Column: Guus Bauer – De kip en het ei
De kip en het ei
Uw inktslaaf heeft over aandacht niets te klagen. Dit vooropgesteld. Hij zag zich aangaande zijn nieuwste pennenvrucht, u weet wel, dat Treurding over De Groote Oorlog, al beloond met menige radio-uitzending en pakweg anderhalf dozijn sterren of ballen. Recentelijk een bierviltjeskrabbel in de Limburger en afgelopen dinsdag in de Krant van het Gezond Verstand een mooi stukje onderaan de kunstpagina waarop Marc-Marie bijkans levensgroot in de camera blikt. U weet wel die tafelgast met de gecultiveerde zachte g. Hij is op tournee met de theatershow Florissant. Huijbregts en Treurwegen scoren allebei even hoog, respectievelijk onder de koppen ‘Keuvelen met Marc-Marie’ en ‘Eerste Wereldoorlog herbeleefd’. Zoek de overeenkomsten. Voorwaar, uw schrijvertje leidt een troostrijk bestaan.
Ook natuurlijk gezien de juichende recensie in De Standaard der Letteren van afgelopen vrijdag. Een thuiswedstrijd zou men denken, vaste leverancier als uw inktslaaf immers is van Vlaanderens mooiste op het gebied van literatuurjournalistiek, maar de redactie is juist extra kritisch ten opzichte van het eigen volk. In tegenstelling tot sommige Nederlandse publicaties die hun medewerkers soms schaamteloos op de klapstoel zetten en ze niet alleen bewieroken met extra grote recensies en interviews, maar en passant ze ook laten figureren in showbizzcolumns en rubrieken over menselijke rente (human interest).
Het is als schrijver van wezenlijk belang om op de beeldbuis te komen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Daarvoor volstaat de inhoud (content) van een boek allang niet meer. Aansluiten bij een thema, bijvoorbeeld van de Boekenweek, wil in dat kader nog weleens helpen, zoals uw inktslaaf mocht ondervinden. Je moet als schrijver lekker slap kunnen janussen, over alles en nog wat een rotsvaste mening hebben en een kop bezitten waar de camera en het publiek verliefd op kunnen worden. Jong en mooi is natuurlijk het beste, maar oerlelijk kan natuurlijk ook. Een karakteristiek porem heet dat. Zie het konterfeitsel van uw columnist.
Vorig jaar was hij onder meer bij het NOS Journaal te zien op de rode loper van het Boekenbal, toen door de organisatie met een niet te missen hint naar de sociale media het Feestboekenbal (facebook) genoemd. Indachtig het vriendenthema had uw inktslaaf twee blauwe overalls gekocht, ze middels een rits aan elkaar laten maken en ze met oké-duimen (thumbs up) met de namen van geïnterviewde schrijvers beplakt. Als Siamese tweeling betraden collega Peter de Rijk en hij de schouwburg.
Dit jaar is het thema van de Boekenweek Gouden tijden, zwarte bladzijden. Wat te doen om opnieuw de aandacht te trekken, zo men daar de puf voor wenst op te brengen? Je helemaal met goud laten bespuiten (paintbrush) en je vrouw zich in een vierkante zwartbroek (blackbox) laten steken? Het is het verhaal van de kip en het ei. Je moet eerst bekend zijn van tv om als schrijver bij de entree van het Boekenbal voor de camera gehaald te worden. Uw inktslaaf is ditmaal incognito gegaan, met als gaste een vrouw die honderden wereldschrijvers in haar bedden (****, roomservice, free wifi, famous library) heeft gehad. Die had me een paar boekjes open kunnen doen, maar de televisieschapen renden weer achter De Gebruikelijke Namen (usual suspects) aan. Wat een rust! (I rest my case.)
Guus Bauer
Uw inktslaaf vestigt graag nog wel even uw aandacht op de uitzending van Holland Doc, vandaag op radio 1. Vanaf 21.04 uur mag uw correspondent bijna een uur over zijn oorlog keuvelen.