Recensie: Josh Ritter – De wonderjaren van Henry Bright
Bijzondere debuutroman van singer-songwriter Josh Ritter
Voorjaar 2004, Paradiso, Amsterdam. Een aantal vrienden die ik ken van een muziekforum troonden me mee naar het concert van ene Josh Ritter, een singer-songwriter uit Idaho, Amerika. Ze hadden hem eerder zien optreden in het voorprogramma van Damien Rice en waren zwaar onder de indruk. Normaal gesproken wordt er bij een voorprogramma vrijwel altijd door de muziek heen gekakeld, men komt immers voor de hoofdact, maar Ritter kreeg de zaal toen stil. Dat beloofde dus veel goeds.
Het album Golden age of Radio had ik ondertussen al vaak beluisterd en Ritter maakte in Paradiso de belofte van een indrukwekkend concert meer dan waar. Ademloos hing het publiek, en ik dus ook, aan zijn lippen. Hij vertelde mooie anekdotes bij zijn liedjes en wist die kleine verhaaltjes extra lading mee te geven. Hij speelde daarnaast een nummer in volslagen duisternis en de toegift deed hij onversterkt op het randje van het podium. Een concert om nooit te vergeten. Sinds die tijd behoren de nummers Come and find me, Me & Jiggs, Harrisburg en Kathleen tot de soundtrack van mijn leven.
Nu heeft diezelfde man een boek geschreven: Bright’s passage, in Nederland uitgegeven met de titel: De wonderjaren van Henry Bright. Ritter had een idee voor een popliedje, maar het verhaal was te groot en uiteindelijk schreef hij een hele roman. Een magische roman met een centrale plaats voor een engel.
Henry Bright keert, nadat hij weken heeft doorgebracht in de loopgraven in Frankrijk en een verschrikkelijk bombardement heeft overleefd, terug naar Amerika. De ‘oorlog’ is echter nog niet voorbij. Zijn vrouw sterft in het kraambed en hij wordt op de hielen gezeten door een oude vijand en diens zonen. Met zijn pasgeboren zoontje slaat hij op de vlucht nadat hij zijn eigenhandig opgeknapte hutje in de fik heeft gestoken. Dat heeft Bright gedaan omdat een stem hem ingegeven heeft dat te doen, een stem afkomstig van een engel die hem in Frankrijk meerdere malen het leven heeft gered en die nu bezit heeft genomen van het paard van Bright.
Het is lastig om voor honderd procent grip te krijgen op dit verhaal. Je blijft na lezing met flink wat inhoudelijke vragen zitten. Waarom luistert Bright naar die stem? Waarom spreekt de stem soms niet? Hoe zit het met die hemelkoning? Is er echt sprake van een engel? Of heeft Bright zijn verstand verloren en heeft hij last van stemmen in zijn hoofd? Toch lukt het Josh Ritter om je, ondanks alle gaten in het verhaal, mee te trekken dit boek in. Want ondanks of misschien wel dankzij alle mystiek is het behoorlijk origineel qua inhoud. Ook het taalgebruik van Ritter en zijn beeldspraak zijn niet-alledaags: ‘Zijn moeder was gestorven tijdens een vliegende storm die bomen als ballroomdansers naar elkaar toe boog.’
De wonderjaren van Henry Bright is een bijzonder verhaal over keuzes maken, over het toeval, over goed en kwaad in tijden van oorlog en over goed en kwaad in tijden van vrede. Dit boek is als een raadsel dat je stapje voor stapje deels op kunt lossen. Het is daardoor geen werk dat je in één adem uitleest, dat kreeg ik tenminste niet voor elkaar. Of het terecht zal komen op de boekenplank van mijn leven moet de tijd uiteindelijk leren. Ik vermoed dat Ritters muziek toch meer indruk op me heeft gemaakt.
Cilla Geurtsen
Josh Ritter – De wonderjaren van Henry Bright. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. € 19,95