Recensie: Barbara Pym – Een glas vol zegeningen
Vileiner dan het lijkt
Het lezen van een roman van Barbara Pym is altijd iets om je op te verheugen, bijna als een quilty pleasure. De hoofdpersonen zijn vaak nogal burgerlijk, er gebeuren geen wereldschokkende zaken en het wemelt er altijd van de geestelijken. Romans waarin een echtpaar kan kibbelen over de minuten die ze te laat kunnen komen op een afspraak. Romans die een beetje tuttig zijn aan de oppervlakte, maar dat is maar schijn, want Pym hanteert een stijlregister vol ironie en understatements waardoor de romans volstrekt onweerstaanbaar worden. Als er iemand geïntroduceerd wordt, dan gebeurt dat met vileine humor: ‘Dicht bij hen stond een magere vrouw met paars haar en een verbaasd gezicht, alsof ze niet had verwacht dat de kleur zo zou uitpakken.’ Van die terloopse zinnen als: ‘Ik verwachtte geen plezier te beleven aan de begrafenis, al voelde ik wel een zekere bevrediging door mijn plicht te doen.’ Een glas vol zegeningen staat bol van dat soort zinnen en je kunt het boek dus met gerust hart kopen zonder de rest van de recensie te lezen waarin een klein beetje gespoild wordt al probeer ik me in te houden.
Wilmet Forsyth is getrouwd met Rodney die op een ministerie werkt. Ze wonen in bij de ietwat extravagante moeder van Rodney, in Londen. Wilmet is als enige religieus en bemoeit zich met het kerkelijk leven, een anglo-katholieke gemeenschap binnen de anglicaanse kerk. De priesters mogen trouwen, maar een stel priesters woont wel in het priesterhuis samen. Nieuwe priesters worden, net als in De tamme gazelle, met ongebreidelde nieuwsgierigheid gevolgd. Het is een nogal gezapig leventje waar ze wel uit wil breken, maar als de man van een vriendin avances maakt gaat ze er niet op in. Wel is ze geïnteresseerd in de broer van die vriendin: Piers. Bij hem gaat ze, samen met haar schoonmoeder, lessen Portugees volgen. In haar hoofd het begin van een romance.
Het interessante aan Een glas vol zegeningen is het gekozen perspectief van Wilmet die nogal naiëf in de wereld staat en allerlei signalen over de mensen in haar omgeving niet oppikt of juist fout interpreteert. Het wemelt in deze roman van de homoseksuele mannen, maar Wilmet wordt zich pas laat bewust van de verkeerd ingeschatte hints. De lezer zal die aanwijzingen eerder oppikken en daardoor zit er een extra komische laag in die roman. Er zit, en dat is wel opmerkelijk van deze roman uit 1958 geen enkel oordeel in over homoseksualiteit. Wilmet geeft wel een goede kenschets van zichzelf:
Het leek of het leven om mij heen door was gegaan zonder dat ik er iets van wist; zo loopt het soms, maar het was beangstigend, net als verkeer dat om je heen stroomt terwijl je midden op straat op een vluchtheuvel staat.
Het is jammer dat in de vertaling soms onnodige voetnoten zijn opgenomen (als ik wil weten wie Charlotte M. Yonge was, dan zoek ik dat wel op) waardoor je uit de fictie wordt gehaald. Voor de rest heeft die vertaling precies de juiste toon die hoort bij Barbara Pym. Anda Schippers voegt nog een kort informatief nawoord toe aan het boek waarin ze aanstipt dat het werkt van Pym in de jaren zestig geweigerd werd door uitgevers, ’te tam voor de tijdgeest, niet realistisch genoeg’. Later kwam dat gelukkig goed. Hopelijk wordt hier dankzij de nieuwe vertalingen van Pym een nieuwe doelgroep aangeboord, er zijn nog steeds lezers die wel snappen hoe ironie werkt.
Coen Peppelenbos
Barbara Pym – Een glas vol zegeningen. Vertaald door Anda Schippers. Van Maaskant Haun, Zorgvlied. € 23,99.