‘ze breken en gaan langzaam voort in parallelle lijnen spatten in schuim uiteen’

Laat je vooral helemaal onvoorbereid tuimelen in de bundel Haar van Claude Simon, in de glansrijke vertaling van Kiki Coumans. Ja, inderdaad, leg deze bespreking dan vooral nog maar even terzijde. En voor je ogen ontstaat een schets, gevolgd door nog een en nog een, en na een poosje weet je niet meer waar je kijken moet, zit je zelf midden in een wonderlijk landschap, omringd door voorwerpen, lichamen, vrouwen. Je ziet, hoort, ruikt en proeft wat je leest, je verdwaalt in al je zintuigen, onherroepelijk, en ineens ben je weer op de plek waar je was. Na afloop vraag je je af waar je geweest bent. En ook dan kun je nog vele kanten op: je kunt opnieuw beginnen, je kunt in je herinneringen al associërend reconstrueren en verbindingen leggen, of je kunt het nawoord van de vertaalster lezen, die als een goede gids enkele aanwijzingen geeft, waarmee je nog meer kunt genieten van wat je zojuist gelezen hebt. Haar is een avontuur.

Nu de meeste van mijn lezers waarschijnlijk al vertrokken zijn om het avontuur vooral eerst zelf te beleven, kan ik wel verklappen dat Simon het werk al in 1965 schreef, als begeleidende tekst bij lithografieën van Joan Miró. In 1984 is het ook in boekvorm verschenen met de titel La Chevelure de Bérénice. Misschien maakt het ook niet uit als je dat al van tevoren weet, maar als je het nog niet weet, dan is het een wonderlijke ervaring als je in je hoofd allemaal schetsen hebt gemaakt, die achteraf helemaal blijken te kloppen met de sfeer van Miró’s werk en hoe knap Simon dus in taal beelden kan vangen, zonder dat je het beeld een op een met een tekst kunt verbinden. Terwijl je beelden in één oogopslag kunt overzien, heeft de taal tijd nodig. Daarom corresponderen deze ‘bijschriften’ wellicht vooral met het proces van tekenen dan met het beeld zelf.

Miró’s werk bevat abstracte lijnen, figuren, maar ook silhouetten van vrouwen, vogels en sterren, die lijken samen te vallen. En die tovert Simon dan met woorden, voor je geestesoog:

 

 

 

 

Omdat er geen interpunctie wordt gebruikt, leest het werk als poëzie waarin zinnen niet duidelijk ergens eindigen, waardoor een stapeling van betekenissen ontstaat. Je kunt zelf de verbindingen leggen.

Terwijl je je aan het begin op het strand waant waar in taal langzaam een vrouw met een kind op sensuele wijze geschilderd wordt, met linten van espadrilles die elkaar kruisen en aan de achterkant net boven de enkel zijn vastgeknoopt, en lange grijsgroene grashalmen vredig in de wind lijken te buigen, word je enkele bladzijden verder opgeschrikt door:

 

 

 

 

Met andere woorden, je belandt al lezend ook in wrede associaties, en omdat je die deels zelf aan het opbouwen bent vanuit je verbeelding, word je medeplichtig, en is lezen geen onschuldige bezigheid meer. Zo word je geconfronteerd met je eigen driften, onlustgevoelens of verlangens en raak je hoe dan ook betrokken, met heel je lijf.

Een grote pluim voor de vertaalster, want waar poëzie geschreven wordt, doet elke klank en elke letter ertoe. Er komt een moment dat je je afvraagt waarom La Chevelure de Bérénice vertaald is door het ogenschijnlijk eenvoudige Haar. Dat is nogal een ingreep, denk je dan, totdat je beseft dat vertalen, eigenlijk net als ‘gewoon’ schrijven, net zo gevoelig is voor inspiratie, invallen en de wonderlijke grillen van de taal. In het Frans is ‘chevelure’ een bijzonder klankrijk en sensueel woord van maar liefst vier lettergrepen. Dan komt het Nederlands aan met het plompe ‘haar’, vier letters, één lettergreep en een klank om te huilen, vergeleken met het Franse equivalent. Ik zou me kunnen voorstellen dat een vertaalster op zo’n moment de wanhoop nabij is, tot zij ontdekt dat het Nederlandse ‘haar’ qua vorm dan weliswaar een niemendalletje is, maar in betekenis veel mysterieuzer dan het eenduidige Franse woord. Wat een zegen van het Nederlands dat ‘haar’ niet alleen verwijst naar de haren van een mens, maar ook nog een vrouwelijk verwijswoord is. Naar hoeveel vrouwen kan het woord ‘haar’ wel niet verwijzen! En laat dat nu juist bijzonder goed passen bij de titel Femmes, van het album met de begeleidende teksten bij de lithografieën van Miró, dat in 1965 verscheen. Dat is zuivere magie, waar de vertaalster duidelijk oog voor heeft gehad.

Ga dit avontuur aan: lees, ruik, proef, luister en onderga vooral Haar en ervaar dat er met taal niet alleen geschreven wordt, maar ook geschilderd, gekookt en gecomponeerd, door kunstenaar én vertaalster.

Dietske Geerlings

Claude Simon – Haar. Vertaald door Kiki Coumans. Vleugels, Bleiswijk. 40 blz. € 22,90.