Recensie: Paul Verrept – De koningin zonder land
‘Ik ben een levende herinnering, Een overblijfsel, een laatste exemplaar.’
In De koningin zonder land vertelt de Vlaamse auteur Paul Verrept een bijzonder sprookje over een prinses. Op een dag verliezen een koning en een koningin hun koninkrijk omdat het land dat ze besturen getroffen wordt door een vreselijke zondvloed. Terwijl het koninklijk paar vlucht voor het onheil wordt een dochter geboren: hun erfgename. Vanaf het moment dat het meisje ter wereld is gekomen, weigert zij een voet op de grond te zetten. Ze wordt door dienaars rondgedragen of beweegt zich in en rondom het paleis voort op stelten. Later zweeft zelfs haar huis in de hoogte, ‘steunend als een paalwoning op lange muggenpoten.’ De prinses heeft ook een bijzondere gave: ze kan met haar blik dwars door de wereld heen kijken. Zij ziet wat anderen niet kunnen zien. De enige beperking van deze gave is het onvermogen om terug te keren naar haar eigen geschiedenis. Voortdurend komt het meisje tot het besef dat ze gedoemd is tot een leven als koningin van een land dat niet bestaat.
Het sprookje over een kwetsbaar meisje dat langzamerhand leert om weer deel te nemen aan het leven, doet bij vlagen denken aan De baron in de bomen van Italo Calvino. De twaalfjarige hoofdpersoon van Calvino’s roman zoekt immers ook zijn heil in de hoogte. Maar de baron in de roman van Calvino probeert nog deel te nemen aan de maatschappij, terwijl Verrepts hoofdpersonage zich steeds verder terugtrekt in haar eigen wereld, waarin ze onkwetsbaar is. Het is een wereld die niet meer bestaat. Verrept schetst met weinig woorden een delicaat verhaal over grote thema’s zoals leven en dood, liefde en verlies. Het taalgebruik van de auteur dwingt tot het nauwkeurig en aandachtig lezen en herlezen van de zinnen. Er staat geen komma te veel.
De minimale tekst van Verrept wordt ondersteund door tekeningen van de Vlaamse kunstenares Berlinde De Bruyckere. De tekeningen functioneren als rustpunten in het verhaal. Ze beelden niet, zoals je misschien zou verwachten in een jeugdroman, gebeurtenissen in het verhaal uit. Verrept en De Bruyckere hebben bewust gekozen voor tekeningen die op het eerste gezicht weinig met het verhaal te maken hebben. Bij een nadere bestudering valt echter op dat de prenten toch verband houden met de vertelling van de auteur. De enigszins dromigere beelden van De Bruyckere komen in rood- en zwarttinten op je af en lijken de emoties van het hoofdpersonage uit te drukken. Daarnaast lijkt een enkelvoudige betekenis van de tekeningen van De Bruyckere niet te bestaan. Iets is in haar werk zowel boom en mens tegelijk. De tekeningen blijven hierdoor ongrijpbaar. Toch horen zij bij het verhaal en nodigen ze uit tot bespiegelingen over hetgeen net gelezen is. De pijn en het verdriet van het hoofdpersonage worden niet letterlijk uitgeschreven in de tekst, maar zijn voelbaar door de afbeeldingen van De Bruyckere. De tekeningen vormen daarom een prima aanvulling op de tekst en maken van De koningin zonder land een prachtig sprookje dat niet alleen bestemd is voor jeugdige lezers. Juist niet.
Hester Wiersema
Paul Verrept – De koningin zonder land. De Eenhoorn, Wielsbeke, 96 blz. € 17,50.