Column: Guus Bauer – Kraaien hebben de naam
Kraaien hebben de naam
Uw inktslaaf is weer eens blij gemaakt met een dode mus. Al is hij natuurlijk verheugd überhaupt het vogeltje weer eens te hebben gezien, zelfs in deze staat. Het bos achter zijn vorige huis wordt bevolkt door halsbandparkieten, veel te groen en veel te schreeuwlelijk. Daarnaast wemelt het van de kraaien, mooi zwart, lekker schalks en verbazingwekkend slim. Zo hebben ze uitgevogeld hoe de stoplichten bij de oversteek werken. Ze gooien hazelnootjes op het zebrapad en wachten tot de autobanden ze hebben gekraakt. Helaas reed er laatst weer eens een terreinwagen dik door rood.
Voordat er een litanie volgt over het onbehouwen en egocentrisch gedrag van de hedendaagse Nederlandsche mensch ende dan in het bijzonder de strapatsen van de koetsiers onder hen, zoals niet handenvrij bellen, rotzooi uit het raam gooien, geen ruimte laten voor invoegen, toeteren wanneer iemand voor je wenst af te slaan, bumperkleven, een file voorbijrijden en op het laatste moment met een noodgang in een gaatje duiken, verbodsborden negeren en de stoep als parkeerplaats gebruiken, legt uw wenskluizenaar de dode mus aan uw voeten.
Er kwam een brief van een pensioenfonds voor kunstenaars. De overheid is per 1 januari 2013 gestopt met de premiebetaling en het fonds wordt dus opgeheven. Mooi, dacht het armlastige schrijvertje, zich slechts vagelijk bewust van zijn deelname, dan wordt de pot dus verdeeld. Een totaal onverwacht pre-pensionado-presentje. Zo simpel is het natuurlijk nooit.
Allereerst moet aan de wettelijke eisen worden voldaan. Een slepende kwestie. Gelukkig is per besluit van de directie intussen wel de directie herbenoemd. Unaniem, dat spreekt. Bedragen beneden de vierhonderd en nog wat euro op jaarbasis worden afgekocht. Alles daarboven wordt herverzekerd. De afkoop kan op z’n vroegst in 2015 plaatsvinden.
De mooiste (on)zin van het jaar gaat beslist naar de opstellers van de dode musbrief.
Er zijn verschillende zaken die grote gevolgen kunnen hebben voor uw pensioen: huwelijk, scheiding en overlijden.
Ja, wat gebeurt er met het geld wanneer voor 2015 de ontvanger is heengegaan? Erfgenamen krijgen desgevraagd geen cent. In welke zak het dan verdwijnt, is vooralsnog onduidelijk. Uw inktslaaf hoopt dat er een kraai mee vandoor gaat. Over kraaien en kauwen gesproken. In Tsjechië, het land van Franz Kafka – een schrijver, jongelui, wiens naam ‘kauw’ betekent, als zijnde de vogel, de corvus monedula – speelde een sterk staaltje erfenissoap.
Een overleden vader, een vrouw en twee achtergebleven dochters. De jongste had bij leven al met veel gesnif, gesnotter en gepruil het huis op haar naam gekregen en de opbrengsten van de meeste verzekeringen en lijfrentepolissen geïncasseerd. Een testament was niet opgemaakt. Een notaris moest van overheidswege de boedel inventariseren. Er zou een opdeling geschieden. Voor de officiële voorlezing was lijfelijke aanwezigheid vereist. Een paar dagen voor de geplande zitting, zegde de jongste dochter de afspraak af. (Later bleek dat ze wel degelijk in het land was, sterker nog: ze verbleef in hetzelfde hotel.)
De oudste dochter verscheen wel op de afspraak, maar werd niets wijzer. Voor voorlezing moesten alle partijen aanwezig zijn, dan wel een gevolmachtigde sturen. Er werd een paar maanden later een tweede afspraak gemaakt. Opnieuw een ticket, een hotelkamer, de transfer en wat eet- en drinktechnisch vertier. Uiteindelijk bleek, ambtenarij, kafkaësker kan het bijna niet, dat er helemaal niets meer te verdelen viel. Er was nog wel de rekening van de notaris.
Guus Bauer