Kind

Op het plein speelt een kind

nee, het zwaait met zijn hoofd

eet chips uit een zak.

Achter mijn schouder duikt het op

wil jij tikkertje spelen, mevrouw

waar zijn je vriendjes, vraag ik.

Dingen doen, zegt het jongetje

hij heeft lichtrood haar, witte knokkels

een blikje cola

heel wit kijkt hij weg.

De wind aait

zijn verwoeste oogopslag

zijn wimpers trillen

hij wacht op de genadeslag.

Gerry van der Linden

Gerry van der Linden (Eindhoven,1952) schrijft poëzie en proza. Ze debuteerde in 1978 met de dichtbundel De Aantekening (Bezige Bij). In 1990 verscheen de bundel Val op de rand (1990), vervolgens Aan mijn veren hand (1993), Zandloper (1997), de geïllustreerde dichtbundel/cd Lila en de Tekens (1999), Uitweg (2001) en Goed volk (2004). De bundel Glazen jas (Nieuw Amsterdam, 2007) werd in 2009 genomineerd voor de shortlist Brabantse Prijs der Letteren. Ze publiceert met regelmaat poëzie en korte verhalen in het literaire tijdschrift Hollands Maandblad. Proza: de novelle Enveloppe (1992), de autobiografische roman Wind (1995) en de roman Dolk (2000). Zojuist is haar dichtbundel Wat een geluk (Nieuw Amsterdam 2012) verschenen. Zie ook haar persoonlijke website www.gerryvanderlinden.nl