Nieuws: Letterenfonds bevoordeelt bijna alleen Amsterdamse debutanten
‘Een Amsterdams feestje? Wonen er in de rest van Nederland geen talentvolle schrijvers?’ De Haagse dichter Daan de Ligt reageerde met enige scepsis op de verdeling van de 80.000 euro van het Letterenfonds over de acht debutanten uit diverse disciplines (zie het bericht hier). Een kleine steekproef via Facebook leert dat er inderdaad veel debuterende schrijvers in de hoofdstad vertoeven: Patrick Bassant (Amsterdam?); Annemarie de Gee (Amsterdam) voor een roman; Rosan Hollak (Amsterdam); Kaweh Modiri (Amsterdam); Lodewijk Petram (Amsterdam); Kira Wuck (Amsterdam).
Alleen Shira Keller (Amstelveen) en Ellen van Velzen (Groningen) wonen elders.
Tzum vroeg Daan de Ligt naar een nadere reactie:
Het is een kleine ergernis van me. Het begon me op te vallen bij tv-uitzendingen dat er toch wel erg veel aandacht besteed wordt aan vooral Amsterdamse kunstenaars (schrijvers) en activiteiten op het gebied van de kunst. Bijvoorbeeld de heropening van het Rijks, avonden lang, uren en uren. Had dat museum in Enschede (ik roep maar wat) gestaan, dan was het waarschijnlijk bij een half uurtje gebleven. In een landelijk dagblad als de Volkskrant zag ik hetzelfde gebeuren, aan ieder toneelstukje van een Amsterdamse basisschool (ik overdrijf nu natuurlijk enigszins) wordt paginabreed aandacht besteed, de rest van Nederland komt er nogal bekaaid vanaf. En als er dan al over activiteiten buiten Amsterdam geschreven wordt, dan is de azijn bijna niet aan te slepen. Denk bijvoorbeeld ook eens aan de vooral Amsterdamse kritieken op die arme Driek van Wissen. Durven verslaggevers e.d. niet buiten de Grachtengordel te komen, of hebben ze het idee dat er buiten die gordel niets van belang wordt ondernomen? Dat is voor mij een reden geweest om mijn abonnement op de Volkskrant te beëindigen. Ik heb het ze ook geschreven, maar er geen reactie op gehad.
(oorspronkelijke kaart via Wikipedia, creative commons, maker: Janwillemvanaalst)
Bravo Daan! Over de IJssel en IJsselmeer leven vrijgevige, vriendelijke mensen op vruchtbare bodem. Niet alleen voorzien wij \’het westen\’ van gas, een tweede huis, heerlijke zeil-, fiets-, en wandelvakanties, ook hebben wij schatten voortgebracht, als: Rutger Kopland, Tommy Wieringa, Ellen Deckwitz, René Puthaar, Bert Haanstra, Johan Nijenhuis, Hildo Krop, Herman Finkers, Jaap Drupsteen, ter Balkt, Thorbecke, Harry Bannink, Dick Holthaus, Willem Wilmink, Potgieter, Sweelinck, Wubbo Ockels, Mesdag, Jetses, Winkler Prins, Hendrik de Vries, Otto Eerelman, Gerrit Krol, Aletta Jacobs, om er maar een paar te noemen! Sinds mensenheugenis talent in overvloed, wij weten wèl wat we in huis hebben!
Het is een oude klacht. De gelukszoekers werden geïnspireerd door het klimaat in Amsterdam en wie in de provincie bleef liep het gevaar om de held van de eigen parochie te worden. P. Hawinkels is er een goed voorbeeld van. Wereldberoemd in Nijmegen en in Heerlen.
Misschien is het aardig om een kaartje te maken waar de schrijvers woonden of desnoods geboren werden voordat ze naar de hoofdstad kwamen. Dat levert mogelijk een heel ander beeld op. Dan kan je je vervolgens afvragen wat dat is: een Amsterdamse schrijver. Ook Willem Wilmink heeft een tijdje in Amsterdam gewoond. Is hij een Amsterdamse schrijver?
En dan valt het dus wat minder op?
Laten we er nou niet zo geheimzinnig over doen. Het verhaal is heel eenvoudig: als je als schrijver naar Amsterdam komt, moet je tijdens je ontgroening tien andere schrijvers pijpen. Voor elke keer krijg je een stempeltje. (Net als bij de Elfstedentocht). Als je je kaart vol hebt, ga je naar het Fonds voor de Letteren en krijg je een vette beurs en een stempeltje waarmee je aspirant-Amsterdammers welkom kunt heten. Tussen het pijpen door, zitten we allemaal in dezelfde kroegen te lachen om die sukkels uit Enschede en Den Bosch die geen toegang hebben tot dit lucratieve systeem. Toegegeven: het is even slikken, maar daarna is het vrolijk spartelen in de champagne. Je vraagt je af waarom andere schrijvers zo hardnekkig vasthouden aan hun plattelandse integriteit, terwijl ze vandaag nog een treinkaartje naar het literaire paradijs op aarde kunnen kopen.
Nieuwsgierig: Is er ook een kaart waarop per woonplaats staat hoeveel schrijvers er vandaan komen? Ik bedoel: wonen er niet procentueel heel veel schrijvers in Amsterdam? Wat de reden daarvoor ook mogen zijn…
Zolang niet bekend is waar de andere 20 aanvragers wonen, is er helemaal niets hard te maken.