Recensie: Hans Schnitzler – De mens, de machine & de therapeut
De mensmachine
Artificial Intelligence, AI, is een machine die opdrachten uitvoert door algoritmes te doorlopen. Machines zijn fascinerende dingen. Vanwege hun onvermoeibaarheid, om wat ze kunnen en ook omdat we, althans de meesten van ons, amper begrijpen hoe ze precies functioneren. We zijn omringd door machines en bij bijna alles wat we doen gebruiken we machinale instrumenten. Toch zijn we ons er maar zelden van bewust dat onze relatie met die machines en met wat we ermee bewerkstelligen wederkerig is. Terwijl we onze omgeving ermee veranderen, verandert de wijze waarop we dat doen én die veranderde omgeving ons zijn. ‘We evolueren langzaam maar zeker in de richting van mensmachines’, schrijft Hans Schnitzler in zijn essay De mens, de machine & de therapeut. Dat is uitgegeven ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis 2024, waarvan het thema ‘echt nep’ is.
‘Echt nep’, natuurlijk ingegeven door het probleem – zo oud als de mensheid, maar in het dataversum tot schrikbarende omvang uitgroeiend – dat we echt en authentiek boven nep prefereren en zenuwachtig worden als we niet zeker weten of wat echt lijkt, dat ook is. Dat probleem begint al met de vraag wat ‘echt’ en ‘nep’ eigenlijk zijn, bepaald geen onbelangrijke kwestie, gegeven dat we, aldus Schnitzler, ‘met een dualistisch wereldbeeld zijn opgescheept, een wereld waar het onderscheid tussen zijn en schijn, tussen echt en nep niet meer uit valt weg te denken’.
Gaat de toenemende invloed van ‘dataïstische’ machinerie gepaard met het verliezen van terrein van realiteit aan virtualiteit? Dat lijkt al het geval. Zeker is dat het streven naar echt en authentiek dat velen daar tegenover proberen te stellen, ideaaltypen als richtpunt pleegt te nemen, met als gevolg eenvormigheid die nu juist volkomen verschilt van de oneindig gedifferentieerde realiteit. We weten wat liegen is, maar wat waarheid is weten we niet, althans niet in betekenisvolle zin. Leugens vertellen kunnen we allemaal, maar de waarheid zeggen blijkt een stuk lastiger.
Lieg je als je zelf overtuigd bent van de waarheid van wat je zegt? Toen Trump, in debat met Harris, zei dat immigranten andermans geliefde huisdieren opaten, en de fact checkers bij het debat dat prompt als nepnieuws ontmaskerden, verdedigde hij zich door te zeggen dat hij het gehoord had op de televisie. Wat de vragen oproept of massamedia hun best doen geen leugens als waarheden te presenteren en of je je er ‘dus’ op mag beroepen.
Schnitzler, wiens voornaamste bouwstenen in dit essay humor, ironie en relativering zijn, is voorzichtig in zijn antwoorden op de vragen die hij opwerpt. Meedenken is de boodschap aan de lezer. Schnitzler legt zijn twijfels van meer existentiële aard, die uit het nadenken over zijn vragen voortvloeien, voor aan een Therapeut. Wie die Therapeut is, is een aardige verrassing die ik hier niet wil verklappen.
Hans van der Heijde
Hans Schnitzler – De mens, de machine & de therapeut. Bot Uitgevers. 64 blz. € 6,99.
Mooie recensie, ik vond het een heel goed essay