Recensie: Theodor Holman – Het kaartspel
Moeders en zonen
In de Literaire Juweeltjes Reeks verscheen het verhaal Het kaartspel van Theodor Holman. Hierin vertelt een zoon over de ontberingen die zijn moeder gedurende de Tweede Wereldoorlog moest doormaken in een Japans interneringskamp op Java. Volgens uitgeverij B for Books heeft de reeks als doel om ‘mensen en vooral jonge mensen op een prettige manier duidelijk te maken dat het lezen van literatuur heel aangenaam kan zijn en tegelijkertijd onze kijk op de wereld een beetje kan veranderen’. Holmans verhaal is dus vooral bedoeld als wapen in de strijd tegen de ontlezing. Dat wapen kan slagkracht krijgen als het bijvoorbeeld wordt opgepakt in de literatuurlessen op school.
Een zoon die herinneringen ophaalt aan zijn moeder en verslag doet van wat er zich in de vrouwenkampen op de Indonesische archipel tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld, het is ongeveer dezelfde opzet als die van de roman Bezonken rood van Jeroen Brouwers uit 1981, met dit verschil dat de ik-figuur in Het kaartspel er niet zelf bij is geweest. Voor wie Brouwers’ overrompelende klassieker heeft gelezen, is het verhaal van Holman weinig opzienbarend. Maar Het kaartspel is niet bedoeld voor mensen die Bezonken rood al hebben gelezen. Het moet jongeren op een prettige manier in aanraking brengen met literatuur. En de vraag is dan: kan Het kaartspel dat? Ik denk het wel.
Holman heeft gekozen voor een aantrekkelijke vorm. Hij laat het verhaal beginnen met een vroege, naoorlogse herinnering van de zoon. Deze is thuis met zijn moeder als er wordt aangebeld. Het blijkt een vrouw te zijn die de moeder nog kent uit het kamp waar ze samen in hebben gezeten. De vrouw smeekt de moeder om nog eens als waarzegster op te treden:
‘Ben jij dat Anneke?’ vroeg moeder.
Ze omhelsden elkaar langdurig.
De vrouw begon te huilen.
‘Je moet me helpen… Help me, alsjeblieft…’
‘Wat is er dan, Anneke?’
‘Je moet ze voor me leggen… Het is zo vreselijk.’
‘Ik doe het niet meer,’ zei mijn moeder.
‘Alsjeblieft, doe het nog een keer voor mij.’
Mijn moeder talmde, keek even over haar schouder naar mij.
‘Ga naar je kamer, lieverd. Ik moet even alleen met deze vrouw praten.’
Dit bezoek betekent voor de zoon de kennismaking met het kaartspel dat ooit toebehoorde aan zijn vader die voor de oorlog af en toe optrad als goochelaar. De moeder nam het mee naar het kamp waar ze het inzette om de toekomst te voorspellen van haar lotgenoten.
Op latere leeftijd wil de zoon een artikel schrijven over het kampverleden van zijn moeder voor de Groene Amsterdammer. Hij vraagt haar om erover te vertellen. Hij probeert opnames te maken. Met veel pijn en moeite doet de moeder uit de doeken welke traumatische gebeurtenissen haar al drie decennia achtervolgen. Uiteindelijk vormen de opnames de basis voor het verhaal van Het kaartspel. Het verhaal wordt afgesloten met een brief van de vader aan de ouders van de moeder die dateert van september 1945. Doordat de brief is geschreven in een andere stijl doet hij authentiek aan. Als afzender staat vermeld ‘P. Th. Homan 106811’. De overeenkomst met de achternaam van de schrijver zelf versterkt de suggestie dat Het kaartspel autobiografische elementen bevat.
De toegankelijke schrijfstijl, de spannende opbouw van het verhaal en de bescheiden omvang van de tekst maken Het kaartspel aantrekkelijk voor jonge mensen die nog weinig ervaring hebben opgedaan met de Nederlandse literatuur. Achter in het boekje zit een bon voor wie de smaak te pakken heeft gekregen. Wie de bon opstuurt maakt kans op een exemplaar van Holmans nieuwste roman Als de liefde. Wat mij betreft had er nog een tweede bon aan kunnen worden toegevoegd, namelijk een voor dat onontkoombare boek van Brouwers. Daarmee was de leesbevorderende slagkracht van Het kaartspel nóg groter geweest.
Ronald Ohlsen
Theodor Holman – Het kaartspel. B for Books, Hilversum. 64 blz. € 2,49.