Recensie: Amélie Nothomb – Psychopompos
Vogels als sleutel tot een schrijversbestaan
De populaire en productieve Frans-Belgische schrijfster Amélie Nothomb (1966) opent het autobiografische Psychopompos (2024) met een Japans sprookje waarin een vogel een koopman confronteert met zijn slechte karakter. Dit sprookje markeerde het begin van Nothombs levenslange fascinatie voor vogels. Vanaf haar jeugd tot aan de beginjaren als auteur was deze fascinatie een constante te midden van de vele verhuizingen die haar jeugd hebben gekenmerkt. Nothomb onderzoekt haar verlangen om vogels te begrijpen, met hen te vliegen, en vooral om haar relatie tot schrijven beter te doorgronden.
Het is moeilijk om het boek in één genre te classificeren. Het bevat essayistische stukken over het schrijverschap en over specifieke eigenschappen van vogels, maar ook spreekt Nothomb de lezer regelmatig aan, vertelt openhartig over haar jeugd en beschrijft tot in detail persoonlijke ervaringen die hebben bijgedragen aan de schrijver die ze nu is. Soms is haar toon terughoudend, en op een ander moment leunt ze op haar vermogen om poëtisch te schrijven, met een dromerige, magische sfeer. Fictie en non-fictie, autobiografie en essay, dit boek is het allemaal.
In dit kleine boekje gebeurt bijna overdreven veel, maar omdat alles met een beetje gepuzzel bij elkaar past, is dat niet heel erg. Dat ligt anders bij haar groteske taalgebruik. In drie zinnen over haar fascinatie voor vogels gebruikt ze woorden als ‘onbeschrijflijk geluk’, ‘meeslepen’, ‘betovering’ én ‘schoonheid’. Ook is de symboliek die ze voortdurend verwerkt, niet altijd geloofwaardig. Tegelijkertijd ligt daar juist de kracht van het boek. De betekenis die ze wil overbrengen – namelijk dat schrijven en vliegen veel met elkaar te maken hebben – komt tot leven in die overdrijving, en niet in de traditionele zin van geloofwaardigheid. Door telkens net óver de grens van de logica te gaan, drukt ze haar eigen stempel op haar schrijverschap.
Na een sterk en boeiend begin wekt het middengedeelte toch wat verwarring, doordat niet duidelijk wordt waar Nothomb precies naartoe wil. Ze schrijft over de term ‘psychopompos’, een wezen dat de zielen van overledenen begeleidt op hun reis naar de onderwereld. De verwijzing naar de Griekse mythologie, en specifiek naar Hermes, is in eerste instantie goed te volgen, maar daarna raakt het verhaal versnipperd. Er volgt een soort grootheidswaan waarin Nothomb zichzelf vergelijkt met een god, ze zoekt contact met de ‘dode’ in zichzelf, schrijft over haar extreme magerheid, en haar liefde voor vogels komt ook weer terug. In haar zelfreflectie wisselt ze zo vaak van onderwerp dat je de rode draad verliest.
Dit maakt ze ruimschoots goed in het derde deel, waarin haar overleden vader een grote rol speelt. De manier waarop ze over hem schrijft, is ontroerend en toont de diepe invloed die hij op haar schrijverscarrière had: ‘Als ik zo sterk had aangevoeld dat hij wilde dat ik dit boek schreef, wilde dat zeggen dat er nog steeds, zo niet iets onuitgesprokens, maar toch een overmaat aan levensdrang was die erom smeekte verwoord te worden.’ Haar vaders dood bracht haar hernieuwde kracht in haar leven, maar vooral in haar schrijversloopbaan. Ze worstelt nog steeds met het verlies, wat ook terug te zien is in de tekst; de onzekere toon, het vervangen van symboliek door emoties, en de openhartigheid over het gemis benadrukken dit. Het vormt een contrast met de overdreven manier waarop ze bijvoorbeeld haar liefde voor vogels beschrijft.
Dit boek is geen gemakkelijke of direct begrijpelijke tekst, maar biedt wel een bijzonder inzicht in een schrijverschap, waarin vogels als cruciale metafoor dienen voor vrijheid, verlangen en het creatieve proces. Ondanks de soms verwarrende wendingen, vooral in het middenstuk, blijft het verhaal een mooie verkenning van haar leven en van het verlies van haar vader, die haar ook in haar werk blijvend heeft beïnvloed. Psychopompos intrigeert, ontroert, en bevestigt – door de overdrijving en symboliek – Nothombs unieke stem als auteur.
Anna Husson
Amélie Nothomb – Psychopompos. Uit het Frans vertaald door Marijke Arijs. Tzara, Antwerpen. 268 blz. € 23,99.
Intrigerend. Ik wil haar nu ook lezen.