Recensie: Delphine de Vigan – Dagen zonder honger
Met Niets weerstaat de nacht had de Frans schrijfster en scenariste Delphine de Vigan (1966) ook in Nederland succes. In die sterk autobiografische roman onderzoekt ze op subtiele wijze de moeizame relatie met haar bipolaire moeder. Die heeft op zestigjarige leeftijd suïcide gepleegd en is door de hoofdpersoon – laten we die voor het gemak Delphine noemen – thuis gevonden.
De uitgever laat deze roman nu opvolgen door een wat ouder werk van De Vigan, wederom sterk autobiografisch getint. De roman Dagen zonder honger verhaalt over het negentienjarige meisje Laura dat aan anorexia nervosa lijdt. Ze is ruim een meter vijfenzeventig lang en weegt op een gegeven moment nog maar zesendertig kilo. Haar gescheiden ouders, haar vrienden en haar welwillende tante kunnen haar gezien haar leeftijd niet tot een ziekenhuisopname dwingen. Ze besluit in de laatste fase van haar ziekte om zelf naar de kliniek te gaan, met het idee dat ze zo haar leven nog even kan rekken om opnieuw de controle te krijgen over dat weerbarstige lichaam.
Het was een sluipend proces geweest. Om het zover te laten komen. Zonder het echt te beseffen. Zonder het te kunnen keren. Ze herinnert zich hoe de mensen keken, de schrik in hun ogen. Ze herinnert zich dat gevoel van macht waardoor de grenzen van het vasten en het lijden telkens opschoven.
Ze kan niet meer zitten omdat ze geen vet meer op haar kont heeft, haar maag is ernstig gekrompen, er is geen hongergevoel meer, ze heeft doorligwonden, een uiterst lage lichaamtemperatuur en bloeddruk, geen menstruatie, ernstige haaruitval en de ijzige koude – van de aangekondigde dood zou je kunnen zeggen – heeft de intrede gedaan. De behandelend geneesheer, dokter Brunel, blijkt een begripvolle jonge arts te zijn die al verhalenvertellend probeert Laura en een bonte reeks medepatiënten bij de afgrond weg te slepen. Bij een eerder consult was de bijzondere methode van Brunel Laura al opgevallen. Waarschijnlijk omdat hij haar niet belerend maar als gelijke behandelt.
Hij vroeg niet naar haar gewicht en ook niet hoeveel ze at. Eerder vragen van een deskundige, een expert zelfs, nauwkeurig, direct, om na te gaan hoe urgent de situatie was. Zolang ze meespeelde, won hij tijd. Die tijd die ze niet meer te verliezen had, die ijle tijd die zich verzette tegen de dood als een laatste komma, wankel.
Die keer vertrekt ze toch om over de Parijse straten te rennen de roes tegemoet, met haar benen als luciferhoutjes als een vreemd soort trofee gestoken in een spijkerbroek in een kindermaat.
Op een ochtend heeft ze gevoeld dat de kou de verste uiteinden van haar lichaam had bereikt, haar nagels, haar haren.. Ze belde het ziekenhuis en vroeg of ze hem kon spreken. De dood klopte in haar buik, ze kon hem aanraken. Dat is allemaal lang geleden. Hij heeft haar leven gered. Als je die woorden opschrijft, lijken ze gezwollen, maar zo is het. Ook nu nog, zo veel jaren later en met herwonnen levenslust, zegt ze als ze erover praat: hij heeft mijn leven gered.
Dan volgt een soortement dagboek zoals wellicht alleen een ervaringsdeskundige kan schrijven. Na lange tijd, wanneer er een litteken is ontstaan. Pas in 2001 tekende De Vigan haar strijd op die ze een jaar of vijftien eerder had gevoerd. Waarschijnlijk moet er over sommige ingrijpende gebeurtenissen tijd gaan om ze helder, zonder sentimentaliteit te kunnen weergeven. Laconiek zogezegd. De vertelling in de derde persoon enkelvoud voegt een zekere, noodzakelijke distantie toe. Dagen zonder honger sluit wonderwel, soepel haast, aan bij haar grote succesnummer Niets weerstaat de nacht. Om in haar eigen woorden te blijven: het is de magerte als schreeuw.
Een hulpkreet aan ouders die feitelijk niets om hun kind (kunnen) geven. De vader een tierende alcoholist, de moeder bipolair. In feite wilde ze hen straffen met haar skelet, haar uitgemergelde lijf als een vloek naar ze toe spugen.
Eerst wilde ze alleen een beetje kleiner worden, om zich te onttrekken aan die druk, en toen op een dag wilde ze verdwijnen.
Laura krijgt via een slang door haar neus voeding en werkt met de grootste moeite de maaltijden naar binnen. Ze speelt niet vals, als steekt tegen het einde die sluipmoordenaar weer even de kop op. Bij de laatste weging stopt ze een kilo ongekookte rijst onder haar ceintuur. Een kleine triomf die ze ziet als compensatie voor de totale overgave aan het begin van de behandeling. De relatie tussen de dokter en de patiënte is scherp weergegeven. Laura ziet wel wat in de verhalenverteller.
Haar vader komt zich bij haar beklagen dat hij aan het einde van zijn krachten is. Tekenend. Hij zegt dat anorexia duidt op een relationeel probleem met de moeder. Daar valt in dit geval iets voor te zeggen, al kan hij zijn hand ook wel in eigen boezem steken. Toen ze sterk vermagerd bij haar moeder op bezoek was gegaan, had die met veel moeite een zin uit haar stijf van de tranquillizers staande hoofd kunnen krijgen: je moet naar het ziekenhuis. Toen Laura daarop niets zei, voegde ze op effen toon toe: dan ga je maar dood. ‘Zoals ze zou hebben gezegd jammer dan, geef me het zout eens aan.’ Tekenend.
De hoofdpersoon krijgt gedurende de drie maanden dat ze onder behandeling is steeds meer inzicht in het hoe en waarom van haar situatie. Ze is bang dat er geen weg terug blijkt te zijn en vreest tegelijk ook een nieuw begin. In eerste instantie was ze alleen maar gekomen naar het ziekenhuis om een klein laagje te kweken om te overleven. Maar het heeft er toch alle schijn van dat ze permanent ontwaakt uit haar verdoofde toestand.
Het leven is een enorme opgave. Precies dezelfde woorden wellen in haar op, woorden waarmee ze haar plaats inneemt in dat geslacht van open wonden.
Dagen zonder honger is een indringend verslag van een jeugdig getormenteerd iemand die zich vastklampt aan een ziekte omdat ze denkt dat het haar enige manier van bestaan is. Gelukkig is ‘Laura’ over dit denkbeeld heen gekomen en heeft ze het treffend kunnen optekenen, te beginnen bij de nieuwe ‘familie’ die ze in het ziekenhuis om zich vormt en ‘die in pyjama door de grote ruiten naar de stad kijken’. Het doorbreken van het isolement lijkt de eerste stap tot genezing.
Guus Bauer
Delphine de Vigan – Dagen zonder honger. Vertaald door Geertrui Marks en Lia Tuijtelaars. De Geus, Breda. 192 blz. € 18,95.