Recensie: Arie Storm – Satirië
Incrowdproza
Boekhandelaren zijn dom en ventileren vooral idiote meningen en zijn alleen maar geïnteresseerd in commerciële uitgaven. Ilja Leonard Pfeijffer, Tommy Wieringa en Pieter Waterdrinker schrijven vooral strontvervelend proza. Arthur Japin heeft een gebrekkige schrijftechniek en domme lezers. Leraren Nederland verpesten de smaak van hun leerlingen met de verkeerde boeken, zoals de kitsch van Nescio en de bagger van Jan Wolkers. Welkom in de wereld van Arie Storm. In Satirië neemt hij voor de zoveelste keer de schrijvers die hij niet mag op de korrel.
August Voois is de spil in het semi-autobiografische oeuvre van Storm. Net als Storm is hij schrijver van slecht verkopende boeken dankzij die nare boekhandelaren die alleen maar bestsellers in de winkel leggen. Net als Storm is hij weggestuurd als recensent bij de krant. Net als Storm die voor het Amsterdamse studentenkrantje Propria Cures gaat schrijven, gaat Voois bij het Amsterdamse blaadje Satirië schrijven om ‘alles en iedereen kapot te willen maken, kapot te willen schrijven’. Onderlinge vetes worden net als in de vorige romans opnieuw uitgevochten, zoals met de niet bij naam genoemde collega-recensent Arjan Peters, ‘de gecancelde criticus die naar pis rook en desondanks altijd achter jonge schrijfsters aan zat.’ Dat is zo’n beetje het niveau.
Je moet als lezer wel een beetje ingevoerd zijn in de letteren, want naast Ilja Leonard Pfeijffer, Tommy Wieringa, Pieter Waterdrinker, Arthur Japin, Nescio en Jan Wolkers laat Storm ook nog de namen vallen van Wayne C. Booth, Martin Amis, Kingsley Amis, Charles Dickens, Milan Kundera, Nietzsche, Michel Houellebecq, Saul Bellow, Patricia Highsmith, Tim Parks, Marcel Proust, Vladimir Nabokov, Adriaan van Dis, J.R.R. Tolkien, Gerard Reve, Georges Perec, Remco Campert, Céline, Harry Mulisch, J.C. Bloem, J.K. Rowling, Donna Tartt, James Wood, John Banville, Maarten ’t Hart, Vasalis, Willy van der Heide, Biesheuvel, Salinger, A.F. Th. van der Heijden, George Gissing, Abdelkader Benali, Alex Boogers, Annelies Verbeke, L.H. Wiener, Henry James, Sherwood Anderson, Frans Kellendonk, Cees Nooteboom, Hans Christian Andersen, Atte Jongstra, Philip Roth, Anthony Trollope, Gabriel García Márquez, Toni Morrison, Frederik van Eeden, Boudewijn Büch, Theo van Gogh, Pierre Hadot, Frans de Rover, Bordewijk, Vestdijk, Virginia Woolf en Karel van het Reve. Ik kan er een paar gemist hebben.
Inhoudelijk gebeurt er niet heel veel nieuws in Satirië. Voois is weer veel aan het overdenken en bepeinzen over de literatuur en zichzelf terwijl hij door Amsterdam loopt. Het enige nieuwe is dat hij wat politieke uitspraken doet, vooral tegen Palestijnen ‘omdat ze zogenaamd de kleine partij waren, waarbij nooit werd gezegd dat er enorme landen achter stonden door wie ze werden gesteund, aangevuld door een halve wereldbevolking die verhuisd was naar beschaafde landen, en er in feite helemaal niet zoiets bestond als het Palestijnse volk.’
Benieuwd hoe de familieverhoudingen in huize Storm zijn, want de broer van zijn vrouw Josje Kraamer (uitgever bij Querido) is redacteur bij de kleine uitgeverij Koppernik (kleine uitgeverijen deugen trouwens ook niet in Satirië), in de roman met de beladen naam Mefisto opgezadeld en door Voois ‘antisemitisch’ genoemd. Die uitgeverij gaf een boek uit van de Palestijnse auteur Adania Shibli. Zonder haar naam te noemen is het duidelijk wie bedoeld wordt: ‘een activiste die zich inzette voor Hamas. Haar novelle zat vol Jodenhaat’. Dat kan nog gezellig worden op verjaardagen. Voor je het weet schrijft Storm daar weer zijn volgende roman over.
August Voois werd bij de krant op een zijspoor gezet omdat hij te negatief over boeken schreef. Dat is op zich fout, want een recensent is geen verlengstuk van de publiciteitsafdeling van een uitgeverij. Een recensent moet ook kunnen zeggen wanneer hij langdradig en flauw incrowdproza leest. Zoals in Satirië.
Coen Peppelenbos
Arie Storm – Satirië. Prometheus, Amsterdam. 230 blz. € 22,99.
Deze recensie verscheen eerder in een kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 26 juni.
Vooi(j)s. Bestaat dat blad eigenlijk nog?
Als je zelfs L.H. Wiener op de korrel neemt, moet je als schrijver wel totaal verblind zijn door je grachtengordelambities.
Ari Storm heeft veel lef. Hij schrijft wat hij moet schrijven, wetend dat hem dat niet in dank zal worden afgenomen, slechte recensies zal opleveren. Slechte verkoop ook. De branche weerde al eerder een boek van hem. Ik heb me wel vermaakt. Spoiler alert: de handgranaat kwam goed terecht.
Ruim 20 jaar geleden verscheen bij L.J.Veen mijn boek Elise, over de dood van mijn moeder. Elise Helena Maria heette ze. En zo wilde ik het boek ook noemen. De titel werd al in de prospectus aangekondigd. Wat bleek. Feestje titel ging niet door, want de boekhandelaren vonden de titel misleidend voor hun klanten. Marianne Frederiksson had namelijk met Anna,Hanna en Johanna een bestseller gescoord. De titel van mijn boek deed de branche aan deze titel denken en mij werd meeliften op succes van Frederiksson verweten, bovendien misleidend voor de klanten. Toen moest mijn titel Elise worden.
Ach ja, de boekhandelaren hebben macht. Dus ik vond die handgranaat zo gek nog niet. Ik zou hem 20 jaar geleden ook naar binnen hebben gegooid,
Toevoeging. Ik heb de branche nog wel even gevraagd of Elise hun goedkeuring had, want ik had gelezen dat de romann Simon van Frederiksson zou verschijnen. En dan kan Elise zeer misleidend zijn.
Beste F. Willemsen,
Wat een titel al niet kan veroorzaken in de boekenwereld.
Wat vergezocht van de boekhandelaren dat je een boek niet de titel
Elise Helena Maria mag geven vanwege de associatie met
Anna, Hanna en Johanna,
Hartelijke groet
van
Johanna, Elisabeth, Conelia en Maria