Recensie: Zinaida Hippius – De schittering van woorden
‘Dat niemand meer een stukje ziel lijkt te bezitten dat niet gewond is’
Wie begint te lezen in De schittering van woorden van Zinaida Hippius, zal onwillekeurig parallellen zien tussen de tijd waarin deze autobiografische geschriften tot stand kwamen (eerste helft twintigste eeuw) en het huidige Rusland dat onder leiding van Poetin Oekraïne is binnengevallen. Het is frappant hoe haar verslag van incompetentie van de legerleiding, verouderd materieel, soldaten die als vliegen sneuvelen, lijkt op wat we de afgelopen tijd in de kranten hebben kunnen lezen: ‘Heel dat armzalige politieke leven van Rusland – in de Russische intelligentsia, in een aantal illegale en legale partijen rond de regering in de dop en dat hersenschimmige parlement – de Doema – geconcentreerd, heel dat politieke leven heeft zich vlak voor onze ogen afgespeeld.’
Hippius was een excentrieke schrijfster, die zich meer man voelde in een vrouwenlichaam. In de bundel is een keuze uit haar autobiografische geschriften opgenomen. Ze vertelt vooral over het culturele leven in Sint-Petersburg waar zij met de in die tijd beroemde schrijver Dmitri Merezjkovski woonde. Er heerste een behoorlijk strenge censuur, waardoor het steeds onduidelijk was of haar werk en dat van haar man wel gepubliceerd zou worden. In hun salon ontvingen ze diverse schrijvers, activisten en intellectuelen, die je soms met moeite uit elkaar kunt houden, niet alleen omdat de Russische namen lastig te onthouden zijn, maar ook omdat ze de personen niet altijd de volledige naam geeft, maar regelmatig afkortingen. Bovendien gaat het om een groot aantal mensen dat de revue passeert.
Ook verhaalt ze regelmatig over tsaar Nicolaas II en de tsaritsa. Volgens haar is de tsaar eigenlijk niemand: ‘Niet voor niets ging Nicolaas in stilzijgen gehuld alsof het een kledingstuk was. En zwijgend is hij ook in het verleden verdwenen.’ Bijzonder scherp en humoristisch beschrijft Hippius de tijd van de oorlog. Ze vertelt hoe de oorlog de tsaritsa met verbijstering sloeg, maar hoe snel ze zich er ook weer van had hersteld. Ze was namelijk nogal vertrouwd met het verschijnsel oorlog. Zij zag deze in de eerste plaats als een familieaangelegenheid:
Wij kunnen ons dat moeilijk voorstellen, maar het is eigenlijk heel natuurlijk. Er strijden immers louter ‘Georges’, ‘Williams’, en ‘Nicky’s’ met elkaar. De oorlog is een aangelegenheid van Nicky, en een overwinning op William zal een overwinning van hem persoonlijk zijn en hem roem en eer brengen.
De tsaritsa verliest ‘Rusland’ intussen ook niet uit het oog; over Rusland heeft ze voor deze gelegenheid een heel arsenaal kant en klare meningen, eigenlijk complete voorschriften over wat de belangrijkste belanghebbenden: Nicky en zij zelf, horen te doen.
De Doema wordt door Hippius een ‘constitutioneel luchtkasteel’ genoemd dat in een volslagen luchtledig opereert. Wanneer er rond 1917 steeds meer soldaten langs haar raam bij het Taurische Park marcheren, er overal geschoten wordt en het een grote chaos is van arbeiders, kozakken, bolsjewieken, is ook Hippius de wanhoop nabij: natuurlijk is ze niet voor de autocratie, maar ze wil ook niet dat Duitsland terrein wint, en het is volstrekt onduidelijk wie nu eigenlijk waarvoor staat. Ze heeft het gevoel dat vrienden die tot de politiek zijn toegetreden daar langzaamaan gek worden en onbetrouwbaar. Ze weet niet meer wat ze nog moet geloven en wie ze kan vertrouwen. Ondertussen doen zich gruwelijke verhalen de ronde: bij gebrek aan voedsel wordt het vlees van oorlogsslachtoffers geserveerd alsof het een gewoon stukje vlees betreft. Treurig beschrijft ze de toestand op bolsjewistische scholen, waar geen les kan worden gegeven:
1. zonder boeken, 2. zonder licht, 3. bij een temperatuur waarbij de inkt bevriest. 4. met opgezwollen armen en benen die in vodden zijn gewikkeld, 5. op dat armzalige beetje afval dat eens per dag bij de scholen wordt afgeleverd en tenslotte met dat handjevol geïntimideerde, hulpeloze leraressen en onderwijzeressen die verhippen van de honger en één ding goed doorhebben: dat ze absoluut niets kunnen doen.
De schittering van woorden is geen boek dat makkelijk wegleest, door de vele namen, maar ook door de aard van de geschriften: autobiografisch, de waan van de dag volgend, die in die periode behoorlijk schimmig en chaotisch was. Toch zet het aan het denken over de toestand in Rusland, toen en nu, over schrijven en politiek bedrijven in tijden van oorlog, en bovenal de machteloosheid van de gewone mens.
Dietske Geerlings
Zinaida Hippius – De schittering van woorden. Arbeiderspers, Amsterdam. 432 blz. €27,50.