Recensie: Mariëlle Hageman – Iteko. Het leven van Margaretha Jacoba de Neufville (1775-1856)
Een corset van deugdzaamheid
Hoe zag het leven van een ongetrouwde, bemiddelde jonge vrouw er uit in het Amsterdam van begin negentiende eeuw? In welke mate bepaalden etiquette en ongeschreven omgangsvormen het leven? In Iteko. Het leven van Margaretha Jacoba de Neufville (1775-1856) geeft historica Mariëlle Hageman een inkijkje in het leven van zo’n jonge vrouw aan de hand van haar overgeleverde geschriften. Daarnaast is het een persoonlijk verslag van de zoektocht van de auteur naar de bronnen over dit leven.
Margaretha Jacoba de Neufville behoorde tot een rijke Amsterdamse familie. Ze woonde ‘s winters met haar vader en drie jongere broers in Amsterdam, in de bocht van de Herengracht. Haar moeder overleed toen ze 19 jaar oud was. Na het overlijden van haar moeder bestierde Iteko, zoals Margaretha Jacoba genoemd werd, het huishouden aan de Herengracht voor haar vader en broers, een taak met veel verantwoordelijkheden. De zomers werden doorgebracht op het buiten van de familie, Spaar en Hout, bij Haarlem. Tijdens haar leven schreef ze een tiental boeken van historische aard; bovendien hield ze jarenlang een dagboek bij. Bij testament had ze bepaald dat de dagboeken na haar dood verbrand dienden te worden, als haar broer dat na lezing beter vond. En zo geschiedde; een onbekend aantal dagboeken verdween, maar met de vijf delen die bewaard zijn gebleven en met wat Hageman zelf nog boven water kreeg, bleek een origineel en meeslepend boek geschreven te kunnen worden.
De vijf bewaard gebleven dagboeken bevinden zich sinds eind 2000 in het Amsterdamse Stadsarchief. Ze beschrijven de periode van 1 juni 1803 tot en met december 1807, een periode van viereneneenhalf jaar. De schrijfster is dus 28 jaar aan het begin van het eerste dagboek, en 32 als het laatst bewaarde dagboek eindigt. Het zijn overigens geen ‘boeken’, maar losse, dubbelgevouwen blaadjes, met tekst in het Frans, en soms het Nederlands of Engels, per jaar geordend in kartonnen omslagen.
In haar boek wisselt Hageman telkens een hoofdstuk met parafrases uit een bepaald dagboek af met een meer essayistisch hoofdstuk, over de achtergronden van het geschrevene en haar eigen zoektocht naar meer materiaal. Ze ontwikkelt een gevoel van affiniteit met haar onderwerp, die, net als zijzelf, geniet van onderzoek naar historische gebeurtenissen en het schrijven daarover, maar ook een gevoel van vervreemding en zelfs wrevel waar het de omgangsvormen betreft in het gegoede Amsterdamse milieu waartoe Iteko behoorde, vooral als er liefde in het spel was.
Zo lezen we in het hoofdstuk ‘Uit het dagboek van 1803’ hoe Iteko een man ontmoet die duidelijk veel belangstelling voor haar heeft. Na een aantal ontmoetingen in het Amsterdamse rijke-mensen-circuit verklaart deze Henri haar zijn liefde. Iteko twijfelt en wijst zijn aanzoek na drie weken af, maar hoopt dat hij zijn aanzoek nog eens zal herhalen. Van hun wederzijdse genegenheid mag in de tussentijd niemand iets merken, dat zou maar praatjes geven en praatjes konden de reputatie van een vrouw blijvend verwoesten. Koel, afstandelijk gedrag is zoals het hoort, voor een vrouw. En ondertussen moet je maar hopen dat je aanbidder dit begrijpt en zijn aanzoek zal herhalen.
Hoe koel en correct Iteko zich ook gedroeg in het openbare leven, in haar dagboek liet ze zich gaan. Hagemans parafrases lezen dan soms als een ouderwets meisjesboek:
‘Ik ben de jouwe, Henri,’ schreef ze ‘s avonds in haar dagboek. ‘Hou altijd die tedere liefde voor me en ik zal je gelukkig maken.’ Het jaar 1804 brak aan, en ze hoopte dat dat het jaar zou worden waarin ze eindelijk zou trouwen.
Na deze cliffhanger aan het einde van het eerste hoofdstuk wordt in het daaropvolgende hoofdstuk, dat verhaalt van de historie van de dagboeken en de research van de auteur, meteen duidelijk dat dat niet gebeurd is. Haar vader was op een huwelijk tegen en Henri is met iemand anders getrouwd.
De dagboeken van 1804 tot en met 1807 vertellen over het treurigmakende verloop van deze liefdesgeschiedenis. Gaandeweg verzoent Iteko zich met haar ongetrouwde status, blij dat ze kan doen wat ze wil. En dat is vooral schrijven en onderzoek doen. In haar testament laat ze Henri duizend gulden na – een hartelijk, genereus gebaar.
Iteko hield van geschiedenis. Haar eerste werk dat in 1821 in druk verscheen was een geschiedenis voor kinderen, getiteld Galerij van beroemde mannen en vrouwen in Nederland. Ze publiceerde het onder pseudoniem als ‘eene Vriendin der Jeugd’; want ze vond het voor een vrouw van haar stand niet betamelijk om haar naam op het titelblad te laten vermelden. Ook wilde ze, schreef ze, zo haar eerzucht beteugelen. Het boek werd een groot succes en werd gevolgd door Zes nieuwe oorspronkelijke Nederduitsche Verhalen voor kinderen in 1834 en Acht oorspronkelijk Nederduitsche Verhalen voor de Jeugd in 1840.
Behalve kinderboeken schreef Iteko ook romans, waarmee ze veel succes boekte. De eerste, een briefroman in vier delen, De kleine pligten, verscheen vanaf 1824, gevolgd door De schildknaap (iets uit den ouden tijd) in 1829 en in 1832 een boek over de Belgische opstand, Twaalf maanden uit de vaderlandsche geschiedenis, of schets der groote gebeurtenissen in de Nederlanden, van half augustus 1830 tot half augustus 1831. Na deze successen kreeg haar roman Elisabeth Basmooth, of eene Engelsche plant op Hollandschen bodem, uit 1836, echter slechte kritieken (zie ook de Digitale Bibliotheek van Nederland).
Het speurwerk dat Hageman voor dit boek over het leven van De Neufville heeft verricht is indrukwekkend. Veel biografisch materiaal was weliswaar verdwenen, maar toch is Mariëlle Hageman erin geslaagd een helder beeld van het leven en de gevoelens van deze vrouw en schrijfster uit de eerste helft van de negentiende eeuw te schetsen. Wel had ik graag af en toe een letterlijk – Frans, Engels of Nederlands – citaat gelezen, naast de parafrases. Ook is het niet gemakkelijk een naam terug te zoeken, omdat een index ontbreekt. Dit zijn echter kleinigheden, want dit is een zeer aantrekkelijk boek, waarin je persoonlijk betrokken wordt zowel bij het onderwerp, die arme Iteko in haar corset van deugdzaamheid, als bij de schrijfster en haar zoektocht. Zo komt geschiedenis pas echt tot leven.
Thea Summerfield
Mariëlle Hageman – Iteko. Het leven van Margaretha Jacoba de Neufville (1775-1856). Van Oorschot, Amsterdam. 253 blz. € 23,50.