Column: Ann De Craemer – Mijn staartmadelief
Mijn staartmadelief
Ik schreef al een column over de bijzondere band die veel schrijvers met katten hebben, maar met mijn eigen kat Rachel heeft u nog niet kennisgemaakt. Als u me volgt op Twitter, kunt u meer zien dan alleen haar staart en weet u ook dat ze een heel zwaar leven leidt, zoals dat voor alle katten geldt.
Rachel kwam in mijn leven in oktober 2017, als een wild kitten dat ik met engelengeduld temde en naar binnen lokte, brokje voor brokje. Ik had op dat moment een depressie waarover ik mijn meest recente roman Hersenorkaan schreef, en Rachel speelt er een belangrijke rol in:
R-a-c-h-e-l, de hel in je naam, de hemel in je wandelpas. Jij die genoemd bent naar een kleine zoete heerlijkheid: de lievelingskoekjes met kokosschilfers van mijn oma. Schransdier, stinkdier, klauwdier, liefdesdier. Sluip rond in mijn hart, katapulteer jezelf mijn leven binnen. Je denderde me omver maar hielp me daardoor weer opstaan. Kom hier, klein mormel, breed wuivende staartmadelief. Blijf bij mij, hou je schuil, rol je op in mijn schoot en jongleer door mijn dromen. Ah… Rachelle ma belle, bescherm me tegen het pletten van de wereld en laat me eindelijk weer zonder denken doen.
Ik temde haar, en zij hielp de onrust in mijn hoofd te temmen. Over het heilzame effect van huisdieren bij een depressie werd veel geschreven. Meer nog: er zijn zelfs wetenschappelijke studies over. Als ik Google Scholar raadpleeg, krijg ik zo’n dertig resultaten, en de teneur is dat de liefde van een huisdier heilzaam is bij mentale ziektes. Een studie hoef je daar eigenlijk niet voor te doen: met wat gezond verstand kan iedereen zich voorstellen dat affectie geven en krijgen een balsem is voor de ziel.
Ik wilde nooit huisdieren, en plots kwam daar, als door God gezonden, een kitten op mijn terras. Mijn depressie werd deels veroorzaakt door de eenzaamheid die ik voelde na een liefdesbreuk, en Rachel maakte een einde aan mijn lange eenzame avonden op de bank voor televisie. Als je zoals ik alleen woont maar een huisdier hebt, is er plots een reden om naar huis te gaan. Het werd een running gag onder mijn vrienden: Ann wil voortaan eerder naar huis als we op café zitten omdat ze bij ‘haar dochter’ wil zijn.
De depressie is weg maar Rachel blijft me blij maken. Mijn moeder zegt dat ik te veel over haar tweet en dat mensen zullen denken dat ik alleen maar mijn kat heb in mijn leven, maar dat trek ik me niet aan. Waar het hart van vol is, liefste moeder, etc etc. Rachel heeft een trouwe fanbase of Twitter en Instagram en ik zou zelf liever posts over haar lezen dan over mijn eigen leven. Waar Rachel me ook mee geholpen heeft, is met pauzes nemen tijdens het schrijven. Alsof ze weet waarvoor dat ding dient, komt ze parmantig op mijn toetsenbord liggen wanneer ze aandacht nodig heeft, en dat is voor mij het signaal om de computer uit te zetten. Het staat in de sterren geschreven dat ik een boek over haar zal schrijven. Een titel heb ik al: Mijn staartmadelief. Stay tuned!
Ann De Craemer