend maatschappelijk ongerief aan. Hij moet in de eerste plaats als plattelandsjongen zien te overleven in het voor hem onoverzichtelijke, grote Kopenhagen, waar van alles veel is en de mores anders zijn dan in een dorp. Hij verdwaalt dus gemakkelijk, niet alleen letterlijk. De twee jonge mensen zijn blij met hun krappe studio-appartementje boven een benzinestation, wat toch een ware cultuurschok zal zijn, al moeten Helles lezers zulke dingen zelf bedenken. Ze reikt je slechts Bobs bestaansfragmentjes aan in fonkelende zinnen, maar onderstreept niets, legt niets uit, laat de onderliggende betekenissen aan de lezer over, dus precies wat je van aansprekende literatuur mag verwachten.
De vertellende ik, voor wie Helles werk kent herkenbaar als het meisje uit haar vorige roman Zij, is vagelijk aanwezig. Zij lijkt Bobs verleden, huidige bezigheden, gevoelsleven en twijfels te wegen, want hij is het immers met wie ze misschien verder wil en kinderen wil krijgen. Ieder detail uit het dagelijkse leven, hoe futiel ook, maakt zo deel uit van dit plotloze mensenverhaal, waarin iedereen wel iets uit zijn of haar jeugdjaren kan terugvinden; eenzaamheid, zelftwijfel, geldzorgen, maar ook een onberedeneerd, vreemd soort wilskracht:
Hij zag een bord met KERSTCONCERT bij de Nicolaj Kirke, maar hij wist niet of hij van tevoren een kaartje had moeten kopen. Bij de Ooievaarsfontein zag je vaak iemand onderdanig om geld bedelen. Bob had hem een tijdje geleden een half pakje kauwgum gegeven, omdat hij geen muntgeld meer had. Hij had zich er vanaf dat moment om geschaamd, nu ging hij op de rand van de fontein zitten en haalde een tienkronenmunstuk tevoorschijn. Maar de persoon in kwestie dook niet op en het graniet was ijskoud, (…).
Dat Bob wat baantjes verslijt, die ook weer kwijtraakt, en waar dat precies gebeurt zijn slechts bijzaken in deze kleine roman. Het hadden evengoed andere baantjes kunnen zijn, waar andere mensen zijn collega’s waren. Maar al associërend zijn de kleine ontwikkelingen op alles toepasbaar. Dat maakt BOB tot een universeel geldend stuk proza dat, zelfs met zijn soms licht absurdistische trekjes, vooral een roman van empathie is.
André Keikes
Helle Helle – BOB. Vertaald door Kor de Vries. Querido, Amsterdam / Antwerpen. 174 blz. € 20.