Recensie: David Leavitt – De twee hotel Francforts
Gestrand in Lissabon
In 1940 is Lissabon een van de weinige plaatsen in Europa waar mensen nog naar toe konden vluchten in de hoop een plaatsje te bemachtigen op een boot naar Amerika. De Portugese hoofdstad kent twee hotels die, door een familietwist, allebei Francfort heten. Pete, de verteller van De twee hotel Francforts, en zijn vrouw Julia zijn neergestreken in het ene hotel, Edward en Iris het echtpaar dat ze bij toeval ontmoeten, zitten in het andere hotel. Hun levens kruisen elkaar en veranderen drastisch.
Ik moest bij de laatste roman van David Leavitt regelmatig denken aan de film Casablanca. Niet alleen omdat die plaats ook een toevluchtsoord was voor mensen die hun hoop gevestigd hadden op een verdere toekomst in Amerika. Ook omdat in die film een passionele liefde (als is die van een andere aard) een rol speelt, evenals het leven in cafés en hotels. De naam Casablanca zou een kritische verwijzing zijn naar de neutrale houding van het Witte Huis aan het begin van de oorlog. In De twee hotel Francforts komt het door een homoseksuele binnenhuisarchitect volstrekt witte en lege appartement voor dat Pete en Julia hebben moeten achterlaten in Parijs. Hun witte huis, dat zelfs de Vogue heeft gehaald, kun je eveneens als een symbool zien, maar dan van een huwelijk dat niet heel veel meer betekent.
Julia wil helemaal niet terug naar Amerika, maar wordt door Pete min of meer onder druk gezet omdat ze joods is en teveel gevaar loopt. Over haar joodse afkomst wil ze zelf niets vertellen, ze wil er ook niets van weten. Edward en Iris zijn flamboyanter: het echtpaar schrijft onder pseudoniem populaire detectives. De landerigheid van het wachten in Lissabon verdwijnt als de mannen opeens onderling een heftige seksuele relatie krijgen. Leavitt is zoals altijd bijzonder goed in het verdiepen van de karakters door ze in hun gevoelens geloofwaardig te laten zijn: de hunkering, de angst voor het ontdekken, de angst ook voor het verlies van de liefde.
Maar meer dan in andere romans speelt Leavitt ook met werkelijkheid en fictie. De twee mannen ontmoeten elkaar omdat de Edward de bril van Pete kapot trapt. Later ziet Pete niet goed meer omdat hij teveel drinkt. Julia zag in Parijs en ziet in Lissabon steeds als een soort geestverschijningen familieleden opduiken die ze haat. Edward en Iris, het schrijversechtpaar, hebben een huwelijk waarin ze niet los van elkaar kunnen leven, maar waarin Edward zo af en toe andere mannen aanmoedigt om seks met zijn vrouw te hebben. Die mannen lokt hij met verhalen en alleen door die fictieve werkelijkheid weet hij zich nog verbonden met haar. En zo speelt op meer niveaus schijn en werkelijkheid, je anders voordoen dan je bent, een grote rol. Dat er twee hotels zijn met dezelfde naam zijn die naast elkaar bestaan in dezelfde stad, hoort bij dit overheersende motief in het boek.
Het verhaal koerst af op een noodlottig eind. Daarna volgt nog een extra hoofdstukje met toch een positief draai, maar dat is redelijk overbodig en doet enigszins afbreuk aan de compositie van het boek als geheel. Maar goed, dat vergeven we de schrijver die situatie van mensen op drift zo boeiend kan vertellen.
Coen Peppelenbos
David Leavitt – De twee hotel Francforts. Vertaald door Boukje Verheij. De Harmonie, Amsterdam. 248 blz. € 19,90.