Recensie: Willy Corsari – Voetstappen op de trap
Aangestaard als wonderdieren
Voetstappen op de trap van Willy Corsari is wat men een ‘locked-room mystery’ noemt, in het Nederlands te vertalen als een ‘gesloten-kamer mysterie’. Het draait in dergelijke verhalen altijd om een moord in een ruimte, die van binnenuit op slot is (gedaan). Soms wordt het heel technisch opgelost met het los- en weer vastschroeven van een slot, maar daar heeft Corsari in dit ingenieuze boek niet voor gekozen. Zij publiceerde de roman in 1937, precies in de tijd die geldt als de gouden eeuw van detectives (GAD is de Engelse afkorting hiervoor). In deze periode gaat het meestal om verhalen met één of twee moorden, die door een politieman of een begaafde amateurdetective opgelost worden. De moordenaar wordt pas gevonden nadat zoveel mogelijk andere kandidaten afgevallen zijn. Het genre werd ook in de gloriejaren al met dedain bekeken, al droomde elke literaire auteur natuurlijk wel van de verkoopcijfers van Agatha Christie en menig literator schreef – natuurlijk onder pseudoniem – ook zulke boekjes.
In Voetstappen op de trap wordt Sir John Judge dood in zijn studeerkamer gevonden. Hij was een gevierd ondernemer, die in Engeland vanwege zijn verdiensten tot ‘sir’ geridderd werd. In de zomer verblijft hij altijd in Villa Berkenhof in het dorp waar ook Inspecteur Lund woont. De inspecteur wordt belast met het onderzoek naar de moord (zelfmoord wordt uitgesloten geacht). Kort nadat hij met het onderzoek begonnen is, wordt ook nog een oude tante, die in de villa logeerde, vergiftigd. Op Berkenhof verblijven nog veel meer mensen, waaronder de vrouw van de overledene en zijn beste vriend Tjako. Corsari geeft een uiterst boeiende indruk van dit bonte gezelschap, van de huisknecht tot een Engels jongetje van tien, en de lezer krijgt zo een goed beeld van de groep, die Lund tegenover zich vindt.
De enscenering van het boek lijkt in meer dan één op opzicht op Corsari’s eerste Lund-detective, Het mysterie van de Mondscheinsonate. Ook hier huiselijke taferelen met Lund en zijn vrouw Puck. Een verschil is dat in Voetstappen op de trap het onderzoeksterrein zich al vrij snel uitbreidt naar Engeland, waar Judge (en zijn eerste vrouw) lange tijd woonden. Daar komen dankzij de vasthoudendheid van Lund (en de assistentie van Scotland Yard) zaken aan het licht, die een heel ander beeld op Sir John Judge en zijn vrienden werpen. Corsari schakelt behendig tussen de verschillende locaties en de verhalen die Lund opdiept zijn complex en voegen nog meer details aan de plot toe. Maar daarmee worden de moorden nog steeds niet opgelost. De voetstappen op de trap, die iemand vlak voor de moord heeft gehoord, brengen Lund uiteindelijk tot de oplossing.
Lund is wat bedaard. Hij zegt:
‘Het is net als altijd: je staat er met je neus op en daardoor zie je het niet. Maar denkt u nu eens na. Wie van àl die mensen was – na wat we te weten zijn gekomen – degeen die het meest in aanmerking kwam om te verdenken van laaghartige moord?’
Wat nog steeds imponeert is de compositie van het boek en de oplossing van de puzzel. Steeds is er weer een verrassende wending, die eerdere conclusies van Lund in een ander licht zetten. Geestig is het spel rond de man met een kromme rug, die meerdere getuigen zeggen gezien te hebben en waarvan Lund niet gelooft dat hij bestaat – tot hij voor zijn neus staat. De toon van het boek is licht, maar altijd met een serieuze ondertoon. Lund groeit in dit boek verder in zijn rol als jonge inspecteur. Hij neemt meerdere keren risico’s die zijn baas eigenlijk niet goedkeurt.
Ook in de jaren dertig volgde de pers trouwens alle gebeurtenissen al nauwkeurig.
Berkenhof is het middelpunt van brandende belangstelling geworden. Van reporters, fotografen, nieuwsgierigen, die trachten binnen te dringen of voor de hekken staan te gapen en te wachten, in de hoop een glimp te zien van de personen die in het drama betrokken zijn. Die verschuilen zich, om niet telkens te worden lastig gevallen met vragen, om niet te worden gefotografeerd en aangestaard als wonderdieren.
Bij publicatie werd de roman (die nu geheel vergeten lijkt te zijn) op waarde geschat. ‘Een detective-roman op hoog peil’ kopte een krant. ‘Ook zij, die sceptisch tegenover detectiveromans staan, zullen moeten erkennen, dat dit er één van de beste soort is.’
Doeke Sijens
Willy Corsari – Voetstappen op de trap. J.M. Meulenhoff, derde druk, 1963, Amsterdam. 188 blz. De roman is alleen nog in antiquariaten te vinden of als gedigitaliseerd boek op Delpher.
Heerlijk boek!
Willy Corsari’s detectives zijn geweldig. Intelligent en sfeervol. Op Boekwinkeltjes.nl is nog wel het één en ander van haar te vinden.
Andere aanrader: Moorden en marionetten.
Het is inderdaad een heerlijk boek. ooit genoot ik van “Die van ons” over de tweede wereldoorlog en “Nummers” uit haar Cabaretserie.