De goede kant van het noodlot

‘Ik denk dat het precies is gegaan zoals het moest zijn,’ zegt een in Mexico wonende onthechte Deen tot Woody, de protagonist van Lentekind, de debuutroman van acteur en regisseur Harmen van Liemt. ‘Waarop Woody antwoordt: ‘Daar geloof ik ook in’. Er gebeurt veel in Van Liemts eerste. Veel kwesties ook waarvan je je als mens vaak afvraagt of het wel gaat zoals het moet gaan. Maar tot je het stadium van reflectie bereikt en terug kan kijken, is het spannend, moeilijk, soms wanhopig makend zwaar.

Coming of age is een stadium waar je doorheen moet. Met al zijn mooie en moeilijke kanten. Slechts weinigen maken het mee dat een niet veel oudere zus, een begin-twintiger, terminale longkanker krijgt van een uiterst agressieve, heel zeldzame soort. Er is ongeloof, angst, hoop, maar doorgaans kom je daar niet verder mee. Woody, het jongere broertje van Lara en Ben, maakt het mee en dat komt hard aan, want juist Lara is misschien wel de enige die hem echt begrijpt.

Ziedaar de premisse van Van Liemts semi-autobiografische roman, die aanvankelijk nogal lineair ‘vertellerig’ en overgedetailleerd overkomt, maar naarmate je verder komt urgenter en aansprekender wordt, aanzienlijk sneller ‘gesneden’ ook, om uit te monden in een gevoelige en aangrijpende apotheose.

Het in een klein dorp bij Deventer wonende gezin Cohen, Joods, maar niet van de gelovige soort, waarin Woody opgroeit is openminded, vrij en warm. Van Liemt schetst de jeugdjaren van Woody, genoemd naar de beroemde Joodse filmmaker, uitvoerig. Nadat in de proloog de geboorte van het derde kind van het gezin, Woody dus, al duidelijk maakt dat hij wat anders in het leven staat dan de anderen. Hij wordt beschouwd als een dromer, die daarom ook zo lang in Pippi-kleren en -pruik door het huis danst. Geen standaard bink, al doet hij lang erg zijn best om de schijn op te houden en om te gaan met vrienden die achter de meiden aanzitten.

Er zijn in de loop van de tijd wel een paar vriendinnetjes, maar Woody bespeurt bij zichzelf meer belangstelling voor jongens en vooral al wat oudere mannen. Ondanks de vrijzinnigheid van het gezin, durft Woody zijn seksuele voorkeur maar niet naar buiten te brengen, al zijn zijn ouders typisch van die mensen die alles toejuichen ‘als je maar gelukkig wordt’. Voor de roman is dat een zegen, al wringt het wat in de geloofwaardigheid.

Inclusief de wat gezochte proloog, die welbeschouwd slechts tot doel heeft duidelijk te maken dat Woody niet in het doorsnee plaatje past, heeft Lentekind een wel erg lange aanloop nodig om duidelijk te maken dat je hier best een mooi debuut te pakken hebt. Grofweg vanaf de tweede helft maakt Van Liemt het allemaal goed door eerder ingeweven draadjes weer op te pakken, waardoor eerst wat onbestemd ingevoerd lijkende personen alsnog een rol gaan spelen. Huisvriend Valentijn, rabbijn Irit, toneelschooldocent Thibaud, basisschoolvriendinnetje Jip en familievriendin Norma. Allemaal mensen die Woody, elk op hun eigen manier, helpen zichzelf te vinden en verder te gaan na het overlijden van Lara.

‘Door haar ziekte veranderden er dingen, ook in positieve zin. Ik leerde praten over mijn seksualiteit, mijn broer werd zachter, mijn ouders hechter. (…) Ik vraag me af of dat ook zou zijn gebeurd als mijn zus niet door… het noodlot was getroffen.’

Juist het samenbrengen van Woody’s persoonlijke zoektocht naar wie hij werkelijk is en wil zijn en Lara’s zo abrupt en jong beëindigde leven, geven Lentekind een mooie basis. Het vertelt het verhaal van menselijke macht en onmacht, van wel van alles willen, maar daar soms niet toe in staat zijn. Dus van de ongrijpbare externe factoren die je onverhoeds de pas af kunnen snijden of juist op kunnen tillen.

André Keikes

Harmen van Liemt – Lentekind. Meulenhoff, Amsterdam. 320 blz. € 22,99.