Roos en graven: Joseph Brodsky (1940-1996)
Voor de serie ‘graven van beroemde rokers’ zijn de fotograaf en ik deze week in Venetië aanbeland. Net als Sartre en De Beauvoir was Joseph Brodsky (1940-1996) namelijk ook een verstokt nicotineliefhebber. De grote dichter werd geboren in Leningrad, kreeg het aan de stok met de Sovjet-autoriteiten en werd in 1963 verbannen naar een kamp in Archangelsk. Na anderhalf jaar werd hij vervroegd vrijgelaten om in 1972 te worden uitgewezen. Hij kwam terecht in New York, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen; zijn vrouw en vierjarige zoon waren achtergebleven in de Sovjet Unie.
Een gast gaat aan boord langs de scheepstrap;
in zijn binnenzak steekt een fles grappa –
een man in regenjas, een volslagen niemand,
die geheugen, vaderland, zoon heeft verloren;
in een ver land is het treuren van espen te horen,
zo er al om hem werd getreurd in dat land.(Fragment uit ‘Lagune’, uit: De herfstkreet van de havik, vertaling Peter Zeeman)
Nu ligt de Rus op het schitterende Venetiaanse dodeneiland San Michele. Een kort tochtje per vaporetto en we zijn er. De fotograaf en ik zijn duidelijk niet de eersten die hem komen eren getuige het bakje met pennen en potloden links op de foto. Wat je niet zo goed kunt zien is dat er tussen het groen voor zijn zerk ook heel wat volle pakjes sigaretten zijn neergelegd.
Zonder grappa hebben we rokend om hem getreurd.
Roos Custers (foto: Dolf Verlinden)