De onderstaande recensie over Moederkruid komt uit 2001.

Meisje

In tijden niet zo de beklemming gevoeld van een ongelukkige jeugd Carry Slee kreeg het voor elkaar in Moederkruid. We beleven het verhaal vanuit het perspectief van een meisje dat opgroeit onder de hoede van een depressieve moeder die niet in staat is schoonheid en vrolijkheid in het leven te zien, voor wie het onmogelijk is solidair te zijn met wie dan ook, laat staan met zichzelf. En een vader die altijd op de vlucht is. Dit perspectief geeft Slee de kans en ze heeft die met beide handen aangegrepen, een schitterend boek te schrijven over de pogingen van een ware kleine heldin overeind te blijven binnen een vrijwel ondoordringbaar net van zwartgalligheid, wantrouwen en pure onveiligheid.

De moeder onthoudt haar kind alle plezier in het leven, verbiedt haar buiten te spelen, staat haar niet toe een juffrouw op school aardig te vinden, ze vindt niets de moeite waard, gunt haar dochtertje niets omdat ze zelf de zin van plezier niet meer in kan zien. En toch is deze moeder in de handen van Slee niet de een of andere platgeslagen haaibaai uit een flutroman, ze is ziek zonder dat de kleine heldin weet om wat voor ziekte het gaat. Alleen de lezer kan dit vermoeden.

Het mooie is dat je nooit het gevoel hebt dat het hier om een bijzonder kind gaat, ze heeft geen bijzondere eigenschappen, ze kan niet prachtig tekenen of zingen, ze is niet een lelijk eendje dat later uit gaat groeien tot een mooie zwaan. Ze groeit niet op in een bijzondere buurt, ze is niet echt arm, ze lijkt een gewoon kind. Slee maakt het allemaal zo gewoon dat je de ouders van dit kind overal om je heen begint te vermoeden, ze waren misschien zelfs mijn eigen ouders, of die van mijn vrienden, ze komen bij je thuis, ze lopen op straat, misschien ben je zelf wel zo, je kunt het nooit zeker weten omdat het de gewoonheid is die hier plotseling ongewoon gemaakt is: ouders en hun kinderen. Dit is een meisje dat met toenemende verbazing ondergaat wat ze nu eenmaal moet ondergaan, dat daarmee probeert te leven en dat heel voorzichtig tot een breekbaar eigen perspectief op de wereld probeert te komen.

Carry Slee heeft niet een of ander maatschappelijk protest over de mishandeling van kinderen in het algemeen willen schrijven, die gedachte is verre van haar geweest, het woord mishandeling is niet eens op z’n plaats omdat het daar niet over gaat. Maar het gaat er dus wel over. En daarom is het zo’n schitterend boek geworden omdat Slee dit bijzondere ene kind heeft willen portretteren, omdat ware literatuur nooit algemeen is maar alleen het bijzondere documenteert. Dit is geen aanklacht maar een portret, geen verhandeling maar een beeld. Slee schrijft in
korte zinnen, onopgesmukt, onliterair zou je bijna denken, maar juist deze stijl toont haar literaire kracht. Ze weet dat in deze stijl de grote effectiviteit van dit verhaal schuilt, dat
het precies deze stijl is die ons in staat stelt onze eigen jeugd te kunnen herinneren. Een wonderlijk prachtig boek van een klasseschrijfster.

Kees ’t Hart

Carry Slee – Moederkruid. Prometheus, Amsterdam. 202 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 30 maart 2001.