Recensie: Nora Ikstena – Moedermelk
‘Ik kokhals en haal adem, kokhals en haal adem’
Moedermelk van Nora Ikstena is kennelijk de eerste Letse roman die in het Nederlands vertaald is. In 1998 schreef Ikstena haar debuut en ze heeft sindsdien al meer dan twintig boeken uitgegeven. Moedermelk werd in Letland een bestseller en betekende voor de auteur meteen ook een internationale doorbraak. Dat is volkomen terecht, want het is een prachtige roman die onder de huid kruipt en je lange tijd blijft bezighouden. Je vraagt je wel af: wat is er nog meer voor moois geschreven door deze auteur en wellicht ook haar Letse collega-auteurs, wat nog allemaal niet vertaald is?
Bij de titel moest ik meteen denken aan Liefhebben, een kunst, een kunde van Erich Fromm, waarin hij uitgebreid aandacht besteedt aan de liefde van ouders voor hun kinderen. Over de moeder zegt hij dat ze het kind niet alleen melk, maar ook honing moet geven, in de overdrachtelijke zin: voorzien in hun primaire levensbehoefte, maar ook het doorgeven van de liefde voor het leven. Precies dit is de thematiek van deze indringende roman.
Het verhaal gaat over een vrouw die in het door de Sovjet-Unie bezette Letland haar roeping als arts volgt en in die roeping en uitvoering van haar vak voortdurend bedreigd wordt door arrestaties en vervolging. Het verhaal wordt afwisselend vanuit haarzelf en vanuit haar dochter beschreven en laat zien hoe drie generaties vrouwen ondanks alle dreigingen blijven vechten voor zelfbeschikking. Het boek laat de rauwe werkelijkheid zien van een praktijk waarin vrouwen om hulp komen bij de arts, ofwel omdat ze graag een kind willen, terwijl dat niet lukt, ofwel zwanger zijn geworden en die verantwoordelijkheid niet willen dragen:
Op een avond laat, in Larisa Nikolajevna’s keuken, vertelde ik Serafima wat er zou moeten gebeuren maar niet gebeurde in haar lichaam om een baby te krijgen. Ik tekende Serafima’s eileider die tegemoet werd gemarcheerd door een leger aan spermacellen van haar drinkende en mishandelende echtgenoot, die zo zwak bleken te zijn dat ze niet in staat waren Serafina’s vesting in te nemen. Ze keek om zich heen, met verschrikte ogen, sloeg een kruis en zei steeds opnieuw: Oepasi Gospodi, oepasi Gospodi – God verhoede, Goed verhoede. Ik verzamelde moed en zei: Serafima, ik zal die klootzak van jou helpen in deze strijd, omdat jij het wilt, omdat jij het wilt met heel je goede en gelovige hart, omdat je zozeer verlangt naar een kind.
Vervolgens vraagt ze Serafima het zaad van haar ‘onderdrukker’ in haar warme oksel, in een condoom mee te nemen. Op het instituut verwarmen ze het en brengen het in, in haar baarmoeder. Als zij inderdaad zwanger wordt, ziet Serafima haar als een engel. De arts is een daadkrachtige vrouw. Tegelijkertijd is zij ook moeder en in dat moederschap gaat er nogal wat mis. Al gauw blijkt dat zij een beschadigde vrouw is, die haar kind niet zelf wilde voeden: ‘Als jonge arts wist mijn moeder waarschijnlijk dat haar melk een kind meer kwaad dan goed zou doen.’ Ze rookt zich namelijk kapot, drinkt en gebruikt allerlei pillen. De dochter wordt vooral door haar oma en stiefopa opgevangen. Je kunt heel kort door de bocht zeggen dat deze dochter dus niet alleen de moedermelk heeft moeten ontberen, maar ook de ‘honing’, de liefde voor het leven.
Het is juist de kracht van het boek dat je door alle rauwheid en tragiek heen voelt dat het zo simpel niet is. De vrouw lijdt aan ernstige depressies, door wat ze heeft meegemaakt, en is niet bij machte zichzelf op die momenten bij elkaar te rapen. Haar dochter is daar het slachtoffer van. Er komt een moment dat de moeder met haar dochter gaat verhuizen en dat de grootouders hun ‘erwtje’ moeten missen. Het is hartverscheurend, maar de dochter heeft ondanks haar verdriet en boosheid mededogen met haar zieke moeder. De rollen lijken omgekeerd: hoe ouder de dochter wordt, hoe meer zij gaat zorgen voor haar moeder, die zich kapot werkt om zich vervolgens dagenlang op te sluiten in haar kamer. Ze probeert haar op te vrolijken, uit bed te slepen, de alcohol en pillen weg te gooien, en op die momenten voel je hoeveel ze ondanks alles om elkaar geven.
De moedermelk komt in verschillende lagen van de roman naar voren en dat maakt dit verhaal tot een aangrijpend en ontroerend, haast ‘archetypisch’ verhaal. De dochter blijkt een melkintolerantie te hebben opgebouwd. Op school moet ze melk drinken, maar staat kokhalzend boven de beker. Er wordt gedroomd over moedermelk. De melk zet je steeds opnieuw aan het denken over wat een kind nodig heeft van haar moeder.
Ikstena weet in haar gedetailleerde stijl waarin rauwheid, liefde, tragiek en humor elkaar afwisselen, de lezer diep te raken. Ze geeft niet alleen een indringend tijdsbeeld van de onderdrukking van Letland door de Sovjet-Unie en de gevolgen daarvan voor het dagelijkse leven van deze vrouwen en meisjes. Tegelijkertijd is het een universeel verhaal over de kracht van moederschap en zelfbeschikking.
Dietske Geerlings
Nora Ikstena – Moedermelk. Vertaald uit het Lets door Brenda Lelie. Koppernik, Amsterdam, Antwerpen 216 blz. € 23,50.
Een ontroerende roman, sterke vrouwen die hun weg in het leven proberen te vinden, ook liefdevol beschreven. Nu weer aktueel met de dreiging van Rusland om de Baltische staten weer te annexeren.