Onovertroffen

Lampje van Annet Schaap behoeft eigenlijk geen introductie, na veel lyrische recensies, prijzen en een heuse televisieserie. Het is bijna onmogelijk om alle superlatieven te overtreffen. Het is een goed boek. De vraag is dan: hoe komt het boek zo goed, en zouden leerlingen dit boek moeten lezen? Voor wie is dit boek geschreven? Er staan af en toe wat moeilijke woorden in voor basisschoolleerlingen, er staan tekeningen in, wat atypisch is voor boeken die we op de middelbare school laten lezen. Misschien kan iedereen het boek lezen, volwassenen ook.

Wat het boek goed maakt is dat het de lezer serieus neemt. Niets wordt meerdere keren uitgelegd, personages zijn niet platgeslagen, de dialogen voelen natuurlijk aan en worden dus niet misbruikt om de lezer extra informatie te geven. Het verhaal draait om Lampje, de dochter van de vuurtorenwachter. Zij is door hem verantwoordelijk gemaakt om elke dag met een lucifer het licht in de vuurtoren aan te steken. Op een avond stormt het en zijn de lucifers op: geen licht. Een schip strandt. Lampje moet ik de huishouding werken in een huis waar ook een monster is. Het is een modern sprookje.

Het personage Lampje zal veel kinderen kunnen inspireren. Als haar nadrukkelijk is gezegd dat iets niet mag, doet ze het uiteindelijk toch. Het is geen kwade wil, het overkomt haar. Soms is een verlangen te sterk. Op eenzelfde manier weet Lampje dat ze makkelijk dingen vergeet, zoals nieuwe lucifers kopen. Ze neemt zicht voor, met al haar goede wil, om dat niet te vergeten, en vergeet het toch. Het is een hart onder de riem voor iedereen die probeert om goed te doen, en dat het dan niet lukt.

Sowieso is dit boek bemoedigend. Niemand is echt zwart-wit goed of slecht. Niemand is echt een monster. Zo zijn natuurlijk veel boeken: we moeten iedereen respecteren. Lampje gaat een stapje verder. Het personage Lampje ziet het monster niet als een monster, maar vindt het monster wel stom vanwege zijn gedrag. Het bijt en scheldt, en dat mag ook benoemd worden. Dat degraderen tot wel het gedrag benoemen, maar niet de persoon doet het verhaal te kort, maar het zit er wel degelijk in. Elk personage heeft ook zijn vriendelijke kanten, behalve misschien de vader van het monster, die pas laat wordt opgevoerd.

De winkelier Rozenhout en zijn vrouw zijn wel wat platte personages. Hij is altijd uiterst vriendelijk tegen Lampje en zij niet. Zij wil vooral geld zien. De platte overdrijving werkt hier, omdat het grappig wordt. Als de winkelier Lampje alleen treft, vertrouwt hij haar toe:

‘En het spijt me van… Voor… Eigenlijk is ze helemaal niet zo. Of dat was ze vroeger niet. Of…’
Hij zucht weer. ‘Of ik heb niet goed gekeken.’

Lampje doorstaat veel, anderen hadden misschien eerder opgegeven, maar zij zet door. Dat is op de grens van het geloofwaardige, maar dat mag in een sprookje. Een herinnering van Lampje tekent haar misschien het beste:

Haar konijn had nooit een naam gehad. Ze had er een heleboel verzonnen: Pluisje, Langoor, Willempje… Maar ‘Doe maar niet,’ had haar moeder gezegd. ‘Noem hem maar niks. Anders raak je d’r maar aan gehecht.’
Dat was natuurlijk toch gebeurd. Ze had hem net zo lang en net zo lief vastgehouden en geaaid tot hij tam was, tot hij bij haar sliep en niet meer weg wilde lopen.
Maar haar moeder had haar hoofd geschud. ‘Ga d’r nou maar niet te veel van houden.’
‘Wél,’ had ze gezegd. ‘Dat ga ik wél.’

Wat kan een docent met Lampje in de klas? Beginnen met klassensets aanschaffen en het boek laten lezen. Laat leerlingen een lijstje maken met tien handelingen in het boek die slecht waren. Laat leerlingen in groepjes bepalen of die handelingen wel begrijpelijk waren en waarom. Laat leerlingen teruglezen en zoeken naar en denken over de oorzaken van het gedrag, als training in barmhartigheid.

Erik-Jan Hummel

Annet Schaap – Lampje. Querido, Amsterdam. 328 blz. € 20,99.

Leerlingen in het voorgezet onderwijs lezen graag eigentijdse populaire jeugdboeken: van Mel Wallis de Vries tot Cis Meijer of Anna Woltz tot Maren Stoffels. Auteurs van wie het werk helaas nogal onder de radar blijft op een site als Tzum (of in de kwaliteitskranten). Daarom starten Erik-Jan Hummel en Willem Goedhart, beiden docenten Nederlands, deze zomervakantie met een reeks recensies over populaire titels die hun leerlingen ook lezen. De belangrijkste vragen: is dit een boek dat we zouden aanraden? Fungeren deze boeken als spiegel voor tieners, en/of openen ze vensters naar de hedendaagse wereld?

(Voor de banner boven deze foto is gebruik gemaakt van deze foto van Burst CC0, via Pexels)