Nieuws: Casa Komrij dit najaar al in gebruik
Bericht uit het Komrij Huis
In het huis in Vila Pouca te Portugal waar Gerrit Komrij en zijn levensgezel Charles Hofman woonden, wordt hard gewerkt: het archief van de schrijver wordt geordend, de boekenkasten worden weer mooi uitgevuld, bij het zojuist opgeleverde appartement in de voormalige wijnkelder wordt een terrasje aangelegd en er vindt voortdurend overleg plaats met uitgevers, fondsen, instituten en politici.
Vandaag is het precies één jaar geleden dat dichter/schrijver Gerrit Komrij overleed. Een triest moment om op terug te blikken, maar ook een gelegenheid om vooruit te kijken want in de afgelopen twaalf maanden heeft weduwnaar Charles Hofman bepaald niet stilgezeten. Uiteraard is er de rouw om zijn geliefde: sinds hun jonge jaren vormden Komrij en Hofman een onafscheidelijk stel, bijna een halve eeuw. En juist vanwege die liefde heeft Charles Hofman besloten de dood van zijn echtgenoot, deze cesuur in zijn leven, een positieve draai te geven.
Er moet een monument worden opgericht. Je kunt in alle rust in het diepe zuiden blijven zitten en stilletjes de literaire nalatenschap van Gerrit Komrij beheren, maar je kunt ook iets dóen. Iets groots en dynamisch, ter nagedachtenis en ter continuering van zijn werk en gedachtegoed.
Gerrit Komrij, de man die naast het schrijven van zijn eigen omvangrijke oeuvre, de Nederlandse en Zuid-Afrikaanse poëzie voor menig lezer ontsloot, die onvermoeibaar jonge dichters steunde en promootte, de Sandwich-reeks en tijdschrift Awater oprichtte en zich voorts stimulerend bemoeide met van alles en nog wat in letterland, die man zal ook na zijn dood in naam en geest een instituut blijven. Een heus poëzie-instituut voor dichters en onderzoekers.
Charles Hofman, de stuwende kracht achter dit alles, wordt bij het ontwikkelen en realiseren van de plannen geflankeerd door onder anderen redactrice Suzanne Holtzer van De Bezige Bij en de in Portugal woonachtige neerlandicus en vertaler Arie Pos. In overleg met Nederlandse, Vlaamse en Portugese literaire instituten en fondsen worden plannen gesmeed voor een Komrij Huis, dat moet gaan fungeren als museum, archief, onderzoekscentrum en ‘werkhuis’ voor dichters en aandrijfpunt voor culturele evenementen waarin literatuur en met name poëzie een centrale rol speelt.
Een eerste plan staat op de rails. De gedachte is dat jonge dichters gedurende korte periodes in het huis te Vila Pouca kunnen verblijven, om elkaar te ontmoeten en in de paradijselijke omgeving in alle rust aan gedichten te werken. Als alles naar wens verloopt zullen de eerste vier dichters al dit najaar in Vila Pouca arriveren.
In huize Komrij wordt inmiddels onverminderd doorgewerkt. Arie Pos brengt met het oog op catalogisering een eerste schifting aan in het archiefmateriaal dat vanaf de zolder van het huis is overgebracht naar het in de tuin gelegen atelier en diept aan de lopende band interessante (collegedictaten, vroege gedichten, notities en aantekeningen van Komrij) en soms kwijt gewaande zaken op (de gecorrigeerde drukproef van Verwoest Arcadië, het tijdens Komrijs Griekse ‘exil’ in Athene gekochte origineel van Pausin Johanna en de keurige Griekse schoolcahiers met de vertaling ervan). Het is de bedoeling dat op de nu lege zolder een studiezaal en nog een dichtersappartement worden gebouwd.
Charles Hofman, die overigens gewoon met zijn drie honden en drie katten in het grote huis zal blijven wonen, wordt regelmatig opgeschrikt door langsrijdende toeristen die luid toeteren als ze de schrijversweduwnaar achter een raam of in de tuin ontwaren. De belangstelling voor de vorig jaar overleden schrijver is duidelijk groot, getuige ook de gestage stroom verse bloemen op Komrijs graf en de plukjes Hollanders bij het tegeltableau in het dorp. Op dat tableau zijn de bezienswaardigheden van Vila Pouca en omgeving vereeuwigd, waaronder dus ook het Casa do Escritor Holandês. Nu dat instituut nog.
(foto’s: © Dolf Verlinden en Roos Custers)
Gerrit Komrij verenigde alles in zich wat \”de grote drie\”\” hadden: de homosexualiteit van Reve, de scherpe pen van Hermans en de ijdelheid van Harry Mulisch. Daarmee was hij een op zichzelf staande, volstrekt autonome \”tekstverwerkende industrie\”. Zijn verreikende invloed en betekenis zijn naar mijn mening nog steeds onderschat.