Recensie: Miriam Toews – Uit een goed nest
Help, een drieling!
Burgemeester Hosea Funk heeft het maar druk met het tellen van de inwoners van zijn stadje Algren. Daar heeft hij een goede reden voor: de premier heeft immers beloofd dat hij het kleinste stadje van Canada zal bezoeken. Minder dan 1500 inwoners zorgt ervoor dat Algren zich geen stad meer kan noemen, meer dan 1500 bewoners herbergt het gevaar dat een andere stad met de eer gaat strijken. Het is de taak van Hosea Funk om precies 1500 bewoners binnen de stadsgrenzen te hebben.
Leg deze recensie even weg en bedenk op hoeveel manieren een burgemeester in de stress kan schieten op weg naar de grote teldag. Uitgedacht? De Canadese schrijfster Miriam Toews is waarschijnlijk niet veel origineler dan u. Funk wordt zenuwachtig als alleenstaande moeder Knute met haar dochter terugkeert naar het huis van haar ouders. Hij is opgetogen als er weer iemand overlijdt in het plattelandsziekenhuisje. Hij krijgt een hartverzakking wanneer hij hoort dat een vrouw op het punt staat te bevallen van een drieling. En als het lot hem niet helemaal goed gezind is, helpt Funk het lot. Hij verlegt de stadsgrenzen een beetje zodat er weer één bewoner minder is (of, als het zo uitkomt, meer). Is me dat even hilarisch.
En waarom doet Hosea Funk zoveel moeite? Hij vermoedt dat de premier zijn vader is. Zijn moeder biechtte dat op haar sterfbed op. De kans om Uit een goed nest te voorzien van enige psychologie laat Toews meesterlijk liggen. Het moet niet te moeilijk worden en hup daar gaat de burgemeester weer naar het ziekenhuis om te horen wie er vandaag weer op sterven ligt. En potjandorie, daar komt de man van Knute weer terug van zijn omzwervingen in het buitenland. En hij papt weer aan met zijn vrouw, past zelfs op hun dochtertje waar hij jaren niet naar heeft omgezien. Straks blijven ze nog in het stadje wonen. Tijd om de stadsgrens weer te verleggen.
Uit een goed nest is een roman vol bordkartonnen figuren. Allemaal typetjes met hun eigen gekkigheidjes. De verhaallijn is goed voor de jaarlijkse revue op het dorpsplein en de mensen zullen hartelijk lachen. Die gekke Hosea Funk toch. De vraag of dit literatuur is, slaan we maar een keertje over.
Coen Peppelenbos
Miriam Toews – Uit een goed nest. Vertaald door Michèle Bernard. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 240 blz. € 16,50.
Eerder gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 12 januari 2007.
Oké, het is al lang geleden dat deze recensie is geschreven, en een recensie is een recensie, maar verdikkeme, ik voel me aangesproken, om niet te zeggen diep gekwetst, en hé, hier ligt ook nog eens een mooie kans om topauteur Miriam Toews onder de aandacht te brengen, dus toch maar even dit.
Ik geef toe, Miriam Toews bespeelt het lezersoordeel op wel heel meesterlijke wijze in \’s werelds lichtvoetigste \’Uit een goed nest\’ (haar tweede boek, gepubliceerd in 1998), zodat zijn (in het gunstigste geval) twijfel of het echte leven wel zo simpel kan zijn wel móet bovenkomen…
Een kolfje dus naar de gewillige hand van een beetje recensent in Neerlands Literaire Traditie — bijvoorbeeld die van C. Peppelenbos, al jaren productief in Tzum (lees aldaar vooral het antwoord op de vraag \”Waar komt de naam Tzum vandaan?\”: dat móet wel plagiaat naar \’Uit een goed nest\’ zijn…)
Maar serieus, wie \’A Boy of Good Breeding\’ niet gaat lezen, misse toch vooral niet Miriam Toews andere boeken, al of niet in vertaling, en Coen, jongen, no hard feelings, je kunt je revancheren, want haar nieuwste komt eraan: \’All My Puny Sorrows\’ verschijnt op 15 april 2014 bij Knopf Canada.
En nu nog een inhoudelijk argument.