Recensie: Tinie Kardol – De Staatsinjectie
De overheid heeft genoeg van u
Ouderen van 85 jaar opruimen om jongeren de ruimte te geven. Het ‘ontzorgt’ de zorg, levert veel woonruimte op en is goed voor de begroting, want er zijn immers veel minder pensioenuitgaven. De dystopie De Staatsinjectie, die Tinie Kardol schreef, heeft een bizar ogende premisse, maar kaart wel tal van griezelig bekend aandoende maatschappijvraagstukken aan, die niet vrolijk stemmen.
Kardol werkte lange tijd voor de overheid aan de kwaliteit van zorg in de Nederlandse verpleeghuissector, was bestuurder van ouderenzorginstellingen en combineerde dat werk met het hoogleraarschap vergrijzingsvraagstukken aan de Vrije Universiteit Brussel. Een echte insider in de materie kun je rustig vaststellen, die kennelijk dermate verontrust is over de hedendaagse ontwikkelingen dat hij een stevige waarschuwing op zijn plaats vindt.
De Staatsinjectie is het verhaal van de bijna 85-jarige Ad Stevens, die tot zijn leedwezen moet vaststellen dat zich eerst in een referendum en daarna in Tweede en Eerste Kamer een ruime meerderheid heeft afgetekend voor een Wet verplichte levensbeëindiging. Bedoeld voor mensen van 85 jaar, wat hij dus bijna is. Hij kan niet begrijpen dat hij een van de weinigen lijkt te zijn, die dit overheidsvoornemen abject en immoreel vindt.
Iedere maatschappelijke of politieke groepering heeft wel een gelegenheidsargument paraat om de ‘staatsinjectie’ te accepteren en zelfs goed te praten. De media spelen hun dubieuze rol en de nabestaanden krijgen bovendien een flinke som gelds, wat nu eenmaal velen overtuigt van welke maatregel dan ook.
Zelfs de meeste ouderen in kwestie, gehersenspoeld door kranten en tv, lijken het wel stoer te vinden, ze laten zich op hun rit naar wat we maar even de afwerkplek zullen noemen toejuichen vanuit een soort pausmobiel. Eindelijk weer eens wat aandacht en daarna geen geldzorgen meer…
Wat Kardol in de eerste en misschien wel enige plaats lijkt te drijven is de boodschap alert te zijn, zo nodig strijdvaardig, als de overheid weer eens rechten van burgers dreigt af te pakken. Wat begint met nog tamelijk onschuldig betuttelen kan zo maar eindigen in iets doodengs als verplichte levensbeëindiging, moeten we ons realiseren. Je kunt immers altijd wel recht praten wat krom is. Daar hebben ze, wie kent het niet, in ambtelijke en journalistieke kring heus wel een formulering voor paraat. In de echte wereld krijgen senioren vandaag de dag in sommige wooncentra immers al te horen dat alcohol taboe is. En laten we ook niet vergeten dat wie niet antwoordt op een brief van de overheid na overlijden zijn organen kwijt is.
Dat Kardol geen romanschrijver is, maar dat hij wel voor deze literaire vorm kiest, moet voortkomen uit het idee dat romans door de eeuwen heen aan de basis hebben gestaan van maatschappelijke bewustwording en ook verandering. Maar dat waren dan wel de gouden leesjaren. Tegenwoordig trekken zelfs ervaren marketeers zich de haren uit het hoofd hoe je de mensen kunt bereiken. Een enkeling leest nog een boek, een andere enkeling een krant. En ook het Journaal is al lang niet meer wat het geweest is. Dus waarom een roman?
De keus voor fictie is welbeschouwd de grootste zwakte van Kardols verhaal. Thema’s als het gebrek aan menselijk inlevingsvermogen bij politici, de ongrijpbare en zich alles maar permitterende overheid, de niet langer kritische, eerder meegaande of zelfs manipulerende media, de egoïstische meegaandheid van de verwende mens die meent pas in actie te hoeven komen als het hem zelf aangaat, het economisch eigenbelang dat voor velen boven ethiek en menselijke waardigheid gaat, het komt allemaal voorbij in dit boek, dus me dunkt.
Adriaans van Democratie en Toekomst krijgt aan het andere microfoon het woord […] ‘Het is een wens van de ouderen zelf,’ raaskalt hij, om een streep door de eigen toekomst te trekken en om de toekomst van onze samenleving veilig te stellen. Mijn grootste zorg gaat uit naar mogelijk logistieke problemen voor het geval meerdere 85-jarigen in één gemeente hun geboortedag delen.
Maar als literaire fictie overtuigt De Staatsinjectie niet. Het excentrieke, morbide thema blijft weliswaar door je hoofd spelen, zonder meer een sterk punt, maar de uitwerking zonder stuwende verhaallijn, emotionele gelaagdheid en met erg veel herhaling, oubollige gesprekjes en overbodige uitweidingen, maakt de roman rommelig en soms ook ongeloofwaardig. De per algemene wet ter dood veroordeelde tachtigplusser Ad is woedend en verontwaardigd, maar gaat niettemin grappend en knipogend door zijn laatste restje leven.
André Keikes
Tinie Kardol – De Staatsinjectie. Blauwburgwal, Amsterdam. 164 blz. € 15.