Recensie: Driek van Wissen (vertaling) – Erich Kästners Lyrische Huisapotheek
Voor elke kwaal een gedicht
De ironisch, weemoedige gedichten in Erich Kästners Lyrische Huisapotheek moet je in homeopathische doseringen tot je nemen om de grote en kleine problemen van het bestaan aan te kunnen. Dat staat in het Duitse voorwoord dat helaas niet in vertaling is overgeleverd, evenmin als de gebruiksaanwijzing van Kästner om bepaalde gedichten te lezen als middel tegen een klacht. Wie het in 1936 voor het eerst uitgegeven origineel Doktor Erich KästnersLyrische Hausapotheke openslaat, krijgt te horen welke gedichten je moet lezen als je last hebt van luiheid, en welke gedichten als je weinig van kunst begrijpt, en welke als de herfst in aantocht is.
Op 21 mei, de sterfdag van Driek van Wissen, werd dit boek door uitgeverij Passage gepresenteerd in het Groningse café Wolthoorn & Co. Van Wissen was bezig met de vertaling totdat de dood hem, op vakantie in Istanbul, ging halen. Dichtbroeder Jean Pierre Rawie geeft in de inleiding gelukkig enige duiding over het werk anders zou volkomen onduidelijk zijn waar de titel op slaat. Dat Van Wissen nog niet klaar was met de vertaling blijkt soms. Van één gedicht staan er twee varianten in en bij enkele regels vermoed je dat Van Wissen nog wel een betere variant bedacht zou kunnen hebben.
Wat deze onvolledige uitgave de moeite waard maakt, is het rijmplezier van Van Wissen. Meestal volgt hij Kästner in diens rijmschema – inclusief de binnenrijmen – , maar hij is minder slaafs in de letterlijke vertalingen en dan zie je dat ‘colbertje’ kan rijmen op ‘airtje’. Sterker nog: waar Kästner het over een ‘Troubadour’ heeft, komt in de vertaling ‘Bob Dylan’ om de hoek kijken. Die vrijheden veroorlooft Van Wissen zich wel meer. Zo is er sprake van een ‘euro’ en is de moderne medische wetenschap al verder dan in de tijd van Kästner: ‘Ze splitsen atomen, genezen incest / en stellen ook vast door een DNA-test / dat Cicero last had van wratten.’ Een vrije interpretatie van ‘Sie spalten Atome. Sie heilen Inzest. / Und sie stellen durch Stiluntersuchungen fest, / daß Cäsar Plattfüße hatte.’
De eerste twee strofen van ‘Keiner blickt dir hinter das Gesicht (Fassung für Kleinmütige)’ luiden:
Niemand weiß, wie arm du bist…
Deine Nachbarn haben selbst zu klagen.
Und sie haben keine Zeit zu fragen,
wie denn dir zumute ist.
Außerdem, — würdst du es ihnen sagen?Lächelnd legst du Leid und Last,
um sie nicht zu sehen, auf den Rücken.
Doch sie drücken, und du mußt dich bücken,
bis du ausgelächelt hast.
Und das Beste wären ein Paar Krücken.
Van Wissen vertaalt die aldus:
Niemand weet hoe arm je bent…
Want je kankerende metgezellen
hebben heus geen tijd de vraag te stellen
of je ook veel rampspoed kent.
Trouwens – zou je het hen dan vertellen?Zonder ogen in je rug
tors je lachend daarop vele stukken.
Maar ze drukken zwaar, je moet je bukken
en de lach vergaat je vlug.
En het liefste had je dan twee krukken.
Het origineel lees je zonder veel problemen, maar Van Wissen gebruikt archaïscher bewoordingen (‘kankerende metgezellen’ bijvoorbeeld, waarbij ‘kankerende’ ook net te hard is, denk ik; maar ook ‘rampspoed’ is groter dan het origineel). De overgang ‘je rug / tors je’ is dan weer lekker gevonden door de tegenstelling rug en tors. Een kleine ambiguïteit die niet in het Duitse vers te vinden is, maar die heeft dan weer een overvloed aan alliteratie te bieden.
De vondsten van Van Wissen zijn extra komisch als je het origineel erbij pakt. Hij deinst er bijvoorbeeld niet voor terug om een gedicht over een dronken Hamlet in Zwolle te laten spelen. Ook Groningen en de Hoornse Plas duiken plots op in andere gedichten. En de man die met zijn gedicht ‘Anti-Fries’ een hele provincie tegen zich kreeg, had met de laatste twee strofen van ‘Voorbeeld van eeuwige liefde’ het tegendeel kunnen bewerkstelligen:
Toch wil ik er vast in geloven,
ik blijf erbij: jij was de ware.
Jij kunt mij die illusie niet ontroven,
want jij hebt het zelf niet ervaren.Ik zie de glimlach nog op je gelaat.
Het was in Friesland, in de Friese Wouden.
Ik heb de plaatsnaam niet onthouden.
De liefde bestaat.
Coen Peppelenbos
Driek van Wissen (vertaling) – Erich Kästners Lyrische Huisapotheek. Passage, Groningen. 104 blz. € 24,50.
Deze recensie verscheen eerder in een kortere versie in het Dagblad van het Noorden op 16 mei 2023.