Recensie: Ismail Kadare – Het monster
Het paard van de angst
‘Dit is een tijd van verraad overal om ons heen,’ zei hij, ‘een tijd van het Totale Houten Paard, of, als je een dergelijke term zou mogen gebruiken, de tijd van het Totaalpaard.’
‘De tijd van het Totaalpaard,’ herhaalde ze, ‘wat klinkt dat afschuwelijk.’
Deze zinnen schrijft Gent in zijn ontwerp voor een doctoraalscriptie. Gent is een jonge Albanese student, die zijn studie aan een Moskouse universiteit heeft moeten afbreken en moest terugkeren naar Albanië, nadat de Albanese communistische partij in onmin is geraakt met de Sovjet-Unie. Gent bestudeert de betekenissen van Homerus’ mythologische verhaal over de list met het houten paard, die de vernietiging van
Troje inluidde.
Gents keuze voor dat verhaal is verre van toevallig. Tijdens een verlovingsfeestje schaakt hij onder de ogen van haar verloofde en de feestgangers de mooie Lena, die daar maar al te gewillig in toestemt, want zij voelt niks voor een huwelijk, afgedwongen door familie. Die verloofde en zijn woedende familie zweren wraak. In Tirana wanen Gent en Lena zich belegerd. Een oude, in een veld achtergelaten, gekannibaliseerde vrachtwagen, die er vanuit de verte uitziet als een reusachtig houten paard, lijkt de stad langzaam te naderen. Het ding boezemt onheilsgevoelens in. Bij meer mensen dan alleen Gent en Lena trouwens.
De schaking van Lena/Helena, de dreiging van eerwraak, de stad die in de greep raakt van angst, het vrachtwagenpaard, hier voltrekt zich een moderne Illiade.
Gent en Lena zijn de hoofdpersonages van Het monster, een indrukwekkende roman van de bekende Albanese schrijver Ismail Kadare. Die roman, Kadares tweede, verscheen al in 1965 in een Albanees tijdschrift, maar werd daarna onmiddellijk door de communistische partij op de zwarte lijst gezet. De reden laat zich raden: Kadares houten paard, het Totaalpaard, verbeeldt het instrument van de angst, dat de totalitaire staat gebruikt om de mensen in een ijzeren greep te houden.
Gent en Lena mogen dan de hoofdpersonen zijn, het werkelijke hoofdpersonage, om zo te zeggen, is het mythologische verhaal van het Griekse paard van Troje. Het zijn niet zozeer de menselijke personages die wendingen geven aan de gebeurtenissen, maar het is als het ware die mythe die in vele gedaanten aan het roer staat van het verloop van de geschiedenis. Wie de geschiedenis wil begrijpen, moet steeds opnieuw die mythe interpreteren en op zoek gaan naar de waarheden die erin schuilgaan en naar de werkelijkheid die erdoor aan het zicht wordt onttrokken, lijkt Kadare te willen zeggen.
In de grimmige Albanese werkelijkheid van 1965 verscheen de mythe als een werktuig van de angst. De dreiging van een Russische belegering mocht dan echt zijn, die was evenzeer instrument om de greep van de staat op de Albanezen te verstevigen: de totalitaire staat zelf was het Trojaanse paard, het Totaalpaard. Verbazingwekkend eigenlijk, dat Kadare dat toen, terwijl Enver Hoxha en zijn communistische partij Albanië aan de ketting legden, heeft durven zeggen.
Hans van der Heijde
Ismail Kadare – Het monster. Vertaald door Roel Schuyt. Van Gennep, Amsterdam. 192 blz.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 10 oktober 2008.