Recensie: Valentijn de Heer – Beste mevrouw Eva
‘Met mij niet zo goed’
En dan valt je oog ineens op een boek van Valentijn de Heer, waarop je even denkt het houten huisje van Biesheuvel te herkennen. Je kijkt naar de titel en ziet Beste mevrouw Eva. De vrouw van Biesheuvel heette Eva. Dat kan geen toeval zijn. Je stapt het hek van het verhaal binnen, je begint te lezen en kunt niet meer stoppen.
Je leest het verhaal van de kleine jongen Elias, die samen met zijn vader en moeder in een welgestelde wijk van Leiden woont, vlak bij de sociale werkplaats, waar, zoals ze destijds nog werden genoemd ‘mongolen’ werken, die vaak in een stoet langs hun huis trekken. Zijn vader laat zich nogal vaak laatdunkend over hen uit. Als Elias een broertje krijgt, zegt zijn vader, terwijl hij de rook van zijn shag in Elias’ gezicht uitblaast: ‘Ma heeft een mongool gebaard.’ Vanaf dat moment nemen de zorgen in huis toe en wordt Elias’ vader hoe langer hoe agressiever. Hij blijft langere tijd weg, brengt nauwelijks nog geld in, waardoor Elias’ moeder meer moet gaan werken. Elias krijgt steeds vaker de zorg voor zijn broertje Johannes toegeschoven, terwijl hij en zijn broertje tegelijkertijd de spot van zijn klasgenoten zijn geworden.
In de wijk staat ook het wat spookachtige houten huisje waarin een gekke man woont, met een geit in de tuin. Bij toeval komen ze erbinnen en daar blijkt een bijzonder lieve mevrouw Eva te wonen, samen met haar ‘lief’, die vooral boven op een typemachine aan het ratelen is. Mevrouw Eva luistert, stelt vragen, zet thee, geeft koekjes en speelt monopolie met Elias. Het houten huisje is een baken van rust en veiligheid voor de kleine Elias.
Het drama dat zich voltrekt achter Elias’ voordeur is hartverscheurend. Het is verschrikkelijk hoe hij aan zijn lot wordt overgelaten en steeds meer verantwoordelijkheden krijgt waar hij nog veel te klein voor is. Ondertussen wordt Johannes steeds groter en sterker, en de vader steeds labieler en gewelddadiger. Die spanning drijft je door het verhaal.
De Heer schrijft trefzeker, maar ook humoristisch: Elias is slim en vindingrijk in zijn oplossingen. De ellende stapelt zich op en neemt soms zulke bizarre wendingen, dat je ondanks de verschrikkingen bijna moet lachen. De dag dat zijn moeder vol trots de kleine Johannes meeneemt naar school, verandert zij onbedoeld het plein in een circus:
Alleen Johannes zag ik nog, zo helder dat ik besefte dat hij het berenpak niet droeg maar dat hij erin hing als een vogelverschrikker waarop de kraaien dansten. Dat hij niet sabbelde op zijn speen, maar erop beet terwijl het speeksel langs zijn kin naar beneden liep. Zijn ogen stonden in een spagaat. Ze leken om iedereen en alles heen te kijken maar niets te zien. Zijn longen piepten, dat zag ik aan de manier waarop de wol van zijn kraag schokkerig op en neer bewoog. Hij had het benauwd en ook ik ging zwaarder ademen. Johannes was een clown geworden en ma had het plein in een circus veranderd. Ze had het niet eens door, anders had ze Johannes wel teruggelegd in die kist op wielen en die gastjes weggestuurd. Maar in plaats daarvan hurkte ze, zette ze Johannes op haar knie en liet mijn klasgenoten als een hongerig publiek het podium bestormen.
Wonderlijk genoeg hoor je hier de echo van Biesheuvels eigen verhalen, waarin eveneens tragiek en humor zo nauw verweven zijn. Ook voor de kleine Elias is de verbeelding soms de enige uitweg. Dat maakt het boek zo bijzonder. Mevrouw Eva zegt bij hun eerste bezoek en passant dat Johannes het goed zal kunnen vinden met haar lief. Er ontstaat op deze manier een bijzondere vorm van intertekstualiteit.
Het verhaal is gelaagd door de subtiele symboliek. Zo is er een aquarium met vissen en een garnaal, waarin je de situatie van Elias weerspiegeld ziet. Ook speelt Elias met Eva het spel monopolie waarin je kansen krijgt, zoals de kaart ‘verlaat de gevangenis zonder betalen’. Brieven spelen op verschillende niveaus een rol. Huizen, kamers, schoolgebouwen en ziekenhuizen bepalen de sfeer in het verhaal. Door de details bevind je je bijna zelf in de ruimtes tussen de personages. Je voelt de spanning tussen hen. Je zinkt steeds dieper weg in het verhaal en komt er ook niet meer helemaal van los.
Het verhaal roept aandacht op voor opvoeding en onderwijs. Tussen de regels klinkt kritiek op druk van de Citotoets – ‘Je inzet bepaalt je toekomst’ – maar ook op de maatschappij waarin mensen in een hokje moeten passen, of in het gareel lopen. Ondanks het feit dat wijkagenten oog hebben voor schrijnende situaties als deze, waarbij de Raad van de Kinderbescherming betrokken moet worden, voel je dat er hoe dan ook slachtoffers blijven en dat er voor sommige problemen eigenlijk geen goede oplossing bestaat. Natuurlijk wordt Elias door de situatie noodgedwongen snel ‘volwassen’, maar een enkele keer lijkt het alsof de gedachten van Elias te veel zijn ingevuld door een volwassene en dat wringt dan een beetje.
Valentijn de Heer is zorgmedewerker en heeft al eerder korte verhalen gepubliceerd, maar dit is zijn eerste roman. Er zitten diverse autobiografische elementen in, vertelt hij in een interview met Chris Kijne, maar gaandeweg het verhaal heeft hij zich los kunnen maken uit zijn eigen geschiedenis en heeft hij steeds meer fictieve elementen verwerkt. Het is een prachtig boek geworden, een schrijnende brief aan die ‘beste mevrouw Eva’.
Dietske Geerlings
Valentijn de Heer – Beste mevrouw Eva. Pluim, Amsterdam. 192 blz. € 22,99.