Het raadsel en het labyrint

Het is misschien wat te weinig opgemerkt, maar een van de opwindendste gebeurtenissen in de Nederlandstalige literaire wereld van de afgelopen jaren, is de herintroductie van de Uruguayaanse auteur Juan Carlos Onetti (1909 – 1994), wiens romans en verhalen pareltjes zijn. Zijn literaire voorbeelden zijn niet de minste: Marcel Proust, Louis-Ferdinand Céline en bovenal William Faulkner. Op zijn beurt is ‘de steppenwolf van de Uruguayaanse literatuur’ dan weer bewonderd door García Márquez, Borges en Vargas Llosa. Uitgeverij Kievenaar publiceerde eerder de roman Lijkendrijver (2023) en de novellen Afscheid (2021) en De dood en het meisje (2022). Met de novelle Voor een graf zonder naam wordt het project om alle novellen van Onetti te vertalen, verdergezet.

De recensent van het werk van Onetti kan bijna niet anders dan zichzelf herhalen. De boeken hebben uiteraard telkens een ander onderwerp, maar het wereldbeeld, de taal en de constructie blijven grotendeels hetzelfde. Voor een graf zonder naam begint met een begrafenis in het stadje Santa Mária – de troosteloze denkbeeldige stad waar zich de verhalen in de andere boeken van Onetti ook afspelen. Een vrouw wordt begraven. Achter de kist loopt Jorge Malabia – ook bekend uit Onetti’s ander werk – met een gebrekkige bok. Veel meer weet de lezer niet en misschien zijn deze gegevens al fout want in het oeuvre van Onetti is niks zeker. Het verhaal wordt verteld en opgeschreven door dokter Díaz Grey, die aan het einde van het boek bekent dat hij zelf twijfelt aan het bestaan van de bok en doelbewust een paar leugens in het verhaal heeft gestopt.

Voor een graf zonder naam wordt verteld vanuit het perspectief van verschillende personen die elk een andere versie vertellen van het verhaal over de vrouw en de bok. De vrouw, een zekere Rita, zou aan een metrostation in Buenos Aires hebben gebedeld. Iemand voegt er de bok bij. Een ander weet te vertellen dat de vrouw zich ook zou inlaten met prostitutie. Dan weer zou niet Rita in Santa Mária zijn begraven, maar wel haar nicht. Op het eerste gezicht lijkt het soms of de personages elkaar aanvullen, maar al snel wordt duidelijk dat dat niet het geval is en dat ze elkaar daarentegen op belangrijke punten tegenspreken. Vertaler Marijke Arijs spreekt in het nawoord van een Gordiaanse knoop die dokter Díaz Grey probeert te ontwarren; hij is ook de enige die alle versies kan observeren en analyseren omdat hij de verhalen rechtstreeks van de verschillende vertellers verneemt. Net zoals in de andere romans van Onetti wordt gespeeld met de grens tussen fictie en werkelijkheid. Onetti houdt, net zoals zijn personages, niet van afgeronde verhalen en eenduidige verhaallijnen. Het zijn juist de vele verschillende perspectieven die een verhaal de moeite waard maken. Het is Vargas Llosa die zegt dat Onetti in zijn oeuvre een parallelle wereld heeft gecreëerd, naast het echte leven, die bestaat uit woorden en beelden die evenzeer onwaar als overtuigende werkelijkheid zijn. Die meerduidigheid wordt in Voor een graf zonder naam misschien wel het meest exemplarisch vormgegeven – met zelfs personages die zeggen dat ze alles bij elkaar hebben verzonnen. Het is dan ook de combinatie van die meerstemmigheid, samen met de briljante stijl en de altijd aanwezige sfeer van vergeefsheid, die de boeken van Onetti hun glans en pracht geven.

De luie lezer zal de boeken van Onetti aan de kant schuiven. De complexiteit van Onetti moet niet zozeer gezocht worden op het niveau van de zinsstructuur  – geen breed uitwaaierende zinnen zoals bij Faulkner – maar in het verschuiven van het vertelperspectief, de onbetrouwbaarheid van de vertellers, het gebrek aan chronologie en de weigering om een afgerond verhaal te vertellen. In de plaats daarvan krijgt de lezer ongewisheid, vaagheid en ongrijpbaarheid. Het raadsel en het labyrint blijken de enige toegang te zijn tot de literaire teksten van Onetti.

Kris Velter

Juan Carlos Onetti – Voor een graf zonder naam. Uit het Spaans vertaald door Marijke Arijs. Kievenaar, Heveadorp. 120 blz. € 19,00.