Recensie: Cis Meijer – Game on
Gebakken varkensoren en een gestolen goudvis
Op de middelbare school speelde ik met vrienden weleens het spel Crazy 88. In navolging van het BNN-programma maakten we een lijst met gekke opdrachten die we in een lome zomervakantie probeerden te voltooien, terwijl iemand van ons deze escapades filmde. Het bleef tamelijk onschuldig, maar het was een vrolijk tijdverdrijf en goede manier om elkaar een beetje op te jutten en uit te dagen. Tegenwoordig is er natuurlijk de Zuid-Koreaanse tv-serie Squid Game op Netflix, waarin er voor de deelnemers heel wat meer op het spel staat. Ook deze show is een grote hit onder de jongeren, die de serie op kleine schaal ‘naspelen’.
Dit laatste gegeven heeft jeugdboekenschrijver Cis Meijer gebruikt ter inspiratie voor haar nieuwste werk Game on, bekroond met de publieksprijs van de Jonge Jury 2023. Het draait hierin om de populaire show Breakpoint, waarin jongeren gezamenlijk opdrachten moeten voltooien om een aanzienlijk geldbedrag te winnen. De uitdagingen worden steeds wreder, van een goudvis stelen en autolampen inslaan tot gebakken varkensoren eten. De vrienden Noor, Sky, Eline, Daan en Jordi geven zich met veel bravoure op voor de show en worden uiteindelijk meegenomen naar een landhuis op de winterse Veluwe, waar het schimmige spel volledig uit de hand loopt.
Voor het echter zover is neemt Meijer voldoende tijd om de personages te introduceren en hun persoonlijke motieven om aan het spel mee te doen duidelijk te maken. Noor laat zich vooral leiden door nieuwsgierigheid, maar ook door het feit dat haar moeder in de financiële problemen zit. Sky heeft iets naars meegemaakt met haar bikini op een schoolkamp, en doet sindsdien alles om er weer bij te horen. Eline ziet het spel als een ideale kickstart voor haar droomcarrière als model/influencer. De jongens vinden het gewoon gezellig en stoer. (Ik kon de jongens al lezende niet zo goed uit elkaar houden; Meijer heeft hen duidelijk het minst uitgewerkt.)
Deze achtergronden, de onderlinge haat en nijd die langzaam aan het oppervlak komt en de alledaagse strubbelingen worden door de auteur met overtuiging geschetst. Ze weet de taal en psychologie van tieners goed te benaderen, inclusief hun heftige emoties, onzekerheid en naïviteit. Als volwassen lezer vergt dit wel enig inlevingsvermogen, maar jongeren zullen de personages zeker als spiegels zien voor hun eigen kopzorgen of die van hun vrienden. Daar komt nog bij dat de roman op de huid van de tijd geschreven is, van berichtjes op Snapchat tot bekende TikTok-dansjes en specifieke kledingtrends.
Als vertelwijze gebruikt Meijer de meervoudige ik-verteller, een klassiek procedé dat je veel aantreft in jeugdboeken. Opvallend genoeg zijn alleen Noor en Sky de ik-vertellers, naast een mysterieuze vertelstem die tegen het einde steeds vaker opduikt. Hierdoor blijven de andere drie personages wat op afstand, terwijl het interessant zou zijn om te weten hoe zij tegen de rest van de groep aankijken, en wat hen daadwerkelijk drijft in het spel. Meijer weet de twee meisjes overigens wel goed te contrasteren: waar Sky erg op zichzelf gericht is, fungeert Noor juist als naar buiten gerichte verteller die het verhaal steeds voortstuwt.
Het eerste deel van het boek is eigenlijk het boeiendst, omdat Meijer mooi laat zien hoe een schooldag of gezellige middag met vrienden overloopt van de intriges en stille conflicten. De jongeren zijn in de lessen op school niet met de uitleg van de docent bezig, maar met elkaar. Een uitzondering is de docent die zich daadwerkelijk interesseert voor het wel en wee van de jongeren, en opmerkt wanneer er iets met ze is. Natuurlijk wordt uitgerekend die docent als slachtoffer van een van de Breakpoint-uitdagingen gekozen, waardoor een moreel dilemma in de vriendengroep ontstaat.
Halverwege de roman neemt het grote Breakpoint-spel de overhand, en daarmee verliest het verhaal aan geloofwaardigheid. Als lezer heb je direct in de gaten dat er iets goed mis is, maar de jongeren laten zich gewillig meevoeren naar de slachtbank. Wie heeft opgelet, ziet ook al snel hoe de vork in de steel zit, waardoor de ontknoping wat geforceerd voelt. Aan het slot neemt Meijer ook nog tot vervelens toe de tijd om de personages terug te laten blikken op wat er allemaal gebeurd is en waarom, zodat alle lijntjes die in het verhaal zijn ontstaan te keurig worden afgedicht.
Desalniettemin is Game on zonder twijfel een geschikt boek voor jongeren aan het begin van de middelbare school, zeker als deze uit zichzelf nog geen fervente lezers zijn. De taal is zeer toegankelijk, de zinnen zijn kort en de hoofdstukken veelal maar enkele pagina’s, waardoor je er werkelijk doorheen vliegt als lezer. Toch wordt het Nederlands nergens te simpel of vlak, en de thriller telt wel gewoon 240 pagina’s, waardoor je de nodige leeskilometers maakt.
Het is wel de vraag wat je als lezer verder uit dit boek kunt halen, behalve de herkenning in de jongvolwassen personages en hun psychologie. Het spel zelf is te kunstmatig en de plot te onwaarschijnlijk om over te discussiëren, maar de thema’s die eraan ten grondslag liggen, zoals het ontdekken van en experimenteren met elkaars grenzen, en zeker ook de geldnood waardoor de personages zich meer dan eens laten overhalen, zijn natuurlijk altijd actueel. Dit zijn geschikte zaken om de eerste stap van belevend of herkennend naar meer reflecterend lezen te maken, waarbij een docent de maatschappelijke context kan schetsen. Los daarvan is Game on vooral een eigentijds en spannend verhaal waarin bevriende jongeren elkaar uitdagen, verraden en gelukkig ook nog een beetje liefhebben.
Willem Goedhart
Cis Meijer – Game on. De Fontein, Utrecht. 240 blz. € 16,99.
(Voor de banner boven deze foto is gebruik gemaakt van deze foto van Burst CC0, via Pexels)
Leerlingen in het voorgezet onderwijs lezen graag eigentijdse populaire jeugdboeken: van Mel Wallis de Vries tot Cis Meijer of Anna Woltz tot Maren Stoffels. Auteurs van wie het werk helaas nogal onder de radar blijft op een site als Tzum (of in de kwaliteitskranten). Daarom starten Erik-Jan Hummel en Willem Goedhart, beiden docenten Nederlands, deze zomervakantie met een reeks recensies over populaire titels die hun leerlingen ook lezen. De belangrijkste vragen: is dit een boek dat we zouden aanraden? Fungeren deze boeken als spiegel voor tieners, en/of openen ze vensters naar de hedendaagse wereld?