Recensie: M.L. Longworth – Moord in de Rue Dumas
Onder professoren in Aix-en-Provence
Seriële detective romans die steeds dezelfde hoofdpersoon en diens omgeving centraal stellen, hebben een bijzondere aantrekkingskracht. Je loopt mee met Commissario Brunetti door Venetië, bent bekend met Miss Marple’s St Mary Mead, rijdt met Philip Marlowe door Los Angeles of wandelt met Frida Klein door Londen. De schrijfster M.L. Longworth haakt met een serie romans die in Aix-en-Provence spelen aan bij deze traditie. Haar detective Moord in de Rue Dumas is het tweede deel dat nu is vertaald in de serie Provençaalse Mysteries.
Het verhaal speelt zich af in het academische milieu van de Universiteit van Aix-en-Provence. Op een feestje voor de medewerkers zal de decaan, professor Moutte van de theologische faculteit, bekendmaken wanneer hij met pensioen gaat en wie hem opvolgt. Er azen drie medewerkers op zijn baan, waar een schitterend appartement in het centrum van Aix bij hoort. Tegelijk zijn er vier vergevorderde studenten die hopen dat de professor tijdens het feest zal vertellen aan wie van hen de beschikbare, royale promotiebeurs zal worden toegekend. Het loopt allemaal anders. Na het feest besluiten twee van de vier studenten in benevelde toestand in te breken in de studeerkamer van de professor. Ze treffen hem dood achter zijn bureau aan.
Vanaf het eerste hoofdstuk is duidelijk dat er veel personen een rol spelen in deze roman, hetzij als speurders, hetzij als verdachten. Omdat al deze personen inclusief hun sociale achtergrond, familie en eigenaardigheden worden geïntroduceerd, blijft het lang onduidelijk hoe het verhaal zich zal gaan ontwikkelen. Wie gaat de moord nu eigenlijk onderzoeken? Het gebrek aan een duidelijke rode draad wordt verergerd door de voorliefde van de schrijfster voor betekenisloze details: ‘Als hij de gordijnen van donkergrijs linnen openschuift …’ of ‘Hij doet de spots boven zijn witmarmeren aanrecht aan’, enz. En dan zijn er nog de lange uitweidingen over een scala aan onderwerpen, die soms wel, maar lang niet altijd relevant zijn voor het verhaal. Een kleine greep daaruit: het verschil tussen de middeleeuwse kloosterorden van Cluny en Cîteaux, de beste restaurants/bistro’s/slagers in Aix, mét de namen en familiegeschiedenissen van de uitbaters, de geschiedenis en stadsplattegrond van Aix en de beste/lekkerste/duurste sigaren, wijn, whisky, koffie. Deze laatste categorie verleent het boek een wat onaangenaam snobistisch tintje.
Maar uiteindelijk moet er toch een moord, inmiddels zelfs twee moorden, opgelost worden. En dan komt uiteindelijk de vaart er behoorlijk in, opmerkelijk genoeg als het onderzoek zich naar Italië, dus buiten Aix-en-Provence heeft verplaatst en er als het ware minder mensen door het beeld lopen. De schuldige wordt na spannende ontwikkelingen ontmaskerd in een ontknoping op een dak die het in een eventuele verfilming goed zal doen. Een aardig detail is de epiloog, die verhaalt hoe het de diverse personen die we hebben leren kennen, vergaat in hun verdere levens. Maar hoe het afloopt met onderzoeksrechter Verlaque en zijn vriendin Martine Bonnet, de detectives van dienst, en wie de persoon is waarover Verlaque zo geagiteerd en hardop droomt, dat horen we niet. Daarvoor moet je dan misschien deel drie, of zes, of tien lezen. Het boek is vloeiend vertaald, en zal vooral voor iemand met kennis van Aix-en-Provence prettige herkenningspunten opleveren. Maar een plaatsje in het pantheon waar Miss Marple, Brunetti, Marlowe en Frida Klein zich ophouden, is voor deze detectives echt te veel gevraagd.
Thea Summerfield
M.L. Longworth – Moord in de Rue Dumas. Uit het Engels vertaald door Hans E. van Riemsdijk en Marijke Gheeraert. Manteau, Antwerpen. 316 blz. € 19,99.