Recensie: Buddy Tegenbosch – Match
Lezen is leuk
Welk boek kan je aanraden aan een jongen van dertien die niet graag leest? Het is verstandig om dichtbij zijn belevingswereld te blijven. Het jeugdboek Match van Buddy Tegenbosch gaat bijna geheel over voetbal, en is daarom geschikt. Toch gaat het boek over meer, en gaat het zelfs over lezen. Tegenbosch laat het hoofdpersonage De renner lezen, en daar blij mee zijn. Een ander personage zegt dat als je lezen niet leuk vindt, je het goede boek nog niet hebt gevonden. Kijk, daar gaat ook een docentenhart sneller van kloppen.
Match is een jeugdboek, en waarschijnlijk daarom overzichtelijk. Er zijn vier belangrijke personages, met elk hun eigenschappen en problemen. Op de achterflap staat Jim, Jabbar, Izzy en Lola met leeftijd en drie eigenschappen genoemd. De lijnen worden al snel uitgezet. Jim en Jabbar voetballen bij PSV en mogen naar Jong PSV, een heuse promotie. Izzy is het zusje van Jim en heeft kanker gehad. Lola komt opeens bij Jim en Jabbar op de toptalentsportschool.
In het begin van het boek gaat het voorspoedig met Jim en Jabbar. Ze hebben vakantie, en mogen dus bij Jong PSV spelen. Ze zijn zo fanatiek, dat ze ongelukkig worden als ze niet mogen voetballen (en Jabbar ook als hij geen kip mag eten, een grapje dat wel erg wordt uitgemolken). Izzy is ‘technisch genezen’. Eigenlijk is Lola de enige met een probleem: ze werd op haar vorige school gepest, voornamelijk doordat ze genegeerd werd. Met haar psycholoog bedenkt ze een plan om vrienden te krijgen. Verder heeft ze een slechte relatie met haar vader en stiefmoeder. Dit wordt vlot en grappig beschreven, maar krijgt in het boek helaas geen aandacht meer, alsof Lola alleen even het leven van Jim in gegooid moest worden.
Ook de rol van Jabbar lijkt niet zo groot te zijn. Hij is dan wel de beste vriend van Jim, maar hij lijkt er vooral te zijn zodat Jim zijn gedachten kan uitspreken. Dat Jabbar een blessure bij Jim veroorzaakt, lijkt bijzaak. De hoofdzaak is namelijk dat Izzy opnieuw ziek wordt, beter wordt en ziek wordt. Jim zegt hier weinig over tegen Jabbar en Lola, en zijn eigen gedachten hierover krijgen we ook niet te zien. Op de achterflap staat: ‘Soms gebeuren er dingen waar je geen vat op hebt.’ Dat is precies aan de hand in dit boek. Het is gelukkig niet alleen een boek van een voetballer die obstakel na obstakel overwint en met een beker aan de haal gaat. Jim overkomt van alles, en hij moet als het ware een strevend personage worden, hij maakt een ontwikkeling door. Dat tilt dit boek omhoog. De overwegingen van Jim zouden wel wat genuanceerder mogen zijn, wat meer verdiepend onderzocht, maar misschien is het precies goed voor dertienjarigen.
Hoewel het al over de pil gaat, is dit boek prima geschikt voor de eerste klas. Er is heel wat om te bespreken met leerlingen. Bijvoorbeeld of iemand negeren ook pesten is, wat je daar tegen kan doen. Of er iets is wat je volledige inzet waard is. Wat voor boek je aan zou raden aan iemand die nooit leest. Hoe je eigenlijk beslissingen neemt. Hoe je jezelf weerbaar maakt tegen ellende. Wat kinderen van ouders mogen verwachten en vice versa.
Erik-Jan Hummel
Buddy Tegenbosch – Match. Van Goor, Amsterdam. 224 blz. € 18,99.
Leerlingen in het voorgezet onderwijs lezen graag eigentijdse populaire jeugdboeken: van Mel Wallis de Vries tot Cis Meijer of Anna Woltz tot Maren Stoffels. Auteurs van wie het werk helaas nogal onder de radar blijft op een site als Tzum (of in de kwaliteitskranten). Daarom starten Erik-Jan Hummel en Willem Goedhart, beiden docenten Nederlands, deze zomervakantie met een reeks recensies over populaire titels die hun leerlingen ook lezen. De belangrijkste vragen: is dit een boek dat we zouden aanraden? Fungeren deze boeken als spiegel voor tieners, en/of openen ze vensters naar de hedendaagse wereld?
(Voor de banner boven deze foto is gebruik gemaakt van deze foto van Burst CC0, via Pexels)