Genoeg dramatiek, te weinig samenhang

In Aangrenzende kleuren (2024) verweeft Jakub Małecki de levens van diverse personages, elk op zoek naar betekenis in een wereld die wordt getekend door verlangen, eenzaamheid en de onontkoombare nabijheid van de dood. Centraal staat Krystian Dzierzba, een timmerman uit het afgelegen dorp Kole, die niet alleen meubels vervaardigt, maar ook doodskisten. Wanneer hij een kist maakt voor een vrouw over wie wordt gefluisterd dat zij is bezweken aan een allesverzengend verlangen, werpt dit een licht op de destructieve kracht van menselijke begeerte.

Andere personages, zoals een jongen die worstelt met zelfmoordgedachten, Krystians dochter die vastbesloten is de Duivel te vinden, en Leokadia, wiens onverwachte verschijning met een jachtgeweer voor een schokgolf zorgt, worden met elkaar verbonden door een gezamenlijke obsessie met de dood. Małecki weeft een verhaal dat de fragiele grens tussen leven en dood blootlegt, waarin verlangen zowel een drijvende kracht als een verraderlijke valstrik blijkt te zijn.

Małecki slaagt er niet in de centrale thematiek van zijn roman overtuigend uit te diepen, mede door de fragmentarische structuur en constante perspectiefwisselingen, die een diepere emotionele betrokkenheid bij de personages in de weg staan. Elk hoofdstuk, vaak slechts enkele pagina’s lang, introduceert een nieuw gezichtspunt, waardoor de samenhang van het verhaal steeds wordt doorbroken. Hoewel de verschillende verhaallijnen aanvankelijk worden verbonden door het overkoepelende thema van verlangen en de nabijheid van de dood, blijven ze onsamenhangend in de uitvoering. In plaats van een meer coherente verweving die de thematiek zou kunnen verdiepen, blijven de afzonderlijke verhaallijnen los van elkaar staan, zonder elkaar betekenisvol te versterken.

Eerder heeft Małecki bewezen een vaardige verteller te zijn in het verkennen van complexe emoties. In Aangrenzende kleuren komt dit talent niet volledig tot zijn recht; de subtiliteit en nuance die zijn werk doorgaans kenmerken ontbreken of voelen geforceerd en onevenwichtig aan. De overdaad aan dramatiek werkt vervreemdend in plaats van ontroerend. Een voorbeeld is de symboliek rond de vrouw die ‘overleed uit verlangen’, een veelbelovend beeld dat door de oppervlakkige en beperkte uitwerking zijn impact verliest. De herhaalde verwijzingen naar verlangen blijven vaag en missen de noodzakelijke complexiteit en reflectie om betekenisvol te kunnen worden.

Andere personages zijn niet overtuigend op papier gezet. Zoals bijvoorbeeld de jonge man die overweegt van een brug te springen. Een ingrijpende beslissing, die uit de lucht komt vallen. Zijn interne conflict wordt nauwelijks uitgewerkt, waardoor de lezer geen idee krijgt van de emotionele worsteling die aan deze keuze ten grondslag ligt. Een paar bladzijden later schetst Małecki alweer een ander beeld van dit personage, wat benadrukt hoe incoherent zijn verhaallijn is uitgewerkt.

Małecki’s taal draagt bij aan een kitscherige toon. Hoewel de auteur duidelijk streeft naar schoonheid, voelen de metaforen veelal te zwaar en kunstmatig aan. De zon heet ‘een versluierde zon die vlak boven Kolo hing, je zou er even een natte doek overheen willen leggen,’ terwijl het gras met ‘de groene manen van de tuin’ wordt aangeduid. Deze beeldspraak wil poëtisch en symbolisch zijn, maar komt over als een geforceerde poging om het verhaal een diepere laag te geven.

Aangrenzende kleuren raakt veelbelovende thema’s aan — verlangen, de dood en de fragiele grens tussen de levenden en de doden — maar slaagt er niet in deze op een diepgaande en betekenisvolle manier te onderzoeken. De fragmentarische structuur, het ontbreken van geloofwaardige karakterontwikkeling en de overmatige nadruk op geforceerde emoties belemmeren het verhaal, waardoor het moeilijk wordt om je volledig in de plot en de personages in te leven.

Anna Husson

Jakub Malecki – Aangrenzende kleuren. Uit het Pools vertaald door Karol Lesman. Querido, Amsterdam. 288 blz. € 22,99.