Column: Eric de Rooij – Het plezier van veroordelen
Het plezier van veroordelen
Ik dacht aan Alrezi Fazeli Monfared toen ik in de benedenzaal van Rialto de film Terrestrial Verses zag. In negen korte scènes zie je hoe een autoritair regime macht uitoefent over gewone burgers. De machthebbers komen niet in beeld, je hoort wel hun stemmen. Stemmen die eisen stellen, ondervragen, commanderen, vilein vriendelijk zijn. Je kijkt naar de slachtoffers, hoe ze telkens weer proberen iets van regie over het eigen leven te houden. Slechts een enkele keer met succes: als ze de zwakke plek van de machthebber hebben gevonden, hoe zij of hij zelf zich niet aan de regels van het regime heeft gehouden. Plek: Teheran, hoofdstad van de Islamitische Republiek Iran.
Een man doet aangifte bij de gemeente. Zijn pasgeborene wil hij David noemen, naar de favoriete schrijver van zijn vrouw. Dat is niet toegestaan. Voor de verlenging van zijn rijbewijs moet een man zich half ontkleden omdat hij zijn lichaam getatoeëerd heeft (met vrijmoedige teksten van de Perzische dichter Rumi). Een meisje is door een jongen naar school gebracht en wordt daarover streng ondervraagd en bedreigd. Een oudere man moet, om in aanmerking te komen voor een baan, voordoen hoe hij zich ritueel wast voor het gebed, een pijnlijke pantomime, met als eindresultaat dat hij nog niet zeker is van een baan (als kijker raad je dat hij die baan niet gaat krijgen). Een meisje wordt ondervraagd over het niet dragen van een hijab in de auto, en er is een werkgever die seksuele avances maakt naar een ongetrouwde vrouw. Waar macht is, loert vernedering. Vragen die gesteld worden zijn niet vrijblijvend. “Elke vorm van vragen is een binnendringen. Waar het als instrument van de macht wordt gebruikt, snijdt het als een mes in het lichaam van de ondervraagde”, schrijft Elias Canetti in het nog altijd actuele Massa en macht.
Eigenlijk zijn de filmmakers, Alireza Khatami en Ali Asgari, nakomelingen van Pier Paolo Pasolini, een filmmaker en schrijver, die, zoals in zijn film Saló, ook macht ontmaskerde, maar dan in expliciete sadomasochistische scènes: “Niets is anarchistischer dan macht; wat de macht wil is volkomen arbitrair.” Die willekeur zie je terug in Terrestrial Verses. Je ziet het bij de Iraniërs die in de film geconfronteerd worden met macht. Ze herkennen de willekeur. Ze verwachten een oordeel en hopen met het tonen van goed gedrag en het zeggen van de juiste woorden, dat het mee gaat vallen. En aan de stemmen van machthebbers hoor je wat Canetti het plezier van veroordelen noemt, een ziekte waaraan menig mens lijdt. Denk aan Canetti en bekijk de film.
Een oordeel werd er ook geveld over Alrezi Fazeli Monfared, een homoseksuele jongen in Iran. Een prachtige jongen met de gloed van levenslust in zijn ogen. Vlak voor hij naar Turkije kon vluchten – waar zijn vriend op hem wachtte – kwam zijn familie achter zijn homoseksualiteit. In het oude land van Rumi, die zoveel liefde voelde voor zijn vriend Shams, werd Alrezi opgewacht door zijn broers. Familie-eer is ook een excuus om macht over andermans leven te mogen uitoefenen. Ze molesteerden Alrezi tot de dood erop volgde. Zelfs zijn hoofd werd van zijn lichaam gescheiden.
Dat is nu een paar jaar geleden gebeurd. Hoor ik of lees ik sindsdien iets over Iran dan denk ik aan hem. Zo werken geheugen en verbeelding. Je hebt iemand nooit ontmoet en toch voel je je betrokken bij die ander. En toen ik de getatoeëerde jongeman in de film zag dacht ik aan de proeven van mijn nieuwe boek Nul meter afstand. Een boek dat zich in Nederland afspeelt maar waarin Rumi een belangrijke rol heeft in een decor van macht en misleiding. Geraakt door de levensgeschiedenis van Alrezi, heb ik het boek aan hem opgedragen.
Eric de Rooij