Recensie: Natalie Haynes – De blik van Medusa
Komische goden, tragische monsters
De blik van Medusa van Natalie Haynes frist je kennis van de Griekse mythologie aangenaam op. In Nederland is Haynes bekend van De kruik van Pandora, een non-fictie boek dat tevens door Meulenhoff is uitgegeven, waarin de auteur mythologische vrouwen een stem geeft en de mythen door een moderne bril toont. Het personage van Medusa komt ook in De kruik van Pandora voor. Haynes zegt in een interview gefascineerd te zijn door het vrouwelijke monster, dat sinds #MeToo bij uitstek het symbool van feminisme is.
Veel goden van de Olympus passeren in De blik van Medusa de revue, maar ook de verhalen van stervelingen zoals Danae, Andromeda, en Iodame krijgen er de nodige aandacht. De goden hebben menselijke trekken: Hero is hartstikke jaloers, Hephaistos is zowel de hulpvaardige zoon als de aanrander, Athene is een verwend meisje met wrede trekjes. De scènes over de goden zijn grappig en luchtig. Wanneer bijvoorbeeld Zeus kampt met hoofdpijn, wordt die verholpen door een slag van de bijl van Hephaistos, met als resultaat dat Athene geboren wordt.
De roman wordt vanuit meerdere perspectieven verteld, zelfs uit de ogen van een kraai, een olijfgaard en, misschien wel de leukste, de slangen op Medusa’s hoofd. Het duurt even voordat de rode lijn van het verhaal duidelijk wordt, maar in wezen draait het om drie personages die bij elkaar komen: Medusa, Athene en Perseus. Deze laatste loopt nogal wat imago-schade op, terwijl zijn moeder Danae met warmte wordt beschreven, ontneemt Haynes hem botweg zijn historische heldenstatus. In de plaats daarvan verwordt hij tot een stumper. Voor het geval je als lezer het oude beeld van hem aanhangt, verduidelijkt Haynes apart in een hoofdstukje dat medeleven voor hem ongewenst is, want een lieverdje is Perseus zeker niet.
Dat de auteur de visie op Perseus omdraait is belangrijk. Wie, vraagt ze, zijn hier eigenlijk de monsters? Medusa en haar zusters, de Gorgonen, wezens met klauwen en slagtanden? De zusters worden juist door de auteur als zorgzaam omschreven.
‘Jullie zijn geen monsters,’ zei Medusa.
‘En jij ook niet. Wie bepaalt wat een monster is?’
‘Dat weet ik niet, zei Medusa, ‘mensen denk ik.’
Of is Perseus een monster, Poseidon, en nog wat figuren?
Halverwege de roman grijpt het lot van Medusa je echt aan. Achtergelaten door haar ouders, wordt ze verkracht door Poseidon en moet ze de wraak van Athene verduren. Voordat ze door Perseus onthoofd wordt, wordt ze blind:
Ze knipperde, en toen nog eens. Misschien hadden haar ogen tijd nodig om te wennen aan de duisternis in de grot, ze wachtte, maar het bleef aardedonker.
Met dit type scène slaagt Haynes er goed in om Medusa menselijk te maken. Als lezer wil je dat aspect van haar leren kennen om de verandering die ze doormaakt te begrijpen. Haynes is er zuinig mee en de scènes met Medusa zijn kort; het moment dat Athene haar vervloekt bijvoorbeeld wordt niet uitgeschreven en dat is jammer.
Medusa maakt een interessante ontwikkeling door wanneer ze van kwetsbaar meisje verandert in een Gorgonenkop. Als lezer blijf je het slangenhoofd van Medusa volgen terwijl het in de rugzak van Perseus wordt weggevoerd. De ‘held’ maakt gebruik van de verstenende kracht van het hoofd om te moorden. Toegegeven, ook om zijn toekomstige vrouw Andromeda te redden van een zeemonster. Weer een monster inderdaad, en dit keer een zeer belangrijke, wat het verhaal van Medusa nog tragischer maakt.
Rosanna Del Negro
Natalie Haynes – De blik van Medusa. Uit het Engels vertaald door Frits van der Waa en Henny Corver. Meulenhoff Boekerij, Amsterdam. 333 blz. € 22,99.