Kleurrijk en verrassend

De verhalen uit de bundel Aloha van Machteld Siegmann zijn even kleurrijk als verrassend. Steeds weet ze de lezer tegen diverse decors via de verschillende personages een verkeerde kant op te sturen. In sommige gevallen gaat het om ontmoetingen tussen mensen die anders verlopen dan je zou verwachten. Of ze beschrijft situaties die je niet ziet aankomen. Een iriscopist wordt ingeschakeld om een meisje te helpen, maar volgens de moeder van het meisje geeft hij de verkeerde diagnose. Ze lijken zelfs tegen hem samen te spannen. In de ogen van het meisje ziet hij problemen met de darmen en de bijnieren, maar daar is moeder het helemaal niet mee eens: ‘En dat noemt zich dokter!’

In ‘Armageddon’ moet een vrouw tegen haar zin oppassen op twee kinderen bij de buren. Ze verwachtte eigenlijk dat iemand haar een pakketje van de postbode zou komen brengen toen de bel ging, maar ze werd gestrikt om zich over een peuter en een baby te ontfermen. En wat doe je dan als je niet met kinderen kunt omgaan en niet met kinderen wilt kunnen omgaan?
Vermakelijk en tragisch is het verhaal ‘De vakantieman’ waarin een zojuist geschieden vader met zijn twee puberdochters ‘leuk’ op kampeervakantie gaat. Hij doet te veel zijn best en wil het laten lijken op de vakanties die hij als kind met zijn ouders doorbracht. Het verloopt stroef, op de achterbank zitten de meiden in hun eigen wereld, maar gelukkig komen ze steeds dichter bij de camping. Tot de benzine bijna op is en hij een landweg inslaat op zoek naar een tankstation. Stom, hij had daar natuurlijk eerder aan moeten denken. Als een van de dochters ook nog ineens tampons nodig heeft en hij in het dichtstbijzijnde dorp niets anders kan krijgen dan incontinentieluiers, lijkt het niet meer goed te komen tussen de vader en zijn dochters.

‘Maar zoals het voor iedereen moeilijk is een vergissing toe te geven, is het dat al helemaal voor wie zicht geplaatst ziet tegenover tienerdochters die een front tegen je hebben gevormd vanuit een solidariteitsprincipe waartegen je je om redenen van gender onmogelijk kunt verweren.’

Siegmann legt haarfijn ongemakkelijke situaties bloot die we herkennen maar het liefst niet zouden laten zien. Hoe lastig het is bijvoorbeeld om te zeggen wat je denkt of om contact te maken. Zo is er in het openingsverhaal ‘Amaretto’ een veerman die op zijn laatste werkdag wacht op de roodharige man die hij vaak overzet en op wie hij verliefd is. Maar hoe laat je dat blijken als je introvert bent, maar het tegelijk de laatste mogelijkheid is?

Het intrigerendste verhaal is ‘Aloha’, over het ongemak dat ontstaat wanneer een vreemdelinge een besloten dorpsgemeenschap instapt en het dorp daarmee in rep en roer brengt, alleen maar omdat ze opvallend gekleed gaat en met niemand contact zoekt. Wat wil dat mens, met die veel te vrolijk versierde fiets en de spiegeltjes in de boom van haar voortuin? Eerst reageert men nog opgetogen, blij met wat afleiding en kleur in het saaie dorp. Maar dan ontstaat de achterdocht. Waarom komt ze hier wonen, wat wil ze van de andere dorpelingen, waarom trekt ze zich zo weinig aan van het dorp? Alleen de gepensioneerde huisarts is oprecht verheugd en gaat tegen het wantrouwen van de rest in. Maar dat is lastig. Men wil geloven dat er iets achter steekt en ongegronde roddels verspreiden zich razendsnel. Siegmann laat knap zien hoe iets onbekends leidt tot iets onbeminds.

Verhalen schrijven is een kunst, in een paar zinnen moet de situatie duidelijk zijn en moeten de personages een karakter hebben. Dat lukt Machteld Siegmann uitstekend, steeds creëert ze een heel ander maar herkenbaar universum, dat de lezer ook nog eens fijn laat nadenken over het gedrag van de mensen om ons heen en van onszelf.

Arjen van Meijgaard

Machteld Siegmann – Aloha Ambo|Anthos, Amsterdam. 160 blz. € 20,-