Recensie: Sjifra Herschberg – De Binnenplaats
Andere tijden
Sjifra Herschberg was al journaliste voor onder meer de Volkskrant, Vrij Nederland en de NOS werkzaam in de USSR, Rusland, Israël en de Palestijnse gebieden. Voor haar prozadebuut De binnenplaats putte ze uit haar ervaringen als correspondente in Rusland in de jaren negentig. Een van de meest intrigerende periodes. Een tijd van voorzichtige transitie, van een zekere zelfbeschikking van het individu. Maar dat alles heel schoorvoetend. Ongeloof, onwennigheid en een generaties lang ingeprente angst beheersen de levensechte protagonisten.
Het decor een typisch grauw Stalinistisch flatgebouw, een binnenplaats waar omheen zich het dagelijkse leven afspeelt. De Binnenplaats die in het boek ook de verbindende factor is. Herschberg hanteert hier heel soepeltjes het multiperspectief, haast onmerkbaar – ongekunsteld dus – verbindt ze in de verschillende verhalen de levens van de flatbewoners en van de bezoekers, van de afwezigen. Je haalt er liever geen andere schrijvers bij, en het is nogal een vergelijking, maar de verteltrant, het gogme van Herschberg doet denken aan de verhaalkunst van Anton Tsjechov, de grootmeester op de korte baan. De ‘parabels’ lijken stuk voor stuk afgerond, maar bij elk nieuw perspectief worden toch weer zijpaadjes geopend. De kracht, de twist van de bijzin. De verhalen versterken elkaar, zwakken eerdere aannames af.
Een verbindende factor is ook de kaartclub van de mannen. De vrouwen zijn blij dat ze in het weekend even van die kerels, van die zuipschuiten verlost zijn. Een plek voor de orale traditie, waar een zekere oom Kolja zonder voorbehoud de waarheid over het falende systeem durft te verkondigen. De andere mannen hangen aan zijn lippen, maar vooralsnog zullen zij hun mond houden. In elk geval over dat onderwerp. Je weet nooit. Alles kan zo weer helemaal anders zijn en zo slecht hadden ze het niet. Het werktempo lag uitzonderlijk laag, bood van hoog tot laag in de fabriek ruimte voor een ‘rustige’ invulling. Zodra er gemeld werd dat bijvoorbeeld een slager wat vlees in de aanbieding had, spoedde iedereen zich naar de winkel om in de rij te gaan staan.
Jongeren worden gedoogd bij de kaartclub, vermits ze afstand bewaren en hun klep houden. In feite is dat een soort inwijdingsritueel, want langzamerhand schuiven ze op in de hiërarchie, nemen uiteindelijk de plaats in van hun vaders. Je moet natuurlijk wel wat beleefd hebben, anders hoor je er niet bij, anders heb je geen verhaal. Herschberg heeft er genoeg, kan zo aanschuiven.
De personages zijn stuk voor stuk herkenbaar. Ze zijn typisch Russisch, maar origineel, niet stereotype. Ja, er is een aan lagerwal geraakte man, die als zwerver in het stookhok getolereerd wordt. Door de meesten dan. ‘En dat is in Moskou al heel wat’. Ja, er is een baboesjka die alles in de gaten houdt, maar die ook een zekere menselijkheid toont. Al haalt ook zij haar schouders op wanneer de ongenode gast voorgoed verdwijnt, niet meer dan een voetnoot is bij de dagelijkse beslommeringen.
De kracht van De binnenplaats schuilt in de aanstekelijke, verzorgde stijl, maar bovenal ook in het laconieke van de personages, de verschillende overlevingsstrategieën. Het geeft daarnaast een gedegen inkijk in het na de val van De Muur op drift geraakte Rusland, waar nog veel krampachtig bij het oude blijft. De toebedeelde vakanties in kuuroorden bijvoorbeeld, waar een arbeider een kunstenaar en zijn vrouw ontmoet. Twee werelden die zich vermengen, maar een echt amalgaam ontstaat er niet. Het leidt in het geval van de arbeider uiteindelijk – een paar verhalen verder – tot een vervelende confrontatie met maffia-achtige types waardoor hij besluit om onder te duiken. Zijn vrouw had het nog zo gezegd. Hij is niet het soort man dat geschikt is om in zaken te gaan.
Een vrouw met een op mysterieuze wijze ziek geworden man. Zou het iets te maken kunnen hebben met het feit dat hij in dienst op een raketbasis had gewerkt, waarover hij ook tegen haar niets had mogen vertellen, zwijgt tot aan het bittere einde?
Kolja gaat verder, spreekt niet alleen zijn mening uit, maar probeert plekken te bezoeken waar hij heeft vastgezeten. Maar waar is het desbetreffende ‘oefenterrein’ dan? Op dat moment houdt de hulpvaardigheid op. Wordt burger Kolja te kennen gegeven dat hij sommige dingen beter kan laten rusten. ‘Vooral dat ‘burger’ deed het ‘m. Vroeger was het ‘kameraad’ en nu is het ‘burger’, maar de neerbuigendheid is hetzelfde.’ De baboesjka, Kolja’s tante, vat de bijzondere tijd samen, heeft gelijk wat profetische woorden in huis.
Er is veel veranderd de laatste jaren en ik ben blij dat ik het heb mogen meemaken. We hadden er lang op gehoopt, niet eens zo zeer op de vrijheid, als wel op een normaler leven. Op winkels waar je iets kunt kopen en om gewoon eens te zeggen wat je denkt. Zonder bang te zijn dat de muren oren hebben. […] Soms, sinds die nieuwe aan de macht is, denk ik dat we het mooiste nu wel gehad hebben. Eerlijk gezegd hoef ik dat niet meer mee te maken. Dus kom mij maar halen.
De Binnenplaats is gezet in een vrij klein korps, is daardoor ondanks het beperkte aantal pagina’s toch minstens zeventigduizend woorden groot. Een volwaardig, belangwekkend document, onderhoudend, geestig bovendien.
Guus Bauer
Sjifra Herschberg – De Binnenplaats. Pegasus, Amsterdam. 156 blz. € 19,50.