Recensie: Dorota Walczak – Noordzee
‘Dan zal hij ons toestuiven jouw en mijn oogleden voor eeuwig en altijd’
Sommige dichters kunnen de zee vangen in hun gedichten. Het blijft een raadsel hoe zij dat klaarspelen. De Poolse dichteres Dorota Walczak is een van hen. Haar derde bundel, Morze Północne, Noordzee, roept beelden van de Noordzee op. Misschien lukt het haar zo goed, omdat ze naast dichteres en professor Poolse literatuur aan de Université Libre de Bruxelles, ook nog schilderes is. Ze schildert met woorden in een voortdurend veranderend landschap.
Bijzonder aan deze bundel is dat zowel de Poolse tekst als de Nederlandse vertaling zijn opgenomen. Ook al kun je geen woord Pools lezen, het is mooi om te zien waaruit de vertaling is voortgekomen. Je ziet de letters en kunt je een beeld vormen van de klanken. Anders heb je geen idee. Het heeft bovendien iets kwetsbaars: de oorspronkelijke tekst ligt bloot, de vertaler onthult zijn werk.
De zee roept uit zichzelf al vergankelijkheid op, omdat zij voortdurend in beweging is en je haar nauwelijks als stilstaand beeld kunt vasthouden. Als je een stukje wilt fixeren, zoek je naar kleuren en vormen, maar je moet het tegelijkertijd in je herinnering prenten, omdat de beweging doorgaat. Je weet dat de kleur straks gaat veranderen. Op het moment dat je het beeld bij je draagt, is het nog niet in woorden gevangen. Dat is de volgende stap, de beelden willen op je tong, als de giftige waterscheerling (cicuta virosa):
Ultramarijn, Pruisisch blauw
onder mijn oogleden nu
aan de kust
in de zee
aan de hemelwordt het dadelijk grijs.
Ik draag die kleuren op me
op mijn handen
binnen in mijn schetsboek
onder mijn intussen blinde penseel.Ze willen op de tong
geraken
als cicuta virosa,antigif
antigif.
Walczaks poëzie bevat veel raadsels. De lezer is een strandjutter die schatten zoekt tussen het wit. De dichtregels zijn vaak kort, bestaan regelmatig uit slechts één woord. Er is veel weggelaten, zodat je niet altijd houvast hebt. In de leegte, die past bij de uitgestrektheid van de zee, vind je de woorden als bijzondere, soms vervreemdende objecten. Zo komen in ‘Kastelen op het zand’ bijzondere woonvormen voor, zoals een leren tipi, een iglo, broedhokjes, een glazen huis. Op het laatst zelfs ‘kooitjes: tinnen, koperen / en gouden // en zelfs eentje van titanium’. Door de stofnamen voelen ze als gevonden voorwerpen uit een andere wereld. ‘Keitjes in plaats van schelpjes’ is een prachtig gedicht over het verzamelen en koesteren van schelpen of keitjes. De schatten kunnen ook ontmoetingen zijn, met een geliefde, of vriend uit het verleden, of herinneringen.
Hoe raadselachtig en fragmentarisch de poëzie ook is, er komen ook heel herkenbare taferelen langs, zoals het vliegeren op het strand, de meeuwen boven de zee, die door zo veel dichters al eerder zijn bezongen, de mosselvisser, de vismarkt, de regen die valt op een plastic bekertje, op het geraamte van een paraplu en samenvalt met ‘mijn huilen’. De dichteres is door haar reizen naar zee en Oostende diep geïnspireerd door het landschap.
Speels en humoristisch verkent ze de taal, noemt de gocart een ‘locomotorische grap’, die ‘ver van het niveau van emotie’ ‘e-motioneert’. Het wekt de nieuwsgierigheid op naar de Poolse taal als je op de plek van ‘En hij e-motioneert’ in het Poolse gedicht ziet staan: ‘I wz-wz-wz-wz-wz-rusza.’ Vertalen is immers een vak apart, dat kan niet woord voor woord. De ene keer is de klank leidend, de andere keer de betekenis. Niet voor niets staat er op de achterflap dat de bundel ook ‘een ontmoeting van twee gevoeligheden en twee talen’ is, die van de Poolse auteur en de Nederlandstalige vertaler. Voor iemand die beide talen beheerst, moet deze bundel vast een extra groot feest zijn.
Noordzee is een kleine liefdesverklaring aan de Noordzee, aan Oostende misschien, waar gedachten en herinneringen het landschap met zijn bijzondere schatten ontmoeten in taal. Misschien is het een idee om ook haar andere twee bundels in het Nederlands te vertalen?
Dietske Geerlings
Dorota Walczak – Noordzee. Vertaald door Kris van Heuckelom. Poëziecentrum, Gent. 44 blz. € 20,00.