Recensie: J. Slauerhoff – Icarus & Het potlood in de hand
Hemelhoog
Het was H. Marsman, die in een bespreking van Slauerhoffs Eldorado wees op de overeenkomsten tussen Slauerhoff en Columbus. De dichter en de ontdekkingsreiziger zouden allebei niets willen bereiken, maar ‘onafgebroken voorwaarts’ willen, naar het ‘onbetredene en onbekende’. In het nu voor het allereerst gepubliceerde gedicht ‘Columbus’ lijkt J. Slauerhoff de theorie van Marsman postuum te onderstrepen. Er komen prachtige, nietsontziende regels in voor: ‘Hij wilde miskend worden/ En wrok koesteren tegen de heele wereld’.
Kees Lekkerkerker, tot zijn dood de bewaker van de scheepskist van Slauerhoff, maakt het helaas niet meer mee. Bij de bibliofiele uitgeverijen Avalon Pers en Statenhofpers zijn twee nieuwe dichtbundels van Slauerhoff verschenen. Nieuwe dichtbundels? Menno Voskuil selecteerde bij elkaar negen nagelaten, ongepubliceerde verzen uit die befaamde scheepskist, en transcribeerde ze regel voor regel met alle geduld van de wereld. De margedrukkers maakten er volwaardige boeken van: keurige heellinnen band, uiterst leesbare loden letters, indrukwekkende illustraties.
In de nieuwe bundel Icarus komt een geliefd onderwerp van Slauerhoff aan de oppervlakte: mythologie. In het aangrijpende gedicht ‘Icarus’ lees je vanuit een ik-perspectief over de roekeloze jongen, die het ‘wandlen over de wereld’ maar vermoeiend vindt. Icarus loopt rond en rond (‘Iedere seconde in staat zich hemelhoog te verheffen’) tot hij zijn vleugels ontvouwt en heengaat in ‘het open zonlicht’. Het titelloze gedicht hierna vertelt het verhaal van een ontluikende liefde, die door Hoekse en Kabeljauwse twisten in het oude Griekenland wordt verstoord. Niet alle gedichten zijn volledig en af overgeleverd, maar het weinige wit is niet storend. Omdat het laatste woord meestal wel op de regel staat, vanwege het rijm met de vorige regel, vul je die paar lege plekken tijdens het lezen vanzelf al in. Deze nagelaten poëzie is vertrouwd vormvast. Hardop lezend ontdek je de cadans van een locomotief.
De bundel Het potlood in de hand verrast het meest. Je kunt je er lichtelijk over verbazen dat het gedicht met de beginregel ‘Ik zal nooit worden wie ik moet zijn’ nooit de Verzamelde gedichten heeft gehaald. De Slauerhoff-commissie, perfectionist Lekkerkerker voorop, heeft na Slau’s dood blijkbaar nimmer een incompleet gedicht willen prijsgeven. In de derde regel van genoemd vers ontbreekt één woord, vandaar. De twee misantropische kwatrijnen van ‘Het heele leven is toch verloren’ sluiten naadloos aan bij het beroemde ‘In memoriam mijzelf’. Niet voltooid, wel volmaakt. Het potlood in de hand ontleent zijn titel aan het gave openingsgedicht ‘Het potlood (in de hand)’. Dit vers schreef Slauerhoff, zo meldt Menno Voskuil in zijn secure nawoord, inderdaad met een potlood.
Mijn vrouw zei altijd ga
toch niet zoo slapen
Je kunt je oogen wel uitsteken
Op een morgen had ik ook
hevige pijn in mijn oogen zoodat
ik bijna de brieven niet
kon lezen van waar de ontrouw
was beschreven van de vrouw die
naast mij lag
J. Slauerhoff – Het potlood in de hand. Vijf gedichten uit de scheepskist. Bezorgd door Menno Voskuil. Met tekeningen van Peter Pontiac (zie afbeelding). Statenhofpers, Den Haag.
J. Slauerhoff – Icarus. Vier nagelaten gedichten. Bezorgd door Menno Voskuil. Met een houtgravure van Peter Lazarov. Avalon Pers, Woubrugge.
De bundels kosten 75 euro per stuk en zijn te bestellen via info@mennovoskuil.nl