Recensie: Elvin Post – Geen weg terug
Geen weg, dan een rivier
Na Museumnacht van Chinouk Thijssen lees ik voor de serie Spiegels & Vensters een tweede jeugdthriller, nu: Geen weg terug van Elvin Post. De recensie over Museumnacht leek veel op die van Willem Goedhart over Game on van Cis Meijer. We bespraken beiden kernmerken van het genre jeugdthriller, en hoe die terug te vinden waren in de boeken. Voor de recensie van Geen weg terug zou ik voor een groot deel uit die twee recensies kunnen knippen en plakken. Dat idee wordt versterkt door een reclameboekje dat ik in het boek vond: de uitgever prijst jeugdthrillers aan, die allemaal op elkaar lijken. De overeenkomsten die hieronder besproken zullen worden, hebben voordelen voor bepaalde lezers, maar voor een recensent is het lastig om er iets interessants over te zeggen, en voor docenten vormt deze eenvormigheid een gevaar.
Allereerst wat overeenkomsten: de verhalen staan in een ik-perspectief en dat perspectief wisselt per hoofdstukje. De plot is ongeloofwaardig. De hoofdpersonages zijn meestal net iets ouder dan de beoogde lezers. Puberale overwegingen over verliefdheid en vervelende ouders zijn massaal aanwezig. Er gebeurt iets spannends. De jongeren hebben vaak spijt van iets wat ze gedaan hebben. Wat gaat gebeuren wordt vaak luid aangekondigd. Wat personages ervaren, wordt letterlijk weergegeven. Alle personages blijven plat en maken geen ontwikkeling door. Binnen de groep jongeren zijn de rollen duidelijk verdeeld en stereotypes. De jongeren worden blootgesteld aan groepsdruk. De boeken lezen als een trein.
Dit zorgt ervoor dat een lezer zich niet hoeft in te spannen. Zelfs alle gedachten die bij hem opkomen tijdens het lezen worden voor hem uitgespeld. Dat is prettig voor lezers met een laag leesniveau, maar voor leerlingen die moeilijkere boeken aan kunnen is het eigenlijk zonde dat zij niet worden uitgedaagd. Tussen de twee jeugdthrillers door, las ik Moeten we dit weten voor de toets van Coen Peppelenbos. Dat zijn columns over het geven van literatuuronderwijs. Hier en daar is Peppelenbos erg hard, bijvoorbeeld als hij jeugdliteratuur wil verdedigen, schrijft hij tussendoor: ‘Natuurlijk verschijnt er veel rotzooi, kijk maar naar de nominaties voor de Prijs van de Jonge Jury, maar er staat ook veel moois tegenover.’ Hier worden veel boeken in één zin afgebrand, en ik vermoed vooral thrillers. (Het lijstje met aanbevelingen dat volgt, houd ik paraat, voor als deze serie blijft voortbestaan.) De column ‘Moeten studenten weten wat een cliché is?’ leest als een onderbouwing van Peppelenbos’ oordeel.
Bij ons op school mag in de bovenbouw één thriller op de leeslijst staan. Misschien is het voor de doorlopende leerlijn en het verwachtingsmanagement goed als we een dergelijke regel ook in de onderbouw invoeren. De stap van alleen maar jeugdthrillers naar volwassenliteratuur is anders wel erg groot.
Geen weg terug krijgt als ondertitel mee: Wat zou jij doen als je een tas met 80.000 euro vindt? Dat is meteen een goede samenvatting van het boek. Het is belangrijk om toe te voegen dat het gaat om vier jongedames van zeventien jaar die de tas vinden, en wel in een auto waaromheen ook twee mannen in een plas bloed liggen. Een van hen, Fleur, is nogal een durfal en neemt de tas mee. Kim vindt alles wat Fleur doet prima. Eva en Anna hebben zo hun bedenkingen. Hebben ze de tas eenmaal gepakt, dan blijkt een van de mannen in het bloed nog te leven. Later komen ze erachter dat hij een zware crimineel is. Deze informatie staat ongeveer op de achterflap.
Voor we bij dit spanende moment komen, lezen we eerst nog over alle verliefdheden en dagelijkse besognes van de personages, wat allemaal niet bijster origineel is. Het opvallende is dat we alleen de personages Eva en Anna in een ik-perspectief te lezen krijgen. Dat is jammer, want juist Fleur lijkt nog enige gelaagdheid te bevatten. Ze heeft rijke ouders en krijgt alles wat ze wil, behalve aandacht van haar ouders. Dat lijkt ze te willen compenseren door veel spullen te kopen en elke week met een andere jongen te zoenen. Hoe dat psychologisch werkt, vraagt om meer dan een mededeling hierover van Kim en dat Eva en Anna dat dan weten. Laat het zien! Het is een teken van onderschatting of lui willen houden van de lezer. Dat lijkt ook te zitten in de hoofdstukindeling. Die zijn steeds ‘Eva’ of ‘Anna’ genoemd, zodat de lezer precies weet welk perspectief er zal volgen. De hoofdstukjes beslaan een paar pagina’s, ook als het perspectief hetzelfde blijft en er tussen de hoofdstukjes geen tijdsprong wordt gemaakt. Denkt de schrijver dat een lezer maar een paar bladzijden per keer kan lezen?
Toegegeven, het wordt spannend als de man die onder het bloed bij de auto lag, opduikt. Hij wordt consequent de man met het litteken genoemd. Als Kim langs hem heen fietst, en dat niet doorheeft, en haar vriendinnen wel, ja, dan is het even spannend. De ontknoping zit al voorgebakken, maar komt toch wat onverwacht. Het verhaal lijkt dan ook te vertragen, en dat leest een stuk prettiger. Echt geloofwaardig wil het niet worden en het verhaal bouwde op naar een grotere finale.
Voor een tweede of derde klas is dit boek prima te lezen. Er wordt van de lezers geen actieve leeshouding verwacht, een lezer hoeft zich niets af te vragen, niets te leren, geen open lerende houding te hebben. Laat een open, lerende houding nu net zijn wat docenten bij leerlingen willen bewerkstelligen. Daarom zou ik docenten mee willen geven dat als leerlingen de weg van de jeugdthrillers inslaan, en er geen weg terug lijkt, dat docenten af en toe een rivier aanraden, een verborgen bospad, een regenboog.
Erik-Jan Hummel
Elvin Post – Geen weg terug. De Fontein, Utrecht. 256 blz. € 16,99.
Leerlingen in het voorgezet onderwijs lezen graag eigentijdse populaire jeugdboeken: van Mel Wallis de Vries tot Cis Meijer of Anna Woltz tot Maren Stoffels. Auteurs van wie het werk helaas nogal onder de radar blijft op een site als Tzum (of in de kwaliteitskranten). Daarom starten Erik-Jan Hummel en Willem Goedhart, beiden docenten Nederlands, deze zomervakantie met een reeks recensies over populaire titels die hun leerlingen ook lezen. De belangrijkste vragen: is dit een boek dat we zouden aanraden? Fungeren deze boeken als spiegel voor tieners, en/of openen ze vensters naar de hedendaagse wereld?
(Voor de banner boven deze foto is gebruik gemaakt van deze foto van Burst CC0, via Pexels)