Recensie: Nelleke Noordervliet – Uit het paradijs
Voor altijd een buitenstaander
Als er een handboek literatuur bestaat waarin geschreven staat hoe je goede romans maakt, dan heeft Nelleke Noordervliet daar in ieder geval een exemplaar van. Uit het paradijs is alweer haar vijfde roman. Die romans van Noordervliet zijn altijd goed gestructureerd en haar personages hebben psychologische diepgang. Kom daar nog maar eens om. Uit het paradijs begint met een visioen van David Berk die op een nacht denkt dat hij zijn overleden moeder heeft gezien. Dat hij juist op dat moment aan haar denkt is niet toevallig, want zijn halfbroer, diens vrouw en hun kind logeren bij hem.
Zijn halfbroer doet hem denken aan de familie waar hij, nadat zijn moeder scheidde van haar eerste man, terechtkwam. Deze Vlaamse familie Vervaecke ziet niet graag dat een van haar zonen verslingerd raakt aan een Nederlandse, reeds gehuwde vrouw met kind. De familie komt dan ook in opstand tegen deze binnendringster en probeert haar langzaam, maar zeker het familiehuis uit te treiteren. Het kind dat zij van Jef Vervaecke krijgt, is een troef tegen de familie. De familie faalt helemaal in haar streven als de pater familias de vrouw van zijn zoon ook tot zijn bijzit maakt. Er komt een kindje van, dat weggemoffeld moet worden, naar de nonnen of anderszins.
Alhoewel de roman vanuit het perspectief van David Berk geschreven is, het buitenbeentje in de familie Vervaecke, draait de roman rond de moeder van hem. Door de herinneringen aan zijn moeder gaat ook zijn halfbroer zijn geheugen oppoetsen. Daaruit blijkt dat beide zoons zeer verschillend naar het leven van hun moeder kijken. David Berk ziet vooral de taaie strijd die zijn moeder doormaakte om zich geaccepteerd te weten binnen de familie Vervaecke. Alle vrouwelijke charmes gooit zij in de strijd. En als de familie haar niet moet, dan gebruikt ze die charmes buitenshuis waar ze in het geniep in een soort bordeel gaat werken. Uiteindelijk komt ze terecht in een gesticht, waar ze zelfmoord pleegt of vermoord wordt.
Je vraagt je af wat Noordervliet beoogde met deze roman. Naast een gedegen roman over een familie in verval, kun je Uit het paradijs ook lezen als een aanval op het gezin als instituut. Wie eenmaal de gevaarlijke krochten van de familie kent, de onderlinge naijver, de strijd om de macht en de continue druk die gezinsleden elkaar opleggen, kan niet meer spreken van het ‘warme nest’. Dat het warme nest niet bestaat, ontdekt David Berk voor het eerst als zijn moeder zijn vader verlaat. Daardoor raakt hij letterlijk ‘uit het paradijs’. Maar ook later in zijn leven komt het paradijs nooit meer terug. Zijn eigen dochter is junk en woont samen met een lapzwans van een man, van wie ze ook nog in verwachting is. Een totaal ander meisje dan de dochter van zijn halfbroer die heel beschermd wordt opgevoed en daardoor nog naïef in de goedheid van de mensen gelooft. David Berk ziet in haar al hoe haar ziel ooit eens geknakt gaat worden, zoals ieders ziel de opdoffer krijgt, waardoor het paradijs onbereikbaar zal worden.
En wat zet je er tegenover. Wat doe je als je weet dat het paradijs niet bestaat. Je kunt vluchten in cynisme, je kunt alle remmen losgooien en maar raak leven, maar je kunt ook de weg van David Berk bewandelen. Relativerend en kritisch observerend neemt bij de wereld waar. Hij ziet de breukvlakken de beschaving. Hij ziet de onoprechtheid van mensen. Zijn leven is een spel, waarbij hij de rollen van anderen al doorziet. Zo blijft hij een buitenstaander.
Coen Peppelenbos
Nelleke Noordervliet – Uit het paradijs. Meulenhoff.
Verscheen eerder in de NHL-krant, 21 mei 1997 (licht aangepast).