Julio- ben ik die vrouw?

haar los over de schouder, achterover

gevallen op bed? in mijn tuin bloeit alles

en ik zit er middenin

te wachten tot ik die hoed op mijn hoofd

kan zetten Julio- hoe jij sigaren rookt!

bedachtzaam als de aap op het schilderij dat ik je

hierbij overhandig

ik word met de dag tederder het is de wind

die door de bladeren glijdt en ze doet

ritselen ik heb doorgaans maar één koplamp aanstaan

en ik verstijf meestal in datzelfde licht

maar ik ben toch meer dan de woorden

die ik probeer uit te spreken

weet je nog dat ik zei

en nu is het te laat voorgoed

alle mannen en vrouwen die in me

woonden als in een goedkoop pension

waren het met me eens

ik droomde je het liefst

als het museumbezoek dat we

nooit hebben afgelegd dan werd ik wakker

met de geur van rozen

en ik speelde mandoline

om de tijd te trotseren alsof

dit ook echt een nieuwe eeuw was

en wij – wie weet wel dankzij internet-

konden transformeren tot bundels van licht

Julio- ik geloofde oprecht

mijn namiddaglicht was chroomgeel

en grauw als as als na een vulkaanuitbarsting

ik heb het meer dan een keer

tussen onze lakens gelegd

ik liet mijn bloed stuiteren als was ik

een circusartieste vastgebonden aan een trapeze

met een enkel ongrijpbaar koord

jou liet ik rondjes draaien

eenzaam hangend aan een fiets

alsof het mijn lichaam was

ik dacht steeds

op een dag ben ik oud genoeg

om jou werkelijk

je verstand

te laten verliezen

Els Moors

Els Moors (1976) studeerde Germaanse talen aan de Rijksuniversiteit Gent en Tekst en beeld aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Haar poëziedebuut er hangt een hoge lucht boven ons (2006) werd genomineerd voor de C Buddingh prijs en ontving de Herman De Coninck prijs voor het beste debuut. In 2008 verscheen haar roman Het verlangen naar een eiland en in 2010 de verhalenbundel Vliegtijd. Ze woont en werkt en Brussel. Bovenstaand gedicht verschijnt in november in Duitsland in een kleine publicatie van de rote

Faden.

(foto:Gelya Bogatishcheva)