Ze raken elkaar niet

De vriendin van Victorien heeft een droom: het runnen van een camping. Zij wordt echter ziek, een knobbeltje in de borst. Je verwacht aan het begin van Camping van Maartje Wortel dat daar het thema van de roman zit, maar dan neemt de roman een afslag. Victorien raakt haar vriendin niet kwijt aan de dood, maar aan het leven. Uit wraak, of om nog een band te behouden, kaapt zij de droom van haar vriendin en koopt ze een afgelegen camping, vlakbij een oefenterrein van het leger. De twee oude eigenaressen, zussen, blijven op de camping wonen.

Een camping is bij uitstek een plaats waar mensen van allerlei rangen en standen samenkomen, zonder dat er een echt gemeenschapsgevoel is. Dat is een uitstekend uitgangspunt voor een roman waarbij de afzonderlijke campinggasten geen of nauwelijks contact hebben met de andere gasten. Het geeft Wortel de mogelijkheid om diverse verhalen te vertellen – het genre waarin ze uitblinkt – binnen een overkoepelend kader.

‘Alles lijkt een chaos. Er valt geen patroon te herkennen,’ zegt een personage op het eind van Camping: ‘Ze verplaatsen zich veelal in groepen. En toch raakt geen van hen een ander. Ze raken elkaar niet.’ Misschien is dat ook wel een van de thema’s die Wortel op veel manieren uitwerkt. Zoals bij het vluchtelingengezin dat alles kwijt is en in een huisje op de camping aan een compleet nieuw leven moet beginnen. Zoals de veelgevraagde spreker van wie opeens een seksfilmpje online verschijnt en die naar de camping trekt om even uit handen van de pers te blijven. Zoals de militair die met een trauma op een zijspoor wordt gezet in het leger. Al die levens komen los van elkaar samen op de camping.

Wortel kan zonder boodschapperig te worden kwijt hoe de maatschappij steeds meer ontwricht raakt. Ook de kunst heeft daar geen goed antwoord op, blijkt uit het verhaal van Dagmar die toneelrecensies schrijft voor de krant. Tot ze er achter komt dat al die toneelstukken op elkaar lijken: ‘de mensen wilden zien wat ze al kenden.’ Ze besluit om daarna recensies te schrijven zonder de stukken te zien en dat valt niemand op.

Camping blijft ondanks de soms zware onderwerpen licht van toon en dat komt door de stijl van Wortel met een licht ironische, soms sarcastische toets. Op het eind van het boek heb je niet veel hoop meer voor de toekomst van de wereld, maar zolang daarin nog romans van Maartje Wortel verschijnen is het er best uit te houden.

Coen Peppelenbos

Maartje Wortel – Camping. Amsterdam, Prometheus. 236 blz. € 22,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 23 oktober 2024.

Lees ook de recensie van Marie-José Klaver over Camping