Foto: De sokken van Julian Barnes
‘Jij hebt geen goede kop,’ zei ooit een fotograaf tegen me die een portret moest maken voor de achterkant van een boek. Dat is de beste manier om iemand met een minderwaardigheidscomplex psychopaat te maken.
De fotograaf bedoelde het niet zo sterk: hij wilde zeggen dat ik een moeilijk te fotograferen hoofd heb. Ik heb wel eens een snor overwogen om van het probleem af te komen, maar het voornemen was ik alweer kwijt bij de volgende scheerbeurt.
Julian Barnes heeft wel een goede kop: scherpe neus, een mond alsof er een scheermes door de huid is getrokken, maar bovenal mooie glimogen en lachrimpels. Fotografen houden van glimogen, samen met een symmetrisch hoofd zorgen die voor een goede kop, zei een jonge dichter, die zelf over de juiste bestanddelen beschikte, laatst tegen mij.
Hoe mooi de kop van Julian Barnes ook is (die overigens zaterdag de Europese Literatuurprijs overhandigd kreeg), zijn sokken stalen de show. Wufte streepjes, passend bij het dessin van de stoel waarop hij en vertaler Ronald Vlek zaten. Interviewer Joost Zwagerman moest het met een kalere stoel doen. Die sokken gaven troost. Ik mag dan geen eigenaar zijn van een goede kop, een paar opvallende sokken kan ik overal kopen.
En zo zijn in het verleden honderden schrijvers gaan pijproken nadat ze Harry Mulisch dat zagen doen. Zo denk ik ook altijd nog dat ik een goede hardloper kan worden als ik dezelfde schoenen koop als Usain Bolt.