Recensie: Geoff Dyer – Uit pure woede
Het Droste-effect
Je zou Uit pure woede van de Engelse schrijver Geoff Dyer, vooral bekend van zijn heel diverse non-fictiewerk, een schrijversboek vooral voor schrijvers kunnen noemen. De Twijfel, de basis van elke goede creativiteit, is in feite de hoofdpersoon. Het personage Geoff Dyer, vergelijkbaar met Breyten Woorddwaas bij werk van Breyten Breytenbach, in de zin van een tweede ik waar tegenaan geleund kan worden, wil een roman schrijven én een standaardwerk over D.H. Lawrence.
Het geestige is dat hij door het beschrijven van de zoektocht in feite juist dat heeft gedaan. Een roman en een uitgebreide biografische schets ineen. De Nurcode 320, dat staat voor literaire non-fictie, waarschijnlijk gewoontegetrouw aan Dyer gegeven, labelt het boek dus niet helemaal correct. Uit pure woede is een volwaardige roman, doet juist wat de roman vermag: mogelijkheden onderzoeken, vragen stellen.
Je zou het eerder kunnen zien als een roadnovel in literatuurland. Maggie O’Farell noemt het in de inleiding zowel een lofzang als een jammerklacht over uitstelgedrag. Inderdaad heeft Dyer deze problematiek verheven tot een soort aparte kunstvorm, vergelijkbaar met de succesroman HhhH van Laurent Binet, die naast het verhaal ook de eeuwige worsteling van het schrijfproces beschrijft.
In eerste instantie denk je te maken te hebben met een boek geschreven in een bewustzijnsvlaag, een boek gedreven door de ongekende nieuwsgierigheid van schrijvers naar schrijvers, naar het boek, maar vooral ook naar het desbetreffende leven. Kwaliteitstijdschriften als De Parelduiker varen er wel bij. Een kijkje in de schrijfkeuken. Daar wordt van gesmuld, stiekem vaak nog veel meer dan van het oorspronkelijke werk. De lezer kan ook in die zin van de ‘ontsnappingstruc’ van Dyer genieten. Hij biedt veel op originele wijze verkregen en gepresenteerde kennis over Lawrence, zonder ook maar een moment te vervallen in etalagegedrag: het klakkeloos oplepelen van Wikipediafeitjes. De onrust van personage Dyer leidt hem langs allerlei paden van Lawrence, in allerlei landen. Hij verbindt er zijn eigen wetenswaardigheden, eigenaardigheden, zijn pure woede aan. De gedrevenheid, de ambitie, de hang naar succes en daartegenover het onvermogen van de mens. Het vergeefse tot kunst verheven op een aanstekelijke tong-in-wangtoon.
Het personage Dyer kon allereerst al heel moeilijk kiezen waar hij aan zijn meesterwerk zou gaan schrijven. Hij reist wat af, neemt het Verzameld Werk van Lawrence mee, krijgt het dan niet voor elkaar om er maar één blik in te werpen. Wanneer hij het vanwege de omvang ergens op een eiland achterlaat, kan hij niet verder, niet starten zelfs, omdat hij het niet bij de hand heeft.
Kom op, trek eens aan je stutten, zou je kunnen zeggen, maar juist dat heen en weer gedraai levert grootse literatuur op, met een grote dosis zelfspot. Je irriteert je aan dat ‘slappe gedoe’ maar tegelijkertijd wil je niet dat het ophoudt omdat het zo ongelooflijk onderhoudend is. Dyer is van sterrenbeeld een tweeling, dat dubbele gedrag schijnt ook een beetje bij dat dierenriemteken te horen.
Uit pure woede is bijzonder rijk geschakeerd, verveelt geen moment. Vol verwachting sla je de pagina om, benieuwd wat je nu weer voorgeschoteld krijgt: de gekoesterde ‘inactiviteit’ van Rilke, de romankunst van Camus, de tirades van Bernhard, seks met zijn bijzonder snedige vriendin Laura na een ongeluk met de brommer, een rake observatie van een Italiaanse kaartjesknipper in een trein, de geur van smaak, van een pommodori bijvoorbeeld, een vormtechnisch interessante manier waarop foto’s van Lawrence worden ingezet, een bespiegeling over de zee in het algemeen, de waarde van uitkijkposten – ‘op alles wat niet op iets anders uitkijkt, wordt neergekeken’ – de jaloersmakende werkvermoeidheid van wegwerkers, de kwaliteit van seafood, de beschutting, de duisternis, de rust van het huis dat Rodin in zichzelf droeg, Kundera, tv-kijken in de kou, een afkeer van academisch literatuuronderzoek, de superioriteit van brieven van schrijvers ten opzichte van hun bellettrie en daarnaast nog… Pagina’s zijn alleen met de onderwerpen te vullen. En toch vormt deze roman, ja, roman op een wonderlijke wijze een hechte eenheid , is het geen pil van negenhonderd pagina’s met ‘doordraafproza’.
Dyer viert in Uit pure woede de serendipiteit, het vinden wat je niet zoekt. Klasse! Om uiteindelijk met een twist, met een bijzin zijn eigen rol te minimaliseren. Zoals het hoort. ‘Lezen is nog altijd belangrijk dan schrijven.’
Guus Bauer
Geoff Dyer – Uit pure woede. Vertaald door Ivo Verheyen. TZARA / Standaard Uitgeverij, Antwerpen. 248 blz. € 25,99.
Eerder verscheen deze recensie van Uit pure woede op Tzum